Ingediend | 6 juli 2023 |
---|---|
Beantwoord | 22 augustus 2023 (na 47 dagen) |
Indiener | Michiel van Nispen |
Beantwoord door | Franc Weerwind (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (D66) |
Onderwerpen | recht rechtspraak |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z13238.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-3391.html |
Ja, ik heb inhoudelijk kennisgenomen van de evaluatie van de pilot Huis van het Recht. Het evaluatierapport heb ik, als bijlage bij de laatste voortgangsrapportage over de stelselvernieuwing rechtsbijstand, naar uw Kamer gestuurd.1 Hier kunt u lezen dat ik het Huis van het Recht beschouw als een waardevolle pilot. Ook benoem ik dat de werkwijze aansluit bij mijn doelstelling om het sociale en het juridische domein beter te verbinden en daarvoor bouwstenen én inspiratie aanreikt. De betrokken partijen zijn positief over de meerwaarde voor rechtzoekenden en gaan door met de werkwijze. Een uitgebreide beleidsreactie op dit specifieke evaluatierapport vind ik niet opportuun. Het WODC voert op dit moment een overkoepelende analyse uit naar alle pilots die in het kader van de stelselvernieuwing rechtsbijstand werden uitgevoerd. Ik wil niet vooruitlopen op de bevindingen en conclusies die hieruit zullen volgen.
Het verrast mij niet dat de onderzoekers aangeven dat de werkwijze van het Huis van het Recht de toegang tot het recht vergroot en schadelijke gevolgen vermindert. De werkwijze is immers gericht op het (zo vroegtijdig mogelijk) herkennen, adresseren en oplossen van (juridische) problemen, waarbij samenwerking tussen professionals uit het juridische en het sociale domein essentieel is. De bevinding sluit aan bij mijn visie op de stelselvernieuwing rechtsbijstand, zoals verwoord in de achtste voortgangsrapportage van het programma stelselvernieuwing rechtsbijstand.2
In mijn visie op het stelsel van rechtsbijstand ga ik reeds uit van laagdrempelige toegang tot informatie, adviezen en (waar nodig) hulp voor het oplossen van juridische problemen. Het ontlasten van de rechterlijke macht is daarbij geen doel op zich. Het belang van toegang tot laagdrempelige, duurzame en passende oplossingen voor juridische problemen en geschillen benadruk ik ook in mijn brief over de versterking van de toegang tot het recht.3
Net als de onderzoekers zie ik grote potentie in (intensivering van de) samenwerking tussen professionals uit het juridische en het sociale domein. Naast het Huis van het Recht zijn er meer initiatieven die hier vorm aan geven.
De Raad voor de rechtspraak signaleerde eerder al dat de pilot Huis van het Recht mensen helpt de juiste weg te vinden naar de hulpverlenende organisaties en dat door hulp en advies op maat verdere escalatie van de problemen wordt voorkomen.4 Dit staat ook bij andere initiatieven van de Rechtspraak centraal, zoals wijkrechtspraak. Ook daar wordt er samengewerkt met professionals uit het sociale domein om te voorkomen dat problemen zich (blijven) opstapelen. In mijn brief van 28 juni 2023 over innovatie en maatschappelijk effectieve rechtspraak reflecteer ik op het bredere scala aan initiatieven binnen de Rechtspraak.5
Ook in mijn brief over de versterking van de toegang tot het recht van 27 juli jl. heb ik het belang van samenwerking met partijen die een plek hebben in het rechtsbestel of op een andere manier te maken hebben met de toegang tot het recht benadrukt.6 Daarnaast heb ik aangegeven het belangrijk te vinden dat de behoeften van de hulp- en/of rechtzoekende centraal staan en dat ik hier zoveel mogelijk op inzet. Beide zijn dan ook belangrijke elementen in de aanpak voor de versterking van de toegang tot het recht.
Zoals eerder aangegeven, wacht ik nu eerst de overkoepelende analyse van alle pilots die in het kader van de stelselvernieuwing rechtsbijstand hebben plaatsgevonden van het WODC af.
Ik zal uw Kamer informeren over het landelijke vervolg van (werkzame elementen van) het Huis van het Recht nadat de uitkomsten van de overkoepelende WODC-evaluatie beschikbaar zijn gekomen. Ik verwacht dat het WODC begin 2024 het eindrapport gereed heeft en zal uw Kamer via de voortgangsrapportages stelselvernieuwing rechtsbijstand informeren. Overigens verwacht ik dat de vormgeving van samenwerking altijd aangepast zal moeten worden aan de lokale en regionale situatie. De werkwijze van het Huis van het Recht is immers in een specifieke regio en met lokale partijen ontwikkeld en uitgevoerd. De organisatie van het sociaal domein kent bijvoorbeeld al veel diversiteit en ontwikkelingen. De uitgangspunten van het Huis van het Recht kunnen wel als leidraad dienen. Mogelijk kan ook aangesloten worden bij andere ontwikkelingen, zoals wijkrechtspraak.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Nispen (SP), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over de positieve resultaten van de evaluatie Huizen van het Recht en de vervolgplannen van het Kabinet (ingezonden 6 juli 2023) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.