Ingediend | 14 juli 2023 |
---|---|
Beantwoord | 5 september 2023 (na 53 dagen) |
Indiener | Wybren van Haga (BVNL) |
Beantwoord door | Piet Adema (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | dieren landbouw natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z13728.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-3561.html |
Ja.
Ja.
Er heeft een incident plaats gevonden en ik betreur dit ten zeerste. Ik ben me er van bewust dat dit incident een grote impact heeft op de betrokkenen en op de samenleving. Ik ben van mening dat er in Nederland geen sprake is van een «wolvenprobleem», maar dat er wel sprake is geweest van een aantal van probleemsituaties met wolven. Uit de Factfinding studie die in 2021 is uitgevoerd door Wageningen Environmental Research (Kamerstuk 33 576, nr. 251) blijkt dat wolven meestal van grote afstand vluchten als ze een mens herkennen.4 De studie geeft ook aan dat er situaties zijn waarin conflicten zich kunnen voordoen, bijvoorbeeld wanneer wolven mensen associëren met voedsel, wanneer er sprake is van provocatie of van wolven met hondsdolheid.
Ik heb de Raad voor Dierenaangelegenheden, als onafhankelijke en deskundige partij, gevraagd om mij te adviseren over het samenleven met de wolf.
Het kan helaas nooit volledig worden uitgesloten dat een wolf beschermd vee aanvalt. Preventie is op dit moment het meest effectieve middel om wolven te weren. De provincies bieden waar mogelijk hulp aan veehouders aan, onder meer door de activiteiten vanuit de provinciale wolvencommissies: subsidieregelingen voor het inzetten van preventieve middelen, het geven van informatie en voorlichtingsactiviteiten, het ter beschikking stellen van zgn. noodrasters (tijdelijke uitleen van wolfwerende rasters), de inzet van wolvenconsulenten en preventieteams.
Doordat de wolf is teruggekeerd naar Nederland, is het vinden van een manier van samenleven met de wolf een gegeven. Zeker zolang het gaat om een Europees beschermde, inheemse soort. Daarmee is samenleven het uitgangspunt. Op grond van onder meer de Habitatrichtlijn gelden er strikte beschermingskaders. Tegelijkertijd leven we in een klein land waardoor wolf en mens en de dieren die gehouden worden door de mens dicht op elkaar leven. Er is de angst die leeft bij dierhouders en burgers over de aanwezigheid van een toenemend aantal wolven in Nederland. Tevens zijn er de gevallen waarbij vee wordt gedood door een wolf waarbij er ook de verplichting bestaat voor dierhouders om hun vee te beschermen. En recent was dus sprake van een bijtincident.
Ik ben me ervan bewust dat er in de samenleving uiteenlopende standpunten bestaan over de terugkeer van de wolf in Nederland. De uiteenlopende standpunten in de samenleving over de wolf vinden ook hun weerslag in de uitingen van uw Kamer. Zie bijvoorbeeld de aangenomen motie van het lid Van der Plas over het niet heilig verklaren van de beschermstatus van de wolf (Kamerstuk 33 576, nr. 338) en de aangenomen motie van het lid Vestering c.s. over een actieve inzet voor het beschermen van de wolf (Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 69).
Deze dilemma’s, alsook de kaders van de Europese regelgeving wil ik graag onderdeel laten uitmaken van een gesprek met uw Kamer. Mocht uw Kamer, ook gezien de demissionaire status van het kabinet, een aanpassing in het beleid wensen, dan kan zij het kabinet daartoe oproepen. Uiteraard zijn wij daarbij gebonden aan Europese en nationale regelgeving.
De Factfinding studie geeft aan dat de gemiddelde omvang van een wolventerritorium in onze buurlanden circa 200 km2 bedraagt (variërend tussen 80–400 km2), afhankelijk van de hoeveelheid dagrustplaatsen, hoefdierdichtheid, onderlinge concurrentie en sociale status van de wolven. Een roedel heeft iets meer ruimte nodig dan een solitair dier en een territorium in een verzadigde regio is kleiner door onderlinge concurrentie dan in een nog leeg gebied. Wolven zijn zeer flexibele dieren en in cultuurlandschappen passen ze zich snel aan. Door die flexibiliteit kunnen ze in principe overal voorkomen waar wolven veilige dagrustplaatsen kunnen vinden en er voldoende voedsel is. Er is geen aanwijzing dat er sprake is van het aandoen van geweld.
Samenleven met de wolf kent een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid en samenleving. Het veilig huisvesten van dieren is primair de verantwoordelijkheid van de houder. Het uitgangspunt is daarbij dat hij zijn dieren beschermt tegen roofdieren. In het Besluit houders van dieren (Bhd) zijn hierover meerdere bepalingen opgenomen. Zo dient op grond van artikel 1.6 van het Bhd een dier, zo nodig, beschermd te worden tegen roofdieren en dient een houder ervoor zorg te dragen dat een dier niet kan ontsnappen uit een gebouw of kooi.
