Ingediend | 14 april 2023 |
---|---|
Beantwoord | 14 augustus 2023 (na 122 dagen) |
Indiener | Hülya Kat (D66) |
Beantwoord door | Carola Schouten (viceminister-president , minister zonder portefeuille sociale zaken en werkgelegenheid) (CU) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten organisatie en beleid sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z06794.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-3348.html |
Ja.
De uitspraak van de rechtbank heeft betrekking op de situatie waarbij er door een schuldeiser beslag is gelegd op de bijstandsuitkering van de schuldenaar. De gemeente heeft als derde- beslagene ter uitvoering van het beslag vijf procent op de bijstandsuitkering ingehouden, terwijl de gemeente ook al vijf procent van de uitkering opgespaard had voor de vakantietoeslag. Hierdoor ontving de inwoner op maandbasis 90% van de bijstandsnorm terwijl de voor hem geldende beslagvrije voet 95% van de bijstandsnorm bedroeg.
Onder verwijzing naar een arrest van de Hoge Raad oordeelt de Rechtbank Noord-Holland dat het vakantiegeld moet worden gezien als een jaarlijkse uitbetaling van twaalf aparte nabetalingen die horen bij de maand waarin dat deel van het vakantie is opgebouwd. Zoals in de memorie van toelichting bij de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet is opgenomen, heeft de gemeente in de rol van derde-beslagene de keuze uit twee opties in de systematiek van afdragen.3 De gemeente kan ofwel de vakantietoeslag maandelijks uitkeren zodat er maandelijks vijf procent kan worden afgedragen, ofwel maandelijks vijf procent vakantiegeld opsparen en dan bij de jaarlijkse uitbetaling van vakantiegeld afdragen aan de beslaglegger. In beide gevallen draagt de beslagene dan evenveel af.
In deze casus zijn de twee opties met elkaar gecombineerd: er werd maandelijks én vijf procent vakantietoeslag opgespaard én vijf procent afgedragen, waardoor de schuldenaar minder ontving dan de voor hem geldende beslagvrije voet. De VNG heeft deze casuïstiek in 2021 al eens onder de aandacht gebracht bij het Ministerie van SZW. Toen is vanuit het Ministerie van SZW aangegeven dat gemeenten hiervoor zouden mogen kiezen zolang het belang van de inwoner voorop staat. Het Ministerie van SZW kwam tot dit oordeel omdat het zou kunnen zijn dat de inwoner de voorkeur heeft dat de vakantietoeslag wordt opgespaard en een keer per jaar wordt uitbetaald.
De uitspraak van de rechter werpt hier nu een ander licht op. Op maandbasis mag een inwoner niet onder de minimale beslagvrije voet van 95% uitkomen. In het geval er maandelijks wordt afgedragen voor beslag mag de vakantietoeslag in diezelfde maand niet worden opgespaard. De vakantietoeslag moet dan maandelijks worden uitbetaald om te voorkomen dat iemand onder de minimale beslagvrije voet van 95% uit komt. Hoewel er vanuit SZW eerder anders over werd geoordeeld, begrijp ik de uitspraak van de rechter dat het bestaansminimum op maandbasis moet worden geborgd. Als iemand van een bedrag onder het bestaansminimum moet leven, is de kans immers groot dat iemand verder in de financiële problemen komt. Ik zal in samenwerking met de VNG gemeenten oproepen om hiermee rekening te houden in de uitvoering.
Maandelijks afdragen op een bijstandsuitkering is dus niet per definitie uitgesloten. De hoofdregel voor vakantietoeslag in de Participatiewet is dat gemeenten de toeslag van 5 procent maandelijks opsparen en eenmaal per jaar in juni uitbetalen. Gemeenten kunnen er echter ook voor kiezen om de vakantietoeslag maandelijks uit te betalen. In het geval de vakantietoeslag maandelijks wordt uitbetaald, is een maandelijkse afdracht van maximaal 5 procent in geval van loonbeslag wel mogelijk.
De rechtbank komt in deze zaak tot het oordeel dat hier sprake is geweest van een onrechtmatig besluit en kent op verzoek van de betrokkene een schadevergoeding toe ter hoogte van de kosten die deze beslaglegger rekent voor de maandelijkse afdracht. De Algemene wet bestuursrecht biedt de rechter mogelijkheden om bij onrechtmatige besluitvorming schadevergoeding toe te kennen. In deze zaak heeft de rechtbank van die mogelijkheden gebruik gemaakt. Ik vind het goed dat de rechter in haar uitspraak aandacht heeft gehad voor de extra kosten met betrekking tot maandelijkse afdracht.
