Ingediend | 14 september 2023 |
---|---|
Beantwoord | 13 oktober 2023 (na 29 dagen) |
Indieners | Nicole Temmink , Pieter Omtzigt (NSC), Caroline van der Plas (BBB), Hind Dekker-Abdulaziz (D66), Inge van Dijk (CDA) |
Beantwoord door | Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD), Sigrid Kaag (viceminister-president , minister financiën) (D66), Marnix van Rij (staatssecretaris financiën) (CDA) |
Onderwerpen | belasting financiën inkomensbeleid recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z15239.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-224.html |
Ja.
Ja, mijn voorganger heeft uw vragen beantwoord in de Kamerbrief die op 6 juni 2018 aan uw Kamer is gestuurd2. Hierin is aangegeven dat de Belastingdienst heeft geïnventariseerd hoeveel PIA’s formeel zijn afgehandeld door de organisatie, dus inclusief vaststelling door de toenmalige CIO. Voor zover nu te herleiden, is destijds daarbij geen analyse gemaakt van PIA’s die in ontwikkeling waren maar nog niet formeel vastgesteld waren.
Ik heb uw Kamer meerdere keren geïnformeerd over RAM; in de brieven van 10 maart 20223, 29 maart 20224, 17 mei 20235 en 31 augustus 20236. Zoals ik in mijn brief van 31 augustus jl. heb aangegeven is bij de beantwoording van vragen van het lid Azarkan de Kamer geïnformeerd dat RAM een systeem was van de Belastingdienst dat niet door Toeslagen werd gebruikt. Toeslagen wordt echter wel in de GEB genoemd. Het mogelijke verband tussen RAM en Toeslagen wordt betrokken in het bovengenoemde vervolgonderzoek. Over de uitkomsten van dat onderzoek wordt de Kamer geïnformeerd. Hierna kunnen conclusies getrokken worden over de wijze waarop de Tweede Kamer is geïnformeerd.
Zoals eerder aangegeven in correspondentie met uw Kamer, geven de huidige documenten niet volledig zicht op alle informatie betreffende RAM. Ik vind het daarom van belang dat de vragen die ik heb, maar ook de vragen die uw Kamer heeft gesteld, extern worden onderzocht om daarmee een helder en onafhankelijk beeld over RAM te krijgen. Daarnaast heeft de AP aangegeven onderzoek naar RAM te zullen gaan doen.
Zoals ik in de aanbiedingsbrief bij deze vragen heb aangegeven, heb ik er in augustus 2023 voor gekozen om de vragen niet inhoudelijk te beantwoorden omdat ik wil voorkomen dat, op basis van het aangekondigde onderzoek, later blijkt dat de gegeven informatie niet (geheel) juist blijkt. Ik heb nu, op basis van beschikbare informatie, de vragen alsnog zo goed als mogelijk beantwoord. Ik wil daarbij benadrukken dat pas na het externe onderzoek en het onderzoek door de AP definitieve antwoorden gegeven kunnen worden. De antwoorden van vragen uit het Schriftelijk Overleg Informatiehuishouding van 21 juni jl. over RAM zijn te vinden in bijlage 1.
Inmiddels heeft een eerste zoekslag naar relevante informatie plaatsgevonden. De gevonden documenten zijn in bijlage 2 bijgevoegd. Ten aanzien van de documenten die betrekking hebben op RAM is van belang om te benadrukken dat deze zoekslag enkel betrekking heeft op de stukken die door het directieteam van de Belastingdienst zijn besproken en zijn opgenomen in «Digidoc», het centrale systeem voor stukkenstroom en archivering daarvan binnen het Ministerie van Financiën. Daarnaast kan ook relevante informatie op netwerkschijven en in mailboxen van de top van de Belastingdienst staan. Deze vervolgzoekslag vergt een met meer waarborgen omklede procedure die meer tijd kost. Als deze zoekslag is afgerond zal ik deze documenten naar uw Kamer toesturen. Deze zoekslag is ook van belang voor het externe onderzoek, zodat ook de onderzoekers de beschikking krijgen over deze informatie. De documenten ten aanzien van de memo’s over «database auto» zijn te vinden in bijlage 4.
Deze vraag kan ik op dit moment nog niet beantwoorden zonder de uitkomsten van het externe onderzoek. Daarnaast heeft de AP aangegeven onderzoek naar RAM te zullen gaan doen.
Ik heb in de stand-van-zakenbrief van 31 augustus jl. aangegeven dat ik tezamen met de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane heb besloten dat er een ander onderzoek naar RAM nodig is. Ik blijf namelijk van mening dat een extern onderzoek noodzakelijk is om helderheid te krijgen over de informatievoorziening rond RAM zodat ik uw Kamer hierover goed kan informeren. Ik wil graag dit onderzoek afwachten voordat ik hier verder op kan antwoorden. Ik probeer uw Kamer zo goed mogelijk hierover te informeren.
Zoals ik in mijn brief van 17 mei jl. heb aangegeven is niet uit te sluiten dat in de toekomst nog andere applicaties of lijsten worden ontdekt met persoonsgegevens waarvan niet gelijk duidelijk is dat deze aantoonbaar voldoen aan de vereisten van het privacyrecht. Ook dit laat weer de noodzaak zien dat de informatiehuishouding binnen de Belastingdienst verbeterd moet worden. De Belastingdienst heeft daarvoor een meerjarig actieplan opgesteld. Als nieuwe lijsten of applicaties gevonden worden die niet aan het privacyrecht voldoen en hier gevolgen aan zitten voor burgers en bedrijven, wordt de Tweede Kamer hierover uiteraard geïnformeerd worden, zodat u de Belastingdienst op een democratische wijze kunt controleren.
Ik heb mijn best gedaan om de vragen zo snel mogelijk te beantwoorden. Dit is niet gelukt binnen twee weken.
Op 14 september 2023 zijn door de leden Omtzigt, Van Dijk, Temmink, Van der Plas en Dekker-Abdulaziz Kamervragen gesteld over «de RAM database bij de belastingdienst» (kenmerk: 2023Z15239). Gelet op de inhoud van de vragen heb ik de beantwoording van deze vragen overgedragen aan de Staatssecretaris van Financiën (Fiscaliteit & Belastingdienst).
Op 14 september jl. zijn er door de leden Omtzigt (Omtzigt), Van Dijk (CDA), Temmink (SP), Van der Plas (BBB) en Dekker-Abdulaziz (D66) schriftelijke vragen gesteld over Risico Analyse Model (RAM) bij de Belastingdienst (2023Z15239). En op 15 september jl. zijn er door het lid Van Haga (Groep Van Haga) in aanvulling schriftelijke vragen gesteld over RAM (2023Z15305). Om uw Kamer zo goed en volledig mogelijk te informeren heb ik meer tijd nodig. Ik kan daarom de vragen niet binnen de gestelde termijn beantwoorden. Ik streef ernaar de antwoorden zo spoedig mogelijk aan uw Kamer te sturen.