Ingediend | 20 september 2023 |
---|---|
Beantwoord | 28 november 2023 (na 69 dagen) |
Indieners | Don Ceder (CU), Jan de Graaf (CDA) |
Beantwoord door | Hanke Bruins Slot (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | economie handel internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z15564.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-490.html |
Zoals eerder met uw Kamer gedeeld, hebben Nederland en de EU de militaire escalatie door Azerbeidzjan ten stelligste veroordeeld.1 Na de militaire aanval is de etnisch Armeense bevolking in korte tijd de Azerbeidzjaanse regio Nagorno-Karabach massaal ontvlucht. Meer dan 101.000 vluchtelingen uit Nagorno-Karabach zijn sindsdien aangekomen in Armenië.
Of sprake is geweest van een etnische zuivering is een juridisch ingewikkelde kwestie. Het kabinet zal in een separate brief op deze vraag ingaan, mede in het kader van de aangenomen motie van het Lid Ceder2 over op basis van feiten beoordelen of de vlucht van de Armeense bevolking uit Nagorno-Karabach na de blokkade van en aanval op de enclave neerkomt op etnische zuivering.
De EU beraadt zich momenteel allereerst op de wijze waarop Armenië gesteund kan worden. Hierover is kort gesproken tijdens de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 23 oktober jl. Zoals vermeld in het verslag van de RBZ stelde de Hoge Vertegenwoordiger Borrell in dit kader voor dat EDEO de mogelijkheden voor non-lethale EPF zorgvuldig zal verkennen. Hetzelfde geldt voor de mogelijkheden om de Europese Unie Missie in Armenië (EUMA) te versterken met meer mensen en meer patrouilles. EDEO zal voorts, met een missie naar Armenië, de mogelijkheden voor economische steun in kaart brengen. Nederland heeft conform de motie van het lid Ceder3 in de Raad steun uitgesproken voor bovenstaande ideeën en andere EU-lidstaten opgeroepen dit ook te doen. Tevens heeft Nederland conform de motie van leden Bikker en Omtzigt aangegeven dat in geval van nieuw geweld binnen de EU gesproken moet worden over gepaste maatregelen4.
De EU zal daarnaast blijven inzetten op het faciliteren van het vredesproces teneinde te komen tot een duurzaam vredesakkoord tussen Armenië en Azerbeidzjan, waarin o.a. de territoriale integriteit van beide landen expliciet wordt erkend.
Zoals eerder met de Kamer gedeeld, hebben Nederland en de EU Azerbeidzjan meermaals opgeroepen om de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van 22 februari 2023 na te leven.5 Na maandenlange onderhandelingen leek op 18 september jl. een akkoord bereikt over gelijktijdige opening van de Lachin-corridor en de Agdam-toegangsweg. Dit heeft niet kunnen voorkomen dat Azerbeidzjan op 19 september koos voor militaire escalatie, waarop vrijwel alle Armeense inwoners van Nagorno-Karabach de enclave binnen korte tijd hebben verlaten en hun toevlucht hebben gezocht in Armenië.
In juli 2022 heeft de voorzitter van de Europese Commissie Ursula Von der Leyen een memorandum van overeenstemming getekend met Azerbeidzjan om de gasexport naar de EU te verdubbelen. Dit is in lijn met de EU-inzet t.a.v. diversificatie bij nieuwe strategische partners om de afhankelijkheid van Russisch gas te verminderen, in het kader van de REPowerEU-strategie. Zoals eerder met uw Kamer gedeeld, importeerde Azerbeidzjan volgens mediaberichten via een tijdelijk contract gedurende een half jaar (november 2022–maart 2023) maximaal 1 miljard kubieke meter Russisch gas voor binnenlands gebruik.7
De EU-inzet op diversificatie via de REPowerEU-strategie om de afhankelijkheid van Russisch gas af te bouwen is van groot belang. Op EU niveau geldt dat gasimport uit Rusland nog niet volledig is vervangen. Hoewel het aandeel van gas uit Azerbeidzjan in de totale import in de EU relatief gering is, draagt het wel bij aan het verminderen van de gasimport uit Rusland en de leveringszekerheid in de EU. De EU importeerde in 2022 ongeveer 4% van het totale EU-verbruik aan gas vanuit Azerbeidzjan. Nederland importeert geen Azerbeidzjaans gas. Andere lidstaten, m.n. Italië, Griekenland en Bulgarije importeren in relatieve zin het meeste gas uit Azerbeidzjan8.
Nederland heeft direct na de militaire escalatie en conform de motie Bikker/Omtzigt in Brussel aangedrongen op maatregelen, waaronder sancties9. Uw Kamer is hierover geïnformeerd tijdens het notaoverleg mensenrechtenbeleid op 25 september jl.10 en tijdens het commissiedebat Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken van 11 oktober jl.11. Tijdens de RBZ op 23 oktober jl. en op 13 november jl. heeft Nederland het belang benadrukt van het door de EU gefaciliteerde vredesproces, maar daarbij aangegeven dat in geval van de dreiging van nieuw geweld gesproken moet worden over gepaste maatregelen12.
Vanwege de snelle ontwikkelingen moesten de antwoorden enkele keren aangepast worden om de meest actuele stand van zaken weer te geven.