Ingediend | 20 maart 2023 |
---|---|
Beantwoord | 17 mei 2023 (na 58 dagen) |
Indiener | Wybren van Haga (BVNL) |
Beantwoord door | Kuipers |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z04685.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2646.html |
Ja.
Peilingen voorafgaand aan de start van de COVID-19-vaccinatiecampagne lieten wisselende beelden zien. Uit een ledenpeiling van NU’91 bleek de vaccinatiebereidheid onder zorgpersoneel bijvoorbeeld laag3, terwijl kort daarna uit een onderzoek van I&O Research naar voren kwam dat de vaccinatiebereidheid onder zorgpersoneel net zo hoog was als gemiddeld4. De peiling van NU’91 liet zien dat zorgmedewerkers met name twijfelden over vaccinatie vanwege een gebrek aan (deskundige) informatie over het vaccin. Om een zo hoog mogelijke vaccinatiegraad te behalen, is door het Ministerie van VWS gekeken hoe in deze informatiebehoefte kon worden voorzien en hoe eventuele drempels konden worden weggenomen, onder meer door inzet van experts en wetenschappers.
Inmiddels blijkt uit cijfers van het RIVM tot en met 2 maart 2022 dat 83% van de werknemers in de zorgsector tenminste één vaccinatie tegen COVID-19 heeft ontvangen5. De opkomst onder zorgpersoneel is daarmee allerminst laag. Dat een deel van de zorgmedewerkers ervoor kiest om zich niet te laten vaccineren verandert niets aan de wetenschappelijk vastgestelde veiligheid en effectiviteit van vaccinatie.
Zie mijn antwoord op vraag 2. In het verleden is gebleken dat zorgmedewerkers niet optimaal gebruikmaakten van de griepvaccinatie die vanuit de werkgevers gratis wordt aangeboden. Vaccinatie van zorgmedewerkers is belangrijk, omdat zij werken met kwetsbare patiënten. Als een medewerker griep (of COVID-19) krijgt, kan hij het virus overdragen aan kwetsbare patiënten. Daarnaast kan de vaccinatie onnodige uitval door ziekte voorkomen. Dit is belangrijk voor de continuïteit van zorg. De afgelopen jaren hebben zorginstellingen daarom ingezet op informatievoorziening en bewustwording bij zorgmedewerkers over het nut, de noodzaak en de veiligheid van de griepvaccinatie, bijvoorbeeld door middel van campagnes die zijn afgestemd op de behoeften van de doelgroep. Zowel bij de griepvaccinatie als bij de COVID-19-vaccinatie is op geen enkele manier sprake geweest van onderdrukking van signalen.
Het kabinet heeft zich verschillende malen uitgesproken tegen het gebruik van vaccinatiedwang of -drang. Het eventueel invoeren van een financiële prikkel om vaccinatie aan te moedigen is dan ook niet aan de orde geweest.
Voor antwoorden op deze vragen verwijs ik naar de op 29 augustus jl. gegeven antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) van 25 juli jl.6
Ik neem nadrukkelijk afstand van de stellingname dat er geen gedegen onderzoek zou worden gedaan naar de kans op bijwerkingen en dat er niet transparant zou worden gecommuniceerd over de potentiële risico’s van vaccinatie tegen COVID-19. In de beantwoording van eerdere schriftelijke vragen van het lid Van Haga ben ik al meerdere malen uitgebreid ingegaan op de monitoring van en communicatie over (mogelijke) bijwerkingen. Ik heb hier niets aan toe te voegen.
Nee, zijn uitspraken vind ik niet misleidend. Er is geen sprake van gedragsbeïnvloeding, medische misleiding of het verspreiden van desinformatie door mijn ambtsvoorganger of ambtenaren van mijn departement. Er is altijd transparant gecommuniceerd over de kans op bijwerkingen na vaccinatie.
Zie antwoord vraag 7.
Zie het antwoord op vraag 5.
Het is niet de functie van Lareb om onrust weg te nemen. Het is belangrijk dat men er vertrouwen in heeft dat de veiligheid van vaccins wordt bewaakt. Het is de taak van Lareb deze bewaking goed en onafhankelijk uit te voeren. Daarnaast is het delen van transparante, betrouwbare kennis over (mogelijke) bijwerkingen essentieel. Deze kennis, die berust op wetenschappelijke literatuur, draagt bij aan duidelijkheid over de veiligheid van geneesmiddelen en vaccins, waaronder ook de COVID-19-vaccins. Het beschikbaar stellen van betrouwbare informatie over de vaccins kan bijdragen aan het wegnemen van eventuele onrust.
De vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) over het bericht «Verontrustende signalen bij start vaccinatiecampagne» (2023Z04685, ingezonden op 20 maart 2023) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.