Kamervraag 2023Z01001

De bedreiging van de academische vrijheid aan Nederlandse universiteiten

Ingediend 25 januari 2023
Beantwoord 20 februari 2023 (na 26 dagen)
Indiener Ralf Dekker (FVD)
Beantwoord door Robbert Dijkgraaf (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66)
Onderwerpen onderwijs en wetenschap onderzoek en wetenschap
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z01001.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1608.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het opiniestuk «Woke cultuur bedreigt de academische vrijheid bij sociale wetenschappen» van Universiteit van Amsterdam (UvA)-docent en onderzoeker Laurens Buijs d.d. 18 januari jl. en zijn interview bij Dit is de Dag d.d. 19 januari jl.?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Acht u het wenselijk dat kritische academici, zoals dhr. Buijs, te maken krijgen met sociale uitsluiting, censuur en zelfs onveiligheid en (dreiging tot) ontslag wanneer zij maatschappelijk ongewenste, maar wetenschappelijk onderbouwde standpunten innemen? Acht u het wenselijk dat academici zich niet durven uitspreken uit angst voor bovenstaande consequenties?

    Academici die maatschappelijk controversiële, maar wetenschappelijk onderbouwde standpunten innemen, horen niet te maken te krijgen met sociale uitsluiting, censuur, onveiligheid of dreiging tot ontslag vanwege die standpunten. Of dit op de heer Buijs van toepassing is kan ik niet beoordelen. Ik acht het in ieder geval van groot belang dat academici zich kunnen uitspreken over kwesties op grond van hun deskundigheid zonder te hoeven vrezen voor zaken als uitsluiting, censuur, onveiligheid of ontslag.

  • Vraag 3
    Hoe beoordeelt u het feit dat een onderzoeker die zich kritisch uitlaat over het coronabeleid op de UvA wordt bestraft en na vijftien jaar trouwe dienst een functie bij een summerschool verliest?

    De heer Buijs heeft gemeld dat hij een functie bij een summer school heeft verloren vanwege zijn kritische uitlatingen over het coronabeleid. Of dit feitelijk de reden is dat hij die functie niet meer uitoefent kan ik niet beoordelen. Dit betreft een personele aangelegenheid tussen de universiteit als werkgever en de heer Buijs als werknemer. Daar kan en wil ik als Minister van OCW niet in treden. De heer Buijs heeft misstanden gemeld bij het college van bestuur van de UvA. Het college van bestuur heeft inmiddels een onafhankelijke commissie ingesteld om de melding te onderzoeken. Ik heb vertrouwen in de handelwijze van het college van bestuur.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening van dhr. Buijs dat een academische omgeving naast seksuele, etnische, religieuze diversiteit etc. ook politieke en ideologische diversiteit dient te kennen? Vindt u het zorgelijk dat een onderzoeker als dhr. Buijs aangeeft dat deze politieke en ideologische diversiteit op Nederlandse universiteiten vrijwel verdwenen is?

    In een academische omgeving moet ruimte zijn voor een diversiteit van politieke en ideologische opvattingen van studenten en medewerkers. Docenten zijn vrij om politieke opvattingen te uiten maar dienen zich altijd bewust te zijn van de academische omgeving en hun positie daarin. Een goede docent nodigt studenten daarbij uit tot dialoog. Voorts is het op universiteiten een goed gebruik dat debatten voldoen aan de eisen die aan het academische debat worden gesteld. Denk aan weerlegbaarheid, argumentatie, kritiek, nieuwsgierigheid en respect.

  • Vraag 5
    Hoe beoordeelt u de constatering van dhr. Buijs dat de academische vrijheid op de UvA – en andere Nederlandse universiteiten – in gevaar is? Onderschrijft u deze constatering? Kunt u dit toelichten?

    De heer Buijs heeft bij het college van bestuur van de UvA een melding gemaakt naar aanleiding van zijn zorgen over de academische vrijheid. Het is nu aan de universiteit, en niet aan mij als Minister van OCW, om die melding zorgvuldig te behandelen. Het college van bestuur heeft een onafhankelijke commissie ingesteld om de melding te onderzoeken. Ik heb vertrouwen in de handelwijze van het college van bestuur.
    Over de academische vrijheid bij de Nederlandse universiteiten in het algemeen merk ik op dat uitingen van docenten of onderzoekers over maatschappelijk gevoelige kwesties kunnen leiden tot kritiek, weerwoord en soms klachten bij studenten of collega’s. Het mag schuren. Studenten mogen geconfronteerd worden met ongemakkelijke standpunten; en docenten en onderzoekers mogen erop rekenen zich te verantwoorden. Dit betekent nog niet dat de academische vrijheid onder druk staat.

  • Vraag 6
    Bent u bekend met het bericht «UvA neemt afstand van uitspraak docent over «het verschijnsel non-binair»» in het Parool d.d. 20 januari jl.?2

    Ja.

  • Vraag 7
    Hoe beoordeelt u het feit dat de UvA een docent, die bovendien een beroep heeft gedaan op de klokkenluidersregeling, op deze wijze afvalt? . Hoe beoordeelt u de manier waarop de UvA omgaat met kritiek van eigen docenten en onderzoekers? Acht u deze omgang wenselijk? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?

    Ik hecht eraan dat de universiteit een veilige leer- en werkomgeving biedt waarin iedereen zich thuis voelt en zich kan ontplooien en waar een diversiteit aan perspectieven betrokken en overwogen wordt. Studenten en docenten moeten zichzelf kunnen zijn. Dat geldt dus ook voor transgender personen, waaronder non-binaire studenten en docenten. In een brief aan studenten schrijft de betrokken opleidingsdirecteur dat docenten, bestuurders en ondersteunende staf afstand nemen van de oordelen en uitingen van de heer Buijs over non-binariteit. Daarmee draagt de opleidingsdirecteur uit dat iedereen welkom is bij de opleiding en op respect kan rekenen, en dat een opvatting van een van de medewerkers geen uitdrukking is van het beleid van de organisatie.

  • Vraag 8
    Hoe gaat u ervoor zorgen dat de academische vrijheid in Nederland wordt hersteld?

    Ik ken de UvA als een universiteit waar debat en dialoog, over wetenschappelijke en maatschappelijke kwesties, wordt gestimuleerd en gewaardeerd. Zo ken ik alle Nederlandse universiteiten. De heer Buijs heeft onder andere kritiek geuit op het diversiteitsbeleid van de UvA. Dit is zijn goed recht. De betrokken opleidingsdirecteur en de chief diversity officer van de UvA hebben in reactie op zijn kritiek het beleid van de UvA – naar mijn inschatting op een respectvolle wijze – toegelicht en verdedigd.
    De heer Buijs heeft een beroep gedaan op de Klokkenluidersregeling. Het college van bestuur heeft inmiddels een onafhankelijke commissie ingesteld om de melding te onderzoeken. Ik heb vertrouwen in de handelwijze van het college van bestuur en reken erop dat het college zich ervoor inspant dat de heer Buijs, zoals alle medewerkers, in vrijheid en veiligheid zijn werk kan doen.

  • Vraag 9
    Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en zo spoedig mogelijk beantwoorden?

    Uw vraag impliceert dat de academische vrijheid niet is geborgd. Ik deel die veronderstelling niet.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z01001
Volledige titel: De bedreiging van de academische vrijheid aan Nederlandse universiteiten
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-1608
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Dekker over de bedreiging van de academische vrijheid aan Nederlandse universiteiten