Ingediend | 28 september 2023 |
---|---|
Beantwoord | 15 februari 2024 (na 140 dagen) |
Indiener | Eva Akerboom (PvdD) |
Beantwoord door | van der Ch. Wal-Zeggelink |
Onderwerpen | natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z16201.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1045.html |
Een van de criteria waaraan de landelijke vrijstelling voor schadebestrijding dient te voldoen, is dat geen afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan.
Voor soorten die worden vrijgesteld vanwege schadebestrijding geldt dat er geen afbreuk mag worden gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan, zoals in het antwoord op vraag 1 is aangegeven. Dit betekent niet dat voor de bestaande landelijke vrijstellingen per definitie geen rechtsgrond meer bestaat wanneer de staat van instandhouding van een vrijgestelde soort in het geding is gekomen, maar wel dat een nieuwe landelijke vrijstelling voor die soort niet meer kan worden ingevoerd.
Zoals ik uw Kamer heb geïnformeerd (Kamerstuk 33 576, nr. 267), bevinden het konijn en de haas zich landelijk niet in een gunstige staat van instandhouding.
Zoals ik aan uw Kamer heb laten weten (Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 120) heb ik besloten een traject op te starten om het huidige systeem van faunabeheer tegen het licht te houden, om te komen tot een toekomstbestendig stelsel. Met deze stelselwijziging streef ik naar een begrijpelijk stelsel met duidelijk perspectief voor het faunabeheer op de lange termijn. Faunabeheer is immers nodig voor het beheer van de natuur en het voorkomen van schade, mits de staat van instandhouding in acht wordt genomen.
Op 17 oktober heeft uw Kamer een motie aangenomen waarin u de regering verzoekt om per direct die soorten die in hun voortbestaan worden bedreigd van de landelijke vrijstellingslijst af te halen.1 Ik ben met provincies en betrokken belangenorganisaties in gesprek over hoe invulling aan deze motie te geven. Ik hecht belang aan zorgvuldige afstemming hierover. Ik zal uw Kamer hier zo spoedig mogelijk over informeren.
Zie antwoord vraag 4.
De voorgenomen herziening richt zich op obstakels die de uitvoering van het faunabeleid belemmeren, op de complexiteit en de verwevenheid van de verschillende regimes binnen de Omgevingswet, voorheen Wet natuurbescherming en op het verbeteren van de informatievoorziening. Het doel is te komen tot een begrijpelijk systeem waarin soortbescherming voldoende is gewaarborgd; dat voldoet aan internationale regelgeving; dat voor alle partijen uitvoerbaar is en waarin rollen en verantwoordelijkheden helder gedefinieerd zijn. Ik zal eerst, samen met de provincies, de situatie en de knelpunten zorgvuldig in kaart brengen. In de loop van 2024 verwacht ik in beeld te hebben welke oplossingsrichtingen wenselijk en mogelijk zijn. Alle relevante stakeholders, waaronder landbouworganisaties, jagersverenigingen, dierenwelzijnsorganisaties, terreinbeherende organisaties en kennisorganisaties zijn vanaf het begin bij dit proces betrokken geweest. Ik verwacht in het eerste kwartaal van 2024 uw Kamer nader te kunnen informeren over het voorgenomen proces.
Zoals ik heb aangegeven (Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 120), zijn de data die worden gebruikt voor het bepalen van de staat van instandhouding van de wildlijstsoorten en soorten op de landelijke vrijstellingslijst afkomstig van tellingen uit het Netwerk Ecologische Monitoring (hierna: NEM). In samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS) zijn er in het NEM telprotocollen voor soorten ontwikkeld en wordt de data afkomstig uit deze telprotocollen door het CBS gevalideerd. Deze validatie waarborgt de betrouwbaarheid van de data die afkomstig is van het NEM. De data zijn van daardoor van zodanige kwaliteit dat er betrouwbare landelijke trends uit gemaakt kunnen worden. Deze tellingen worden gedaan door de Zoogdiervereniging en Sovon.
Predatoren spelen een belangrijke rol in de natuur door het reguleren van het aantal prooidieren. Zoals ik in de beantwoording van vraag 6 heb aangegeven, richt het toekomstig stelsel van jacht en faunabeheer zich op obstakels die de uitvoering van het faunabeleid belemmeren, op de complexiteit en de verwevenheid van de verschillende regimes binnen de Wet natuurbescherming en op het verbeteren van de informatievoorziening. Op 17 oktober heeft uw Kamer een motie aangenomen waarin u de regering verzoekt om de essentiële rol van grote predatoren voor het functioneren van het ecosysteem mee te nemen in het toekomstbestendig maken van het natuurbeleid.2 Grote predatoren worden als zodanig meegenomen in de herziening van het faunabeleid. Tevens zal ik de provincies vragen de essentiële rol van grote predatoren voor het functioneren van het ecosysteem mee te nemen in hun natuurbeleid.
De vragen van het lid Akerboom (PvdD) over de landelijke vrijstellingslijst (2023Z16201) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord omdat de hiervoor noodzakelijke afstemming meer tijd vraagt. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.