Ingediend | 18 april 2023 |
---|---|
Beantwoord | 27 juni 2023 (na 70 dagen) |
Indiener | Mariëlle Paul (VVD) |
Beantwoord door | Dennis Wiersma (minister zonder portefeuille onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap voortgezet onderwijs |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z07012.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-3047.html |
Ja.
Ja, inmenging van buitenlandse overheden op Nederlandse scholen vind ik onwenselijk, want het kan andere normen en waarden promoten dan ik in Nederland gewenst vind. Inmenging (of heimelijke beïnvloeding) van statelijke actoren kan ook leiden tot een gevoel van onveiligheid om je uit te spreken of bepaalde onderwerpen aan te snijden in het onderwijs. Binnen bepaalde netwerken (o.a. E-Twinning en Erasmus+ programma’s) hebben scholen in Nederland wel goede contacten met scholen in andere landen en waar nodig ook overheden, om leerlingen een ander perspectief en bredere kijk op de wereld aan te bieden.
Het Nederlandse onderwijs ontvangt reguliere bekostiging vanuit de Nederlandse overheid. Aanvullende programma’s om kennis te nemen van een andere cultuur kennen soms support vanuit het betreffende land.
Deze samenwerking kan nooit zo ver gaan dat er inmenging in onze Nederlandse normen en waarden plaatsvindt. De burgerschapsopdracht zoals die in onze wetgeving is opgenomen, moet dit waarborgen.
Het Confucius Instituut heeft op geen enkele manier invloed op het onderwijs van Chinese Taal en Cultuur tijdens de lessen. Scholen kiezen hun eigen methode of gebruiken eigen materiaal en docenten maken daarnaast veel eigen materiaal. Het bedrag mag vrijelijk besteed worden en wordt vaak gebruikt voor literatuur, uitjes en ander materiaal voor in het curriculum.
Het is mij niet bekend hoeveel Confucius Classrooms er nu zijn. In 2019 waren het er 13 of 14.2 De Confuciusinstituten hadden die gegevens in dat jaar nog op het internet staan. Dit aantal lijkt stabiel te blijven, omdat elk Confucius Instituut een bepaald budget heeft voor deze Classrooms en binnen dit budget is plek voor tien scholen. Dat het Haarlemmermeerlyceum nu een Confucius classroom heeft gekregen, betekent waarschijnlijk dat een andere school zich uit dit programma heeft teruggetrokken.
Een school ontvangt 10.000 dollar.
Het Confucius Instituut heeft op geen enkele manier invloed op het onderwijs van Chinese Taal en Cultuur tijdens de lessen. Scholen kiezen hun eigen methode of gebruiken eigen materiaal en docenten maken daarnaast veel eigen materiaal. Het bedrag mag vrijelijk besteed worden en wordt vaak gebruikt voor literatuur, uitjes en ander materiaal voor in het curriculum.
Ik heb geen signalen dat het Confucius Instituut invloed heeft op de verspreiding van bepaalde denkbeelden in Nederlandse scholen. Scholen hebben in de dagelijkse praktijk vrijwel geen contact met de Confucius Instituten en voeren gewoon hun eigen lespraktijk uit. Het vak Chinese taal en cultuur wordt daarnaast ook veelal gezien als instrument voor wereldburgerschap en interculturele vaardigheden: door een taal en cultuur te leren die zo ver af staat van je eigen cultuur, leer je ook veel over je eigen referentiekader. Leerlingen leren met een bredere blik naar de wereld te kijken. Verder wordt het onderwijs gegeven door bevoegde docenten Chinees, academisch en eerstegraads geschoold door het ICLON, de lerarenopleiding van de Rijksuniversiteit Leiden.
Nee, dat is niet bekend. Ik heb op dit momenten geen aanleiding om te denken dat er sprake is van bedoelde inmenging. Een onderzoek is nu dan ook niet aan de orde.
Het wetsvoorstel Wtmo (Wet transparantie en tegengaan ondermijning maatschappelijke organisaties) en de nota van wijziging waarmee dit wetsvoorstel is aangescherpt liggen inmiddels in uw Kamer. De Wtmo gaat de burgemeester en het Openbaar Ministerie (OM) de mogelijkheid bieden toe te zien op alle geldstromen, uit binnen- en buitenland, naar maatschappelijke organisaties in Nederland.
Het OM kan op basis van de Wtmo bij de rechter een verzoek indienen om te gelasten dat bepaalde goederen van een maatschappelijke organisatie bevroren worden, indien de organisatie die de democratische rechtsstaat ondermijnt of klaarblijkelijk dreigt te ondermijnen; en het noodzakelijk is om de ondermijning of de gevolgen ervan af te wenden.
Het betreft een organisatiegerichte aanpak, waarbij het gedrag van de organisatie centraal staat en niet de herkomst van de geldstromen.
De inspectie beoordeelt de onderwijskwaliteit en financiële continuïteit. Wanneer daar ongeregeldheden in gezien worden, dan zal zij daarover rapporteren, kan zij herstelopdrachten geven en zelfs, namens mij, handhavend optreden. Ook kan de inspectie mij informeren over bepaalde ontwikkelingen in het onderwijs.
Zie het antwoord op vraag 9.
Leraren, ouders en leerlingen kunnen met bezwaren en vermoedens in eerste instantie terecht bij het eigen schoolbestuur. Daarnaast kunnen zij dit ook altijd neerleggen bij de medezeggenschapsraad en via de (formele) klachtenregeling die elke school kent. Mocht de school de klacht niet kunnen wegnemen, dan kan de klacht onderzocht worden door een deskundige en onafhankelijke klachtencommissie. Daartoe bestaat o.a. de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (lkc) van stichting Onderwijsgeschillen.
Daarmee ben ik bekend. Naar aanleiding van het Clingendaelonderzoek «China’s invloed op onderwijs in Nederland»3 adviseerde de vorige Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kennisinstellingen in december 2020 om Confuciusinstituten los te koppelen, om (de schijn van) inperking van academische vrijheid en wetenschappelijke integriteit te voorkomen.
Deze analyse gaat voor de Confucius Classrooms evenwel niet op. Punt van zorg bij de Confuciusinstituten was het ontransparante aansturingsmodel, waarbij het bestuur in gezamenlijkheid door de Nederlandse kennisinstelling met de Chinese overheid gevoerd werd. Hierdoor was de mogelijkheid tot politieke beïnvloeding door China aanwezig. Bij de Classrooms speelt onduidelijke aansturing niet: scholen ontvangen weliswaar geld van het Confucius Instituut, maar bepalen zelf hoe zij het vak Chinese taal en cultuur inrichten en bepalen eigenstandig hoe zij dit geld ten dienste laten zijn aan dit vak.
Er zijn voldoende checks and balances, en er zijn nu geen zorgelijke signalen bij ons bekend. Ik zie momenteel dus geen aanleiding om de regels voor contacten met China in het voortgezet onderwijs aan te scherpen, maar ik hou het thema wel in de gaten.