Ingediend | 28 maart 2023 |
---|---|
Beantwoord | 11 april 2023 (na 14 dagen) |
Indiener | Derk Jan Eppink (Libertair, Direct, Democratisch) |
Beantwoord door | Liesje Schreinemacher (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | economie handel ict |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z05342.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2213.html |
Het Nederlands exportcontrolebeleid is landenneutraal. Bij de beoordeling van een exportvergunningaanvraag wordt per geval een afweging gemaakt en getoetst op het aanvullend strategisch kader voor exportcontrole (Kamerstuk 22 054, nr. 376), waarbij gekeken wordt naar onder meer de eigenschappen van het te exporteren product, de toepasbaarheid van het product, de eindgebruiker en het land van bestemming.
Het risico op doorgeleiding naar een andere eindgebruiker is onderdeel van de beoordeling voor een vergunningaanvraag. Als hierover gerede twijfels zijn, kan de aanvraag worden afgekeurd. Bovendien geldt bij geavanceerde productieapparatuur voor halfgeleidertechnologie dat gebruikers deze systemen niet zomaar op een andere plek kunnen installeren. Dit is onder meer vanwege de omvang en complexiteit van de systemen en de technische vereisten voor de installatielocatie. Ook zullen er te allen tijde medewerkers uit Nederland betrokken zijn om de machine in te regelen en te laten werken. Daar zijn exportvergunningen voor benodigd.
Zie antwoord vraag 2.
Er is reeds een internationaal forum voor het bespreken van exportcontrole op (opkomende) technologie in multilateraal verband: het Wassenaar Arrangement. Nederland is hier lid van. Daarnaast spreekt Nederland uitvoerig met diverse landen die een sterke positie hebben in de halfgeleiderwaardeketen en/of specifieke productieapparatuur hiervoor, zoals de Verenigde Staten, Japan, Zuid-Korea en EU-lidstaten.
De Nederlandse industrie maakt unieke producten in de halfgeleiderwaardeketen en daarom speelt Nederland hier een leidende rol. De exportcontrolemaatregel die Nederland op 8 maart aan uw Kamer heeft aangekondigd, ziet alleen op Nederlandse technologieën. Daarbij streeft Nederland, zoals ook in de brief genoemd, naar Europese inbedding van nationale besluiten, dus er is intensief contact met Europese partners. Conform artikel 9 en 10 van de Dual Use Verordening zal Nederland de Europese Commissie en de lidstaten over de nationale controlemaatregel informeren, waarna andere lidstaten deze kunnen overnemen.
Het Nederlandse exportcontrolebeleid is erop gericht om (inter)nationale veiligheid te waarborgen, maar de risico’s op ongewenst eindgebruik zijn niet gelijk bij elke transactie naar hetzelfde land. Daarom maakt de overheid altijd en voor iedere vergunningaanvraag een zorgvuldige afweging voorafgaand aan elke individuele uitvoer.
Nee. Elke aanvraag voor een exportvergunningaanvraag wordt op eigen merites en in nationaal verband beoordeeld.
Bij de aankomende ministeriële regeling is geen einddatum voorzien. In algemene zin kan worden gesteld dat het altijd mogelijk is om een ministeriële regeling in te trekken, indien de noodzaak voor de regeling is komen te vervallen.
Bij exportcontrole van geavanceerde productieapparatuur voor halfgeleidertechnologie is het voor Nederland van belang dat onnodige verstoringen in de waardeketens voor gangbare technologie worden voorkomen. De keuze voor additionele controlemaatregelen wordt zo zorgvuldig en precies mogelijk (chirurgisch) gemaakt en is daarom gericht op specifieke apparatuur. Wanneer blijkt dat de export van meer gangbare technologieën mogelijk een negatieve impact heeft op (inter)nationale veiligheid, zal het kabinet overwegen om aanvullende maatregelen te nemen. Daarbij houdt Nederland wel rekening met een internationaal gelijk speelveld.
De vragen zijn zo spoedig als mogelijk beantwoord.