Ingediend | 28 juli 2023 |
---|---|
Beantwoord | 12 oktober 2023 (na 76 dagen) |
Indieners | Joris Thijssen (PvdA), Suzanne Kröger (GL) |
Beantwoord door | Micky Adriaansens (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | economie industrie lucht natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z13929.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-216.html |
Ja, ik ben bekend met dit artikel.
In een Expression of Principles (EoP) worden de ambities en scope van het maatwerktraject beschreven. Een EoP is juridisch niet bindend. Er worden in een EoP geen juridisch afdwingbare verplichtingen van de Staat jegens Yara aangegaan en ook niet andersom. In een EoP wordt beschreven welke stappen het bedrijf wil zetten om sneller en ambitieuzer te verduurzamen in Nederland. Ook wordt met een EoP geen nieuw beleid opgesteld: het relevante staande beleid wordt gecommuniceerd. In lijn met deze redenering is de EoP met Yara, net als bij andere EoP’s die zijn gesloten voordat het kabinet demissionair werd, niet eerst met uw Kamer gedeeld. De EoP is een eerste, noodzakelijke maar niet juridisch bindende stap richting de uiteindelijke bindende maatwerkafspraken.
De maatwerkaanpak volgt een gefaseerde aanpak die duidelijkheid en transparantie biedt. Er wordt gewerkt van een EoP naar een Joint Letters of Intent (JLoI) naar uiteindelijk bindende maatwerkafspraken. Al deze (tussen)producten worden openbaar gemaakt.
In de EoP staan, zoals reeds in vraag 2 aangegeven, ambities omschreven voor de noodzakelijke verduurzamingsslag van het bedrijf. Een EoP is juridisch niet bindend, wat betekent dat er geen juridisch afdwingbare verplichtingen jegens de Staat worden aangegaan en andersom. Yara en de Staat kunnen dus ook geen rechten aan de EoP ontlenen. Wel biedt de EoP duidelijkheid over de verduurzamingsplannen van Yara. In de volgende fase wordt de EoP uitgewerkt in de JLoI, wat concreter en gedetailleerder inzicht geeft in de beoogde stappen in verband met de verduurzamingsopgave van het bedrijf. Gezien deze gefaseerde aanpak met duidelijke en transparante tussenstappen en gezien de niet bindende status van de EoP is er geen ruimte om de inhoud van de EoP bij te stellen.
Met het oog op de timing van de investeringen, de algehele projectplanning voor de plannen en de internationale concurrentiepositie is het van belang dat de JloI van Yara voor het einde van 2023 getekend wordt.
De concept JLoI wordt, zoals ook gecommuniceerd in de Kamerbrief van 27 februari jl., voorgelegd aan de externe adviescommissie maatwerkafspraken verduurzaming industrie. De adviescommissie adviseert onder andere over de haalbaarheid, kosteneffectiviteit en het ambitieniveau.2 Met de externe adviescommissie is onafhankelijke advisering vooruitlopend op de bindende maatwerkafspraken geborgd. De JloI zal na ondertekening met het advies van de adviescommissie met de Kamer worden gedeeld.
Yara gebruikt een groot deel van de hoog zuivere CO2 die wordt afgevangen in het maken van ammoniak voor de productie van ureum en voor levering aan derde partijen, zoals de glastuinbouw en de voedingsindustrie. Met de huidige productie van Yara is dit zo’n 2.200.000 ton aan hoog zuivere CO2. Hiervan wordt 800.000 ton CO2 niet gebruikt, maar uitgestoten in de atmosfeer. Daarnaast heeft Yara de intentie om minder CO2 uit te stoten door onder andere te investeren in energie efficiëntere installaties, elektrificatie en het gebruik van hernieuwbare waterstof. Deze intenties zouden kunnen leiden tot een extra reductie van 700.000 ton CO2, waardoor Yara een totaal van 1.500.000 ton CO2 zou kunnen reduceren in 2030.
CCS van fossiele CO2-emissies is een noodzakelijke transitietechnologie. Aangezien er op de korte termijn onvoldoende betaalbare hernieuwbare waterstof beschikbaar is, kan Yara met de huidige ammoniakproductie niet in een keer volledig overstappen naar hernieuwbare waterstof. Deze overstap naar hernieuwbare waterstof en het ombouwen van de ammoniakfabriek in lijn daarmee, zal ook pas kunnen aanvangen bij voldoende zekerheid over voldoende beschikbare en betaalbare hernieuwbare waterstof. Daarom wordt er met CCS gestreefd naar maximale CO2-reductie. Door steeds meer hernieuwbare waterstof te gebruiken voor de productie van kunstmest zou Yara voor 2050 CO2-neutraal zonder CCS kunnen worden. Het precieze tijdspad van de afbouw van CCS is mede afhankelijk van de beschikbaarheid en prijs van groene waterstof.
