Ingediend | 23 februari 2023 |
---|---|
Beantwoord | 19 april 2023 (na 55 dagen) |
Indiener | Caroline van der Plas (BBB) |
Beantwoord door | Eric van der Burg (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | migratie en integratie organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z03343.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2376.html |
Ja.
Ik wil benadrukken dat ik een voorstander ben van een goede samenwerking tussen overheden bij de realisatie van huisvesting. Primair ligt de bevoegdheid bij het afgeven van een omgevingsvergunning voor de bouw van woningen bij het college van burgemeester en Wethouders van de gemeente. Mocht het echter zo zijn dat er een impasse ontstaat over woningbouw dan kan het soms nodig zijn om een knoop door te hakken op provinciaal of rijksniveau.
Tegelijkertijd vind ik de vergelijking met de casus Tubbergen hier niet passend. Het gaat om grond die in eigendom is van de provincie waar zij een zinvolle invulling aan wil geven door bij te dragen aan het terugdringen van het woningtekort. De provincie is van mening dat het haalbaarheidsonderzoek nog niet volledig uitgevoerd is. De gemeente wilde hier niet aan meewerken en daarom gaat de provincie hier zelf mee verder. Er is nog geen besluit genomen, er wordt alleen meer onderzoek gedaan.
Overigens zijn in de casus Tubbergen de gemeente, het COA en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid alsnog tot overeenstemming gekomen over de opvang van asielzoekers en is overeengekomen dat de gemeente de vergunningsaanvraag van het COA in behandeling neemt.
Zie vraag 2.
Primair ligt de bevoegdheid voor het afgeven van een omgevingsvergunning voor de bouw van woningen bij het college van burgemeester en Wethouders van de gemeente. Maar met de inzet van provinciaal instrumentarium op het gebied van de ruimtelijke ordening kan ook de provincie een omgevingsvergunning verlenen waarmee, vanwege een provinciaal/regionaal belang, huisvesting mogelijk wordt gemaakt. Het is aan het provinciale bestuur om te bepalen of er, gelet op provinciale belangen, aanleiding bestaat voor de inzet van dit instrumentarium. Uiteraard moet hier een zorgvuldig proces, waarbij ook overleg met de gemeente plaatsvindt, aan vooraf gaan. Onderdeel van dit zorgvuldige proces is het doen van een zorgvuldig haalbaarheidsonderzoek waarin alle relevante aspecten worden betrokken en onderzocht.
Ten eerste wil ik benadrukken dat het hier gaat om huisvesting. Deze is bedoeld voor onder andere spoedzoekers waaronder vergunninghouders, niet voor asielzoekers. vergunninghouders hebben volgens de wet recht op een woning. Gemeenten hebben de plicht om vergunninghouders te huisvesten.
Het is per situatie verschillend hoe veel ruimte er is voor de komst van nieuwe woningen. Bij de keuze voor een locatie en het aantal woningen, moet rekening worden gehouden met een groot scala aan belangen en criteria, waaronder ook de impact op bijvoorbeeld de infrastructuur en voorzieningen in de omgeving. Daarom is het belangrijk dat er een zorgvuldig haalbaarheidsonderzoek wordt uitgevoerd, waarin alle relevante aspecten worden betrokken en onderzocht.
Uit informatie van de provincie heb ik begrepen dat de provincie Noord-Holland eerst wil onderzoeken of het project überhaupt haalbaar is doormiddel van het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek. Mocht blijken dat het project niet haalbaar is, dan acht het provinciale bestuur een participatietraject ook niet nodig.
Op dit moment worden bewoners huis-aan-huis geïnformeerd door de provincie, is de provincie in gesprek met een speciaal opgerichte werkgroep van bewoners en hebben zij een mailadres in het leven geroepen waar vandaan ze ook individuele vragen kunnen beantwoorden. Daarnaast levert de werkgroep ook input voor het haalbaarheidsonderzoek van de provincie. Voor volgende fasen zal de provincie nog moeten bepalen welke vorm van participatie ze gaan inzetten.
Zoals hierboven reeds geantwoord: het provinciale bestuur zal, als uit het haalbaarheidsonderzoek naar voren komt dat tijdelijke woningbouw op zich haalbaar is, een participatietraject starten. In welke vorm dit eventueel gaat plaatsvinden, moet de provincie dus nog bepalen.
Een gedeelte van de woningen is bestemd voor alle woningzoekenden en komt daarmee dus ten goede aan de huidige inwoners. Een kleiner deel is bestemd voor de huisvesting van vergunninghouders. Verder ben ik niet bekend met wat het draagvlak voor huisvesting van vergunninghouders bij de inwoners van Medemblik is.
Allereerst zijn de provincie en betrokken gemeente in deze situatie aan zet. Ik zie op dit moment nog geen aanleiding om in hierover in gesprek te gaan met het provinciale bestuur.
Dat kan ik. Alleen voor het antwoord op vraag 3 verwijs ik naar het antwoord op vraag 2.
Het lid Caroline van der Plas (BBB) heeft vragen gesteld over asielopvang in Zwaagdijk-West (ingezonden 23 februari 2023, met kenmerk 2023Z03343). Hierbij deel ik u mee dat de vragen niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. Voor de beantwoording van de vragen is meer tijd nodig, omdat er afstemming nodig is met andere betrokken partijen. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk,