Ingediend | 13 februari 2023 |
---|---|
Beantwoord | 3 april 2023 (na 49 dagen) |
Indiener | Sjoerd Sjoerdsma (D66) |
Beantwoord door | Kuipers , Gunay Uslu (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie media |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z02461.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2114.html |
Ja.
Ik ben bekend met de uitzending van Ongehoord Nieuws van 31 januari 2023. Het is vanuit wetenschappelijk oogpunt belangrijk om zorgvuldig onderscheid te maken tussen correlatie en causaliteit. Pas wanneer een causaal verband, is aangetoond kan men spreken over een oorzaak-gevolg relatie. Op dit moment is er wereldwijde wetenschappelijke consensus over de veiligheid en effectiviteit van de COVID-19-vaccins. Omdat het onderzoeken van de redenen en oorzaken van oversterfte erg belangrijk is, wordt onderzoek daarnaar nog verder gestimuleerd.
In de Kamerbrief over de Rijksbrede strategie effectieve aanpak van desinformatie staat onder meer dat des- en misinformatie schadelijke effecten kunnen hebben op onder andere de volksgezondheid. Daarbij is het uitgangspunt op dit moment dat het bestempelen van desinformatie als zodanig en het factchecken primair geen taak is van overheden.2
Het is niet aan mij om te beoordelen of de uitingen die zijn gedaan in de uitzending van Ongehoord Nieuws kwalificeren als desinformatie. De NPO heeft tweemaal een sanctie opgelegd aan Ongehoord Nederland in verband met onvoldoende bereidheid tot samenwerking. In de eerste sanctie verwijst de NPO in zijn sanctiebesluit naar het rapport van de NPO Ombudsman. In dat rapport wordt geconcludeerd dat Ongehoord Nederland de journalistieke code van de NPO op bepaalde punten niet heeft nageleefd.
In het licht van mijn verantwoordelijkheid als bewindspersoon voor media is van belang dat het media-aanbod van publieke omroepen voldoet aan hoge journalistieke en professionele kwaliteitseisen, zoals voorgeschreven in artikel 2.1, lid 2 onder e van de Mediawet. Het is echter niet aan mij om een oordeel te geven over de inhoud van afzonderlijke programma’s of uitlatingen die daarin worden gedaan. Het Commissariaat voor de Media is als toezichthouder belast met het toezicht op de naleving van de Mediawet.
Ik verwijs u hiervoor naar de Kamerbrief over de Rijksbrede strategie effectieve aanpak van desinformatie.3 In deze Kamerbrief staat beschreven welke stappen de rijksoverheid voornemens is te nemen om desinformatie aan te pakken.