Het bedrijf beoogt voor de levering van waterstof aangesloten te worden op de hydrogen-backbone die gevoed zal worden door een breed scala aan waterstofleveranciers, inclusief import. De planning en de uitvoering daarvan wordt vastgelegd in het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK). Bovendien kan Yara een rol vervullen als systeem speler met flexibiliteit voor groene waterstofinname en indirect het elektriciteitsnet balanceren.
Op dit moment is de EoP ondertekend en zijn er op alle genoemde onderwerpen op hoofdlijnen ambities uitgesproken. In de volgende fase zullen de projecten concreter en gedetailleerder worden uitgewerkt.
Zoals reeds in vraag 2 en 3 aangegeven, staan in een EoP onder andere de ambities en de scope van het maatwerktraject beschreven. Als de EoP van Yara wordt uitgewerkt in een JLoI, dan kunnen bij ondertekening van de JLoI onder meer inspanningsverplichtingen worden aangegaan door zowel de Staat jegens het bedrijf en andersom, bijvoorbeeld inspanningen ten behoeve van de realisatie van de beoogde verduurzamingsplannen.
Een eventuele financiële of in-kind inspanning van de Staat wordt uitgebreid en nauwkeurig geanalyseerd. Indien noodzakelijk geacht, worden in dit verband ook financiële, juridische en/of technische due diligence onderzoeken door externe partijen uitgevoerd. Daarnaast adviseert de externe adviescommissie over de concept JLoI. De adviescommissie adviseert nadrukkelijk ook over de doelmatigheid van de afspraken. Het advies van de adviescommissie wordt meegenomen en de bij ondertekening van de definitieve JLoI openbaar gemaakt en naar uw Kamer gestuurd.
Over de visie van de industrie van de toekomst heb ik uw Kamer eerder geïnformeerd, onder andere in de Kamerbrief van 24 maart jl.5 Hierin heb ik het belang van een duurzame, toekomstbestendige industrie in Nederland toegelicht: deze is namelijk cruciaal voor het verdienvermogen en het vestigingsklimaat van Nederland. De industrie is belangrijk voor de Nederlandse economie en zorgt voor export, innovatie, productiviteit en hoogwaardige banen. Daarnaast hebben we de industrie nu en in de toekomst nodig: de producten van de industrie hebben we nog steeds nodig om ons dagelijks leven te ondersteunen, te vergemakkelijken en te verrijken. In deze brief heb ik ook toegelicht dat de kunstmestsector onderdeel is van de chemische industrie. Het is een kleine, efficiënte, zeer exportgerichte industrie die meerdere opties voor verduurzaming heeft.
Daarnaast heeft de analyse van Guidehouse6 het inzicht gegeven dat er voor de vier grootste industriële sectoren in Nederland (waaronder kunstmest) mogelijkheden zijn om te verduurzamen. Dit betekent dat we met de klimaattransitie niet op voorhand moeten kiezen voor bepaalde bedrijfstakken en/of clusters. Uiteraard kunnen individuele bedrijven alsnog besluiten dat zij niet in Nederland blijven of hun productie hier matigen.
De analyse van Guidehouse is de basis geweest voor de Routekaart verduurzaming industrie 1.0 die op 14 juli jl. is gepubliceerd.7 Deze Routekaart geeft inzicht in de belangrijkste mijlpalen in de komende jaren (zoals investeringsbeslissingen van zowel publieke als private partijen), die cruciaal zijn voor de verduurzaming.
Voortgang houden in de uitvoering van de maatwerkaanpak is essentieel voor de klimaatdoelstellingen en voor het structurele behoud van een verduurzaamde basisindustrie in Nederland. Voor de verduurzamingsopgave van Nederland vind ik het van belang om EoP's op te stellen om zo concreter inzicht te krijgen in de plannen en ambities voor verduurzaming bij de grootste industriële uitstoters. Vervolgens kunnen deze EoP's omgezet worden in een JLoI met onder meer concrete inspanningsverplichtingen. Op 14 september jl. heb ik een EoP met Zeeland Refinery getekend8 en ik hoop de komende tijd nog een aantal andere ambitieuze EoP’s te tekenen en enkele JLoI’s af te ronden. Ik blijf uw Kamer meenemen door de verschillende tussenproducten (EoP’s en JLoI’s) openbaar te maken. Daarnaast is er een externe adviescommissie, die mede op verzoek van uw Kamer is ingesteld, waarmee onafhankelijke advisering vooruitlopend op de bindende maatwerkafspraken is geborgd. Het advies van de adviescommissie zal ook openbaar gemaakt worden, zodra de JLoI getekend is.