Ingediend | 5 juli 2023 |
---|---|
Beantwoord | 31 augustus 2023 (na 57 dagen) |
Indiener | Pieter Grinwis (CU) |
Beantwoord door | Piet Adema (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | dieren landbouw natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z12913.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-3502.html |
Ja.
Ik heb veel waardering voor de mensen in het veld die dode vogels opruimen en zich ontfermen over zieke vogels. Ik heb die waardering meerdere malen uitgesproken en ik weet dat dit een pittige klus is. Daarom sta ik via het Landelijk platform «vogelgriep in wilde dieren» in nauw contact met de partijen die terreinen beheren, inclusief ecologen, vogelonderzoekers en boswachters. Mijn ministerie werkt binnen dat platform, samen met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, aan richtlijnen en protocollen om partijen te ondersteunen en te zorgen voor het onderling uitwisselen van informatie en praktijkvoorbeelden, zodat we komen tot een gemeenschappelijke aanpak. Er worden al maatregelen genomen om te zorgen dat mensen, die met besmette dieren in contact komen, zo goed mogelijk beschermd worden; denk bijvoorbeeld aan persoonlijke beschermingsmiddelen voor vrijwilligers uit de coronavoorraden. Met de «vogelgriep-app» kunnen partijen in het veld dode wilde vogels gemakkelijk melden bij DWHC (Dutch Wildlife Health Centre), die ze kan laten onderzoeken op vogelgriep.
Ik erken dat de grote sterfte onder wilde vogels veel inzet vraagt van terreinbeherende organisaties en dat dit leidt tot knelpunten. Het is beleid om dode wilde vogels op te ruimen op plaatsen waar mensen en (huis)dieren gemakkelijk in contact kunnen komen met deze vogels. Daarnaast zou het opruimen van dode wilde vogels in sommige gevallen verspreiding binnen een kolonie kunnen beperken, bijvoorbeeld ten behoeve van soortenbescherming. Ten aanzien van het opruimen van dode wilde vogels ben ik verantwoordelijk voor de landelijke structuur waarbinnen partijen het opruimen kunnen organiseren. Het verwijderen van karkassen is in eerste plaats een aangelegenheid van de eigenaar of beheerder van een terrein. Ik zal verkennen of en hoe ik bij kan dragen aan knelpunten in situaties met grote aantallen dode wilde vogels in een gebied, die opgeruimd moeten worden vanuit potentieel zoönotische risico’s, en/of waar het belangrijk is voor de soortenbescherming. Dit is een complex vraagstuk, waarover ik met betrokken partijen in gesprek ben. Samen verduidelijken we wanneer dode vogels opgeruimd moeten worden. Daarnaast verkennen we in welke gevallen er sprake is van knelpunten en welke oplossingen daarbij mogelijk zijn. De beheerder of eigenaar van een terrein blijft in eerste plaats de aangewezen partij om kadavers van hun land te verwijderen. Ik verwacht de Kamer voor het einde van het jaar nader te informeren over deze verkenning.
Bij de bestrijding van vogelgriep in gehouden vogels heb ik een plicht om besmette bedrijven te ruimen en veehouders daarvoor te vergoeden. Door het grote aantal besmette bedrijven zijn de bestrijdingskosten hoog opgelopen. Het elimineren van vogelgriep in wilde vogels is niet mogelijk. Ten aanzien van het opruimen van dode wilde vogels ben ik verantwoordelijk voor de landelijke structuur waarbinnen partijen het opruimen kunnen organiseren. Daarbij doe ik ook wat nodig is en binnen mijn mogelijkheden valt. Hieronder valt zeker niet alleen het testen van wilde vogels, maar ook het verbeteren van de landelijke regie, communicatie en kennis. Daarnaast verbeteren we de monitoring, bijvoorbeeld door het lanceren van de vogelgriepapp. Op 6 juli jl. heb ik het Intensiveringsplan preventie vogelgriep naar de Kamer gestuurd2, de aanpak van vogelgriep in wilde dieren vormt één van de drie pijlers binnen dit plan.
Zoals in reactie op het rapport van de Rekenkamer ook al aangegeven heb, werk ik met het landelijk platform vogelgriep in wilde dieren, met betrokken partijen aan een verduidelijking van de regie, versterking van de communicatie en het uitbreiden van kennis. Er is een goede samenwerking met een aantal veiligheidsregio’s binnen dit platform. De veiligheidsregio’s die zitting hebben in het landelijk platform hebben een advies voor de andere veiligheidsregio’s voorbereid. Dit advies is via de landelijke gremia van de veiligheidsregio’s ingebracht.
De landelijke aanpak wordt geïntensiveerd met de uitvoering van het Intensiveringsplan preventie vogelgriep. Het «Landelijk platform vogelgriep in wilde dieren» is al drie keer bij elkaar gekomen en werkt aan de landelijke regie, communicatie en kennis. Op al die onderwerpen zijn stappen gezet. Ik stuur in het najaar een brief met de stand van zaken naar de Kamer. Het verwijderen van karkassen is in eerste plaats een aangelegenheid van de eigenaar of beheerder van een terrein. Ik zal verkennen of en hoe ik bij kan dragen aan knelpunten in situaties met grote aantallen dode wilde vogels in een gebied, waar veel mensen komen opruimen in het belang kan zijn van soortenbescherming.
Ik start dit najaar de gesprekken met de sector over een nieuw convenant voor het Diergezondheidsfonds (DGF). De financiering van de aanpak van vogelgriep in gehouden pluimvee zal daar besproken worden. De kosten die met het opruimen van dode wilde vogels gepaard gaan vormen daarbij geen onderwerp van gesprek.
De vragen van het lid Grinwis (ChristenUnie) over de massale vogelsterfte op broedeilanden door vogelgriep (2023Z12913, ingezonden 5 juli 2023) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De afstemming van deze antwoorden vraagt meer tijd. Ik zal de Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.