Maandelijks afdragen is niet per definitie uitgesloten. Zoals in de memorie van toelichting bij de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet is opgenomen, heeft de gemeente in de rol van derde-beslagene de mogelijkheid om de vakantietoeslag maandelijks uit te keren zodat er maandelijks vijf procent kan worden afgedragen. Ook wanneer er vanwege een maandelijkse afdracht extra kosten zijn verbonden, kan de gemeente hiertoe besluiten. De kosten voor afdracht zijn in het algemeen voor rekening van de schuldenaar. In dit specifieke geval is er echter een schadevergoeding toegekend vanwege onrechtmatige besluitvorming. Om afdrachtskosten te beperken hanteert de VNG sinds medio 2021 het advies richting gemeenten om, indien mogelijk, te kiezen voor jaarlijkse afdracht.
In het geval de gemeente afwijkt van de hoofdregel en vakantietoeslag maandelijks uitbetaalt, is een maandelijkse inhouding in geval van loonbeslag toegestaan. In de memorie van toelichting op de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet is opgenomen dat gemeenten als derde-beslagene zelf kunnen bepalen hoe zij de uitvoering ten aanzien van beslag inrichten mits er gebruik gemaakt wordt van een van de twee geschetste mogelijkheden. De eenmalige kosten bij jaarlijkse afdracht zijn aanzienlijk lager in vergelijking met een jaar lang maandelijkse afdracht. Vanwege de lagere kosten voor de schuldenaar heeft jaarlijkse afdragen, in het geval dit mogelijk is, de voorkeur.
Er zijn geen cijfers beschikbaar over de mate waarin er bij gemeenten maandelijks dan wel jaarlijks wordt afgedragen. De betreffende gemeente in deze specifieke zaak heeft naar aanleiding van de uitspraak van de Rechtbank besloten om de uitvoering aan te passen door zoveel mogelijk jaarlijks af te dragen. Zo veel mogelijk jaarlijks afdragen zal altijd een regel zijn waarop uitzonderingen gemaakt kunnen worden omdat er in sommige situaties van beslag een jaarlijkse afdracht niet wenselijk is. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer beslag ten gunste van maandelijks verschuldigde kinderalimentatie wordt gelegd en maandelijkse afdracht wenselijk is voor de alimentatiegerechtigde om daarmee te kunnen voorzien in het levensonderhoud van het kind.
Het past binnen de gemeentelijke beleidsvrijheid dat gemeenten zelf keuzes kunnen maken in het moment van uitbetalen van de vakantietoeslag en in het inrichten van de uitvoering ten aanzien van het uitbetalen van de afdracht aan de deurwaarder. Hiervoor zijn er twee manieren waarop de afdracht aan de deurwaarder kan worden ingericht. De gemeente kan maandelijks 5% afdragen aan de deurwaarder of de gemeente kan de reservering voor het vakantietoeslag opsparen voor de afdracht aan de deurwaarder en dit bedrag eens per jaar afdragen. Hierbij moet de minimale beslagvrije voet van 95 procent altijd worden geborgd.
Sinds medio 2021 hanteert de VNG in het advies aan gemeenten het uitgangspunt om daar waar beslagleggers (in ieder geval gerechtsdeurwaarders) kosten in rekening brengen voor inning of verdeling zo veel mogelijk te kiezen voor jaarlijkse afdracht omdat daarmee de afdrachtskosten worden beperkt. Hiermee ben ik het eens en ondersteun dit advies van harte omdat dit in het belang van zowel de schuldenaar als de schuldeiser is.
De VNG adviseert gemeenten om daar waar beslagleggers kosten in rekening brengen voor inning of verdeling, indien mogelijk, te kiezen voor jaarlijkse afdracht. Echter, er kunnen omstandigheden zijn waarbij maandelijks afdragen wenselijk is. Gemeenten hebben op basis van de wet daarom ook de mogelijkheid om maandelijks af te dragen, ook als er kosten aan de afdracht zijn verbonden. De kosten voor de afdracht zijn voor rekening van de persoon waar beslag is gelegd. De uitspraak van de rechtbank leidt niet tot een andere conclusie zolang de vakantietoeslag maandelijks wordt uitgekeerd bij een maandelijkse afdracht van beslag. Ik zie daarom geen aanleiding voor gemeenten om in alle gevallen van maandelijkse afdracht de kosten te vergoeden.
Ja. Ik bezie, samen met de VNG, hoe gemeenten verder ondersteund kunnen worden bij de afweging tussen maandelijkse en jaarlijkse afdracht, waarbij jaarlijkse afdracht waar mogelijk en passend de voorkeur heeft.
Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van het lid Kat (D66) over «de berichten omtrent maandelijks beslag op bijstand in strijd met wet» niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is, aangezien er een nadere analyse nodig is van het oordeel van de rechtbank waaraan in de berichten wordt gerefereerd.