Ingediend | 9 februari 2023 |
---|---|
Beantwoord | 28 maart 2023 (na 47 dagen) |
Indieners | Laura Bromet (GL), Joris Thijssen (PvdA) |
Beantwoord door | Piet Adema (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | landbouw planten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z02238.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2049.html |
Ja, ik heb kennis genomen van het NRC-artikel.
In het coalitieakkoord is aangekondigd dat de overheid bindende afspraken met ketenpartijen maakt om de positie van de boer in de keten te versterken. Daarbij wordt een niet-vrijblijvende bijdrage verwacht van banken, toeleveranciers, de verwerkende industrie en de retail. In het Landbouwakkoord maak ik hier afspraken over. Hierbij worden zowel vrijwillige als wettelijke maatregelen meegenomen.
In het Landbouwakkoord wil ik onder meer afspraken maken over het vergroten van de afzet van duurzame producten, het ondersteunen van boeren door middel van meerprijs, afzetzekerheid en passende financiering en over het transparant maken van deze inzet. Daarnaast wil ik onderzoek doen naar prijsbeleid onder meer voor het verkleinen van het prijsverschil tussen duurzame en minder duurzame producten. In de Kamerbrief over de toekomst van de landbouw (Kamerstuk 30 252, nr.77) heb ik ook aangegeven hoe het kabinet samen met boeren en ketenpartijen gaat werken aan een toekomstbestendige landbouw.
De transitie van de landbouw is een opgave voor de hele samenleving. In het Landbouwakkoord wil ik afspraken maken hoe we gezamenlijk de transitie vormgeven. Onderdeel daarvan zijn bindende afspraken over een niet-vrijblijvende bijdrage van ketenpartijen (banken, toeleveranciers, verwerkende industrie en de retail).
Zoals bij mijn antwoord op vraag 4 verwoord, verwacht ik van ketenpartijen dat zij een niet-vrijblijvende bijdrage leveren aan de verduurzaming van de landbouw. Bij een niet-vrijblijvende bijdrage kan gedacht worden aan afspraken over het vergroten van de afzet van duurzame landbouwproducten, het betalen van een meerprijs voor verduurzamingsinspanningen aan boeren, het bieden van afzetzekerheid door het sluiten van langjarige contracten en het meefinancieren van de transitie bijvoorbeeld in de vorm van innovaties.
Ik vind het van belang dat boeren een eerlijke prijs ontvangen voor hun product en dat zij worden beloond voor duurzaamheidsinspanningen. Ketenpartijen moeten hier een bijdrage aan leveren, bijvoorbeeld door het bieden van ondersteuning bij omschakeling, een meerprijs voor verduurzaming en afspraken over afzetzekerheid. Daarnaast vind ik het belangrijk dat de transparantie in de keten wat betreft de impact van voedsel en verduurzamingsinspanningen vergroot wordt.
Het kabinet onderzoekt integraal en in samenhang – ter opvolging van de moties Thijssen2, Maatoug en Van der Plas3, en Beckerman4 – de mogelijke beleidsopties waarmee een financiële bijdrage van ketenpartijen aan de landbouwtransitie en de stikstofopgave kan worden geborgd. Er wordt in dit kader een breed scala aan opties onderzocht, inclusief de voor- en nadelen, juridische en praktische haalbaarheid en economische doeltreffendheid en doelmatigheid, alsmede de samenhang met de bijdrage die van de overige ketenpartijen wordt verwacht. Parallel is het kabinet als onderdeel van het Landbouwakkoord in gesprek met de ketenpartijen over de niet-vrijblijvende bijdrage die zij kunnen leveren en het kabinet wil daar met hen afspraken over maken.