Ik ben me ervan bewust dat de aanwezigheid van de wolf tot lastige situaties kan leiden voor zowel de dieren als hun houders. Met het treffen van de juiste beschermingsmaatregelen moet het mogelijk zijn om op een goede manier samen te leven met deze dieren, waarbij het voorkomen van incidenten helaas nooit volledig is uit te sluiten. Naast wolfwerende rasters vormen kuddebewakingshonden een aanvullende mogelijkheid voor bescherming van vee.
Zoals ik bij eerdere beantwoording van uw Kamervragen (kenmerk 2023Z08507) heb aangegeven, zijn alle DNA-analyseresultaten via de website van BIJ12 beschikbaar. Hieronder vallen ook de eventuele resultaten betreffende hybridisatie.
Zoals ik in de Verzamelbrief soortenbeleid (Kamerstuk 36 200, nr.120) heb aangegeven, wordt bij het DNA-onderzoek allereerst bepaald of de schade is veroorzaakt door een wolf of door een ander dier. Hierbij wordt ook bepaald of sprake is van een kruising van een wolf met een andere diersoort, een zogenaamde hybride wolf. Wanneer een landbouwhuisdier gedood zou worden door een wolf die een kruising is met een andere diersoort, krijgt BIJ12 hierover bericht van Wageningen Environmental Research. Tot nu toe is dit nog niet voorgekomen. In de Factfinding studie wordt een uitgebreide uitleg gegeven over het testen van DNA op hybridisatie.
Ik ben me ervan bewust dat dit incident impact heeft op de betrokkenen, de dieren en de samenleving. Er bestaan reeds diverse algemene instanties waar mensen terecht kunnen in het geval van verlies of bij nare gebeurtenissen, zoals Slachtofferhulp, Humanitas en MIND Korrelatie. Een specifiek loket voor (slachtoffer)hulp bij schade door de wolf is daarom niet nodig. Zoals eerder aan de Kamer gemeld (Aanhangsel Handelingen II 2022–2023, nr. 1413), kan men specifiek voor de financiële schade terecht bij BIJ12.
Het Interprovinciaal wolvenplan kent reeds diverse handelingsprotocollen die de verschillende situaties dekken waarin er conflicten met wolven kunnen plaatsvinden. Extra protocollen zijn daarom niet nodig. Verdere verbeteringen van de bestaande protocollen kunnen volgen uit het advies van de Raad voor Dierenaangelegenheden.
Op 13 juli 2023 heb ik telefonisch contact gehad met de betrokkene.
Medewerkers van mijn ministerie en ik hebben regelmatig contact met agrarische ondernemers en hun vertegenwoordigers over de dilemma’s bij het samenleven met de wolf in Nederland. Ook in het Landelijk Overleg Wolf worden de ervaringen, zorgen en knelpunten uit de praktijk regelmatig met LNV besproken.
Zie mijn antwoord op vraag 8.
Hybriden van wolf en hond kennen dezelfde beschermde status als de wolf. De Europese Commissie adviseert lidstaten om voor hybriden een vastomlijnd beheersplan op te stellen met gebruikmaking van de meest actuele en betrouwbare veld-, laboratorium- en statistische procedures.6 In het interprovinciaal wolvenplan zijn hiertoe richtlijnen opgenomen. Omdat het lastig kan zijn om een hybridedier op afstand te herkennen, wordt DNA-onderzoek gebruikt om uitsluitsel te geven. Voor het verwijderen van een hybride dier uit de populatie is een provinciale ontheffing nodig op basis van artikel 3.8 lid 5 b1 van de Wet natuurbescherming.
Zoals ik bij de beantwoording van Kamervragen (kenmerk 2022Z19121) heb aangegeven, is er in Nederland nog nooit een hybride wolf aangetroffen. Ook in Duitsland zijn er in de afgelopen 20 jaar slechts enkele gevallen van hybridisatie bekend. De Factfinding-studie geeft aan dat uit recente genetische studies blijkt dat hybridisatie in de alpiene, Centraal-Europese en Scandinavische populaties zeer zeldzaam is (minder dan 1% van de onderzochte gevallen). Nederland kent bovendien geen loslopende zwerfhonden. Het risico op langdurig innig contact tussen wolf en hond is daardoor zeer klein. Ik acht de kans op hybridisatie in Nederland verwaarloosbaar.
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 3 heb aangegeven, kunnen er verschillende redenen zijn voor een incident tussen wolf en mens. Een onderscheid tussen lustaanval en roofaanval wordt hierbij niet gemaakt.
Het beleid rond subsidiering van wolfwerende maatregelen is een provinciale bevoegdheid. Het is derhalve aan de provincies om te besluiten over de hoogte van de tegemoetkoming hiervoor.
De vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) over de terugkeer en de gevaren van de wolf in Nederland, ingediend op 14 juli 2023 (2023Z13728), kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Dit omdat afstemming met derden meer tijd vraagt. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.