Ingediend | 13 september 2023 |
---|---|
Beantwoord | 28 september 2023 (na 15 dagen) |
Indiener | Wybren van Haga (BVNL) |
Beantwoord door | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | recht rechtspraak strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z15150.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-104.html |
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
Ja, ik ben bekend met de strafprocessen die hebben gelopen of nog lopen tegen de door u genoemde personen.
Deze mening deel ik niet. De capaciteit bij zowel het Openbaar Ministerie (OM) als de politie en de rechterlijke macht is – altijd – beperkt, waardoor het OM – altijd – moet kiezen welke zaken wel en niet worden opgepakt en bij de rechter aangebracht. Dat het OM keuzes moet maken is van alle tijden. Het OM heeft een eigenstandige bevoegdheid om te bepalen welke zaken het wanneer strafrechtelijk in onderzoek neemt en vervolgt. Met het oog op een doelmatige aanwending van middelen stelt het OM prioriteiten, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met de ernst van het strafbare feit en de maatschappelijke impact.
In deze mening kan ik mij niet vinden. Wat mij betreft is er sprake van een politiek proces indien een beslissing in een strafzaak is ingegeven door politieke motieven. Daarvan is absoluut geen sprake van in de door u genoemde strafzaken, en bij geen enkele andere zaak bij het OM of de rechterlijke macht. Het OM heeft in alle individuele strafzaken een eigenstandige bevoegdheid, om onder meer te oordelen of een strafbaar feit is gepleegd en of de verdachte hiervoor moet worden vervolgd. Van deze bevoegdheid heeft het OM gebruikgemaakt in de zaken die u noemt.
Zoals verwoord in mijn vorige antwoorden, is er naar mijn stellige overtuiging geen sprake van een politiek proces en heeft het OM een eigenstandige bevoegdheid om beslissingen te nemen.
Ik ben ervan overtuigd dat het OM geen politieke inmenging pleegt in de strafzaak van De Mos en medeverdachten. Voor een onderbouwing hiervan verwijs ik naar mijn eerdere antwoorden.
Het OM is zich bewust van de impact van de zaak op de gemeentelijke politiek en heeft aangegeven de maatschappelijke noodzaak te zien om zo spoedig mogelijk en op een zorgvuldige manier duidelijkheid te krijgen in de zaak.
Ik ben ermee bekend dat in andere landen het ne bis in idem-beginsel niet volledig hetzelfde wordt uitgelegd als in Nederland. In Nederland valt het hoger beroep onder dezelfde rechtsgang, waardoor geen sprake is van vervolging voor het hetzelfde feit (oftewel strijd met het ne bis in idem- beginsel) in geval van hoger beroep bij vrijspraak. Artikel 404 van het Nederlandse wetboek van Strafvordering bepaalt dat het OM hoger beroep kan instellen tegen vonnissen betreffende misdrijven, ook indien de verdachte van de gehele tenlastelegging is vrijgesproken. Het hoger beroep heeft verschillende functies. Allereerst is er de herstelfunctie, die inhoudt dat partijen gemaakte fouten kunnen herstellen, nieuwe of andere gronden kunnen aanvoeren en nieuwe feiten of omstandigheden kunnen inbrengen. Daarnaast geldt dat in hoger beroep de rechter in eerste aanleg wordt gecontroleerd, de zogenoemde controlefunctie van het hoger beroep. Tot slot heeft hoger beroep een rechtseenheidsfunctie; de rechter in hoger beroep bewaakt de rechtseenheid en rechtsontwikkeling. Het hoger beroep heeft dus, ook bij een volledige vrijspraak in eerste aanleg, een belangrijke functie.