Ingediend | 16 augustus 2023 |
---|---|
Beantwoord | 4 september 2023 (na 19 dagen) |
Indieners | Jasper van Dijk , Sjoerd Sjoerdsma (D66), Kati Piri (PvdA), Thierry Baudet (FVD), Liane den Haan (Fractie Den Haan), Olaf Ephraim (FVD), Tom van der Lee (GL), Don Ceder (CU), Christine Teunissen (PvdD), Nilüfer Gündoğan (Volt), Caroline van der Plas (BBB), Derk Jan Eppink (Libertair, Direct, Democratisch), Pieter Omtzigt (Omtzigt), Laurens Dassen (Volt), Kees van der Staaij (SGP), Sylvana Simons (BIJ1), Wybren van Haga (BVNL), Derk Boswijk (CDA) |
Beantwoord door | Wopke Hoekstra (viceminister-president , minister buitenlandse zaken) (CDA), Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal internationale samenwerking organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z14119.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-3545.html |
Ja.
Ja.
Ja.
Nederland is zeer bezorgd over de ontwikkelingen in de voormalige autonome oblast Nagorno-Karabach en de ernstige humanitaire situatie van de plaatselijke bevolking. Het ICRC gaf op 25 juli jl. aan dat het niet mogelijk is om humanitaire hulp naar de burgerbevolking van de voormalige autonome oblast Nagorno-Karabach kan brengen door de Lachin-doorgang of andere mogelijke routes. Medische evacuaties door het ICRC vinden in beperkte mate plaats.
Samen met andere EU lidstaten volgt Nederland de situatie nauwlettend, hoofdzakelijk door informatie verkregen door de EU Monitoring Mission in Armenia (EUMA).
De publicaties van dhr. Luis Moreno Ocampo, the International Association of Genocide Scholars Executive and Advisory Boards, het Lemkin Instituut en andere relevante publicaties zijn eveneens onderdeel van deze informatievoorziening.
Het Genocideverdrag verplicht verdragspartijen tot het voorkomen en bestraffen van genocide. De verplichting om genocide te voorkomen richt zich primair op de staat waar de misdrijven worden gepleegd, maar is niet territoriaal begrensd. De reikwijdte van de verplichting voor andere staten om genocide te voorkomen hangt af van hun mogelijkheden om invloed uit te oefenen op mogelijke plegers van genocide. Uit jurisprudentie van het Internationaal Gerechtshof, waaronder de uitspraak van 26 februari 2007 in de bovengenoemde zaak, blijkt dat de verplichting om genocide te voorkomen een inspanningsverplichting is: een staat moet alle maatregelen nemen die redelijkerwijs beschikbaar zijn om genocide te voorkomen.
In lijn met deze inspanningsverplichting heeft het kabinet speciale aandacht voor situaties waar mogelijk sprake is van genocide en worden per situatie de verschillende mogelijkheden om dit te voorkomen bilateraal, in EU-verband en multilateraal besproken. Het gaat in dat kader bijvoorbeeld om de ondersteuning van de Speciaal Adviseur inzake de Preventie van Genocide van de VN, maar ook om de preventieve werking die uitgaat van de internationale strijd tegen straffeloosheid, waar Nederland onder meer aan bijdraagt door het steunen van internationale hoven en tribunalen en door het steunen van bewijsvergaringsmechanismen. Het kabinet wijst in dit verband ook op de gezamenlijke verklaring over het 75-jarig bestaan van het Genocideverdrag die op 4 juli jl. door Armenië is uitgesproken tijdens de 53ste zitting van de VN-Mensenrechtenraad. In deze gezamenlijke verklaring wordt onder meer gewezen op de rol van het VN-mensenrechtensysteem en de VN-Mensenrechtenraad bij het verzamelen van informatie over mensenrechtenschendingen en schendingen van het humanitair oorlogsrecht die tot genocide kunnen leiden. Het Koninkrijk heeft, net zoals een meerderheid van de EU-lidstaten, deze verklaring gesteund.
Het is van groot belang dat alle betrokken partijen aan het vredesproces toegewijd blijven en verdere escalatie wordt voorkomen. Dit betekent onder meer het naleven van de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van 22 februari 2023 door Azerbeidzjan. Nederland en de EU blijven Azerbeidzjan hiertoe oproepen. Ook de andere uitspraken van het Gerechtshof aan de partijen moeten opgevolgd worden.
Namens de EU spelen de Voorzitter van de Europese Raad, de Hoge Vertegenwoordiger en de Speciaal Vertegenwoordiger voor de Zuidelijke Kaukasus een actieve bemiddelende rol tussen Armenië en Azerbeidzjan, o.a. door het leiden van verschillende ontmoetingen tussen de leiders van Azerbeidzjan en Armenië. Nederland steunt hen daarin en zet zich in om dit onderwerp in multilateraal, Europees, en bilateraal verband te blijven agenderen. Mede op Nederlands aandringen sprak de Hoge Vertegenwoordiger, Josep Borrell, onlangs zijn zorgen uit over de situatie.4 Op 16 augustus jl. kwam de VN Veiligheidsraad bijeen om de situatie te bespreken. Ook de VS spelen een rol in de bemiddeling tussen Armenië en Azerbeidzjan. Nederland spoort de EU aan de inspanningen zo goed mogelijk af te stemmen met de VS.
Azerbeidzjan heeft aangeboden dat de route via Aghdam (Azerbeidzjan) gebruikt kan worden om de regio te bevoorraden. De EU heeft hier van nota genomen, maar aangegeven dat dit niet een alternatief kan vormen voor de opening van de Lachin route.
De situatie in de voormalige autonome oblast Nagorno-Karabach is op 16 augustus besproken door de VN-Veiligheidsraad. Ook in dit verband heeft de EU Azerbeidzjan opgeroepen tot vrije doorgang in de Lachin corridor.
Bilateraal spreekt Nederland alle betrokken partijen aan op hun betrokkenheid bij het vredesproces. Naar aanleiding van de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van 22 februari 2023 heeft Nederland de Azerbeidzjaanse autoriteiten opgeroepen om de uitspraak na te leven en zal dit gezamenlijk met de EU blijven doen.
Ja.
Op 16 augustus 2023 zijn door de leden Omtzigt, Piri (PvdA), Boswijk (CDA), Sjoerdsma (D66), Van der Staaij (SGP), Christine Teunissen (Partij voor de dieren), Jasper van Dijk (SP), Eppink (Ja21), Van der Lee (GroenLinks), Ephraim (Ephraim), Van Haga (Groep Van Haga), Baudet (FvD), Ceder (CU), Dassen (Volt), Gündogan (Gundogan), Den Haan (Fractie Den Haan), Sylvana Simons (Bij1) en Van der Plas (BBB) Kamervragen gesteld over de expert opinie van dhr. Ocampo dat er sprake is van genocide tegen 120.000 Armeniërs in Nagorno-Karabach (kenmerk: 2023Z14119). Gelet op de inhoud van de vragen heb ik de beantwoording van deze vragen overgedragen aan de Minister van Buitenlandse Zaken.