Ingediend | 13 september 2023 |
---|---|
Beantwoord | 16 oktober 2023 (na 33 dagen) |
Indiener | Judith Tielen (VVD) |
Beantwoord door | Maarten van Ooijen (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU) |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z15149.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-230.html |
Er is heel weinig wetenschappelijk bewijs hoe effectief HPV-vaccinatie van mensen ouder dan 27 jaar is om kanker te voorkomen. Er is wel een en ander bekend over de effecten van HPV-vaccinatie specifiek bij vrouwen boven 26 jaar dat laat zien dat het beschermende effect veel minder is dan in vrouwen jonger dan 26 jaar. Daarom wordt voor de HPV-vaccinatie campagne de grens van 26 jaar gehanteerd. Mensen ouder dan 27 jaar kunnen op eigen initiatief en voor eigen kosten zich laten vaccineren, bijvoorbeeld via de GGD («Vaccinaties op maat»), de gynaecoloog, de uroloog of de huisarts.
Zie voor deze onderzoeken het advies van de Gezondheidsraad uit 20191 en specifiek de referenties nr. 33 (Lehtinen 2012), nr 53 (Giuliano 2011), en nr. 54 Palefsky 2011 die daarin worden beschreven.
Deze groep wordt niet actief benaderd omdat ze niet in aanmerking komen voor een programmatisch aanbod vanuit de Rijksoverheid. Op de website van het RIVM en ook van GGD’en staat dat deze mensen zich op eigen initiatief en voor eigen kosten kunnen laten vaccineren, bijvoorbeeld via de huisarts. Het RIVM communiceert niet over het nut van een HPV-vaccinatie op latere leeftijd, dat is namelijk afhankelijk van de individuele situatie. Vandaar dat het advies is om naar de GGD, de gynaecoloog, uroloog of huisarts te gaan zodat een individuele afweging kan worden gemaakt op basis van de richtlijnen (LCI factsheet HPV vaccinatie).
Gegevens over vaccinaties gegeven buiten het Rijksvaccinatieprogramma om, bijvoorbeeld via de GGD («Vaccinaties op maat»), de gynaecoloog, de uroloog of de huisarts, worden in de meeste gevallen niet aan het RIVM verstrekt en om die reden is er maar zeer beperkt inzicht in deze aantallen. Bij het RIVM staan 27 mensen geboren voor 1996 geregistreerd die in de afgelopen vijf jaar HPV vaccinaties hebben gekregen. Dit betreft dus een onderrepresentatie.
In de richtlijn voor HPV-vaccinatie – opgesteld door het Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding van het RIVM – wordt aangegeven welke richtlijnen voor professionals van toepassing zijn, o.a. de FMS richtlijn. Hierin staat beschreven dat hrHPV-vaccinatie na behandeling van CIN2–3 overwogen kan worden, maar uitsluitend na voorlichting aan de patiënte over de kosten.
In de richtlijn wordt ook aangegeven dat er nog maar zeer beperkt onderzoek is gedaan naar het effect van vaccinatie na behandeling van CIN2–3.
Het huidige HPV-vaccin dat wordt gegeven in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma (Cervarix) heeft een lange houdbaarheid. Hierdoor is het tot dusver niet voorgekomen dat HPV-vaccins niet meer gebruikt kunnen worden doordat de houdbaarheid verstreken is. Er zijn maximaal 400.000 vaccins die overblijven en expireren in 2027. Voor de aankomende tijd is daarom alle inzet erop gericht om expiratie van HPV-vaccins te voorkomen en de vaccins zo optimaal mogelijk te benutten. In de eerste plaats bij de HPV-campagne voor jongvolwassenen zelf, die is verlengd tot 1 juni 20242. Daarnaast heeft het de voorkeur de vaccins te gebruiken binnen het reguliere Rijksvaccinatieprogramma. Omdat er mogelijk alsnog vaccins overblijven, wordt gekeken naar alternatieve, goede bestemmingen voor de vaccins waarbij alle scenario’s worden meegenomen.
De Gezondheidsraad adviseert over het vanuit de overheid programmatisch aanbieden van vaccins aan bepaalde doelgroepen. In het advies van de Gezondheidsraad over het «Evaluatie schema RVP»3 heeft de commissie wel geadviseerd om voor vaccinaties, die niet in het Rijksvaccinatieprogramma zijn opgenomen, maar voor individuen wel gezondheidswinst kunnen opleveren, maximaal bekend en toegankelijk te maken voor de mensen die er gebruik van willen maken. Dit onder andere omdat op dit moment deze zogenoemde «Vaccinaties op maat» niet optimaal benut worden. Met het oprichten van een vaccinatievoorziening voor volwassenen bij de GGD’en is een betere organisatie voor en communicatie over deze «Vaccinaties op maat» beoogd4.
De adviezen van de Gezondheidsraad zijn leidend voor het programmatisch aanbod van vaccinaties. Het is niet wenselijk hier vanaf te wijken. In de situatie dat er vaccinaties overblijven wordt er gekeken naar alternatieve bestemmingen voor de vaccins.
De vragen van het lid Tielen (VVD) over de HPV-vaccinatie bij mensen ouder dan 27 jaar (2023Z15149) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.