Ingediend | 9 mei 2023 |
---|---|
Beantwoord | 12 juni 2023 (na 34 dagen) |
Indiener | Anne-Marijke Podt (D66) |
Beantwoord door | Eric van der Burg (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Hugo de Jonge (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | gezin en kinderen huisvesting organisatie en beleid sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z08019.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2859.html |
De pilot-regeling «Financiële impuls huisvesting grote gezinnen vergunninghouders» stond open van 15 juli 2021 tot en met 31 december 2021. Het doel van deze regeling was het stimuleren van de (versnelde) huisvesting van grote gezinnen vergunninghouders (met ten minste 8 gezinsleden) via een specifieke uitkering. Onderzoeksbureau Significant heeft in opdracht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) de resultaten van de pilot in het eerste half jaar van 2022 geëvalueerd (zie bijlage). Vanwege de beschikbare middelen (ruim 1 miljoen euro) heeft een aanmeld- en selectieproces plaatsgevonden in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Uit de 30 geïnteresseerde gemeenten zijn 24 gemeenten met samen 31 grote gezinnen geselecteerd voor deelname. Hierbij is rekening gehouden met de geografische locatie van geïnteresseerde gemeenten, de grootte van de gemeenten en de voorgestelde besteding van de specifieke uitkering.1 Geconcludeerd is dat de regeling gemeenten helpt bij het huisvestingsproces van grote gezinnen vergunninghouders. Een versnellend effect op de huisvesting kon niet worden vastgesteld. Op 1 januari 2022, na het eindigen van de pilotperiode, waren 17 grote gezinnen gehuisvest. Inmiddels zijn alle betrokken gezinnen gehuisvest.
De nieuwe regeling wordt is op 8 juni 2023 gepubliceerd (Stcrt. 2023, 15 875). De regeling wordt op 3 juli 2023 om 12:00 uur voor gemeenten opengesteld.
Ja. Na de pilot onder het Ministerie van Justitie en Veiligheid, komt er nu een regeling vanuit de beleidsverantwoordelijkheid van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Daarbij is specifiek voor RVO gekozen vanwege de brede ervaring die al is opgedaan op het woondomein, waaronder diverse financiële regelingen en verschillende ondersteuningsvormen voor gemeenten. Belangrijk voordeel is dat de bij RVO beschikbare infrastructuur het beter mogelijk maakt om de regeling continue open te zetten tot het maximale budget per jaar is bereikt, in plaats van de korte termijn van twee weken.
Op dit moment heeft vrijwel elke gemeente te maken met één of meer grote gezinnen waarvoor moeilijk een passende woning te vinden is. Ik vind het belangrijk om gemeenten zo snel mogelijk te ondersteunen bij het geschikt maken van woningen voor grote gezinnen vergunninghouders, omdat deze gezinnen dan een betere start kunnen maken met hun integratie- en participatieproces. Het is daarom onwenselijk om de regeling eerst voor een bepaalde tijd open te stellen en daarna alle verschillende aanvragen te beoordelen met een bepaalde regionale spreiding in het achterhoofd. Dat heeft namelijk tot gevolg dat gemeenten die een aanvraag hebben ingediend lang in afwachting zijn of hun aanvraag is toegekend, terwijl het juist belangrijk is dat gemeenten zo spoedig mogelijk aan de slag gaan. Ook is de vraag of vastgoedeigenaren zo lang willen en kunnen wachten. Andere gemeenten vissen juist achter het net, doordat zij in de aanvraagperiode geen geschikt pand hebben om te verbouwen.
Om ervoor te zorgen dat gemeenten in alle delen van het land voldoende op de hoogte zijn, zet ik in op communicatie en monitoring. Na publicatie van de regeling zijn berichten verschenen op www.volkshuisvestingnederland.nl2 en de social mediakanalen van Volkshuisvesting Nederland. Daarnaast kan iedereen die meer wil weten over de regeling zich aanmelden voor de webinar op 13 juni.3 Ook is gebruik gemaakt van de netwerken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Het Interprovinciaal Overleg en het COA. Op deze manier hoop ik gemeenten door heel het land te wijzen op de mogelijkheden van de regeling. Gedurende de openstelling van de regeling wordt ook gemonitord op geografische spreiding. Als blijkt dat in een bepaalde provincie of regio het aantal aanvragen achter blijft, zal extra communicatie worden ingezet op dit gebied.
Provincies hebben een belangrijke rol als toezichthouder op de taakstelling huisvesting vergunninghouders, rol, maar op grond van artikel 28 in de Huisvestingswet 2014 dragen gemeenten zorg voor de (voorziening in de) huisvesting van vergunninghouders. Het COA koppelt huishoudens aan een gemeente. Een gemeente heeft zicht op de verschillende aan hen gekoppelde huishoudens, de huishoudgrootte, de lokale (sociale) woningvoorraad en onderhoudt de relatie met corporaties. Daarom ligt het voor de hand dat gemeenten de aanvraag indienen.
Door een aanhoudende hoge asielstroom en de huidige situatie op de woningmarkt, blijft het voor gemeenten een grote uitdaging om de aan hen gekoppelde vergunninghouders tijdig te huisvesten. Het is daarom cruciaal dat de sociale woningvoorraad wordt vergroot en beter wordt benut. Het kabinet ondersteunt gemeenten op allerlei manieren bij deze opgaven. De regeling voor het geschikt maken van woningen voor de huisvesting van grote gezinnen vergunninghouders is hier een voorbeeld van; in de Voorjaarsnota 2023 is voor 2024 tot en met 2026 elk jaar € 4 miljoen euro beschikbaar gesteld.
Daarnaast helpt de bredere inzet op het vergroten van de woningvoorraad ook bij de mogelijkheden om aan de huisvestingsopgave voor statushouders te voldoen. In de Voorjaarsnota 2023 is opnieuw budget vrijgemaakt (€ 300 miljoen) voor een meerjarige regeling voor de realisatie van flexwoningen en de transformatie van vastgoed. Ook is een financiële herplaatsingsgarantie ontworpen die investeerders meer zekerheid biedt bij het bouwen van flexwoningen. Daarnaast wordt ook gewerkt aan een fysieke herplaatsgarantie die eenzelfde doel dient.