Ingediend | 4 januari 2023 |
---|---|
Beantwoord | 26 januari 2023 (na 22 dagen) |
Indiener | Wybren van Haga (BVNL) |
Beantwoord door | Kuipers |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z00023.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1372.html |
Ja.
Het onderzoek waarop de tabel op pagina 45 betrekking heeft is uitgevoerd op ratten. Hierin worden concentraties van lipid nanoparticles (LNP), ook wel de vetbolletjes waarin het mRNA dat codeert voor het spike-eiwit van het coronavirus is ingepakt, na intramusculaire vaccinatie beschreven. Enzymen in de omgeving en in ons lichaam kunnen mRNA heel snel afbreken, wat de levering van mRNA aan bijvoorbeeld onze afweercellen bemoeilijkt. Daarom wordt het mRNA verpakt in deze zogenoemde LNP’s. Door de concentratie LNP’s te meten, kan worden achterhaald in welke mate het mRNA naar verschillende cellen wordt getransporteerd. Het LNP levert het mRNA af bij de cellen waar het vervolgens wordt opgenomen. In de cellen kan het, net als andere lichaamseigen mRNA-moleculen, worden omgezet in eiwit. In dit geval codeert het mRNA voor delen van het spike-eiwit van het coronavirus, wat er vervolgens weer voor zorgt dat antistoffen en andere immuuncellen tegen het coronavirus worden aangemaakt. Hier is veel onderzoek naar gedaan. Omdat mRNA heel instabiel is, wordt het snel weer afgebroken in de cellen. In het onderzoek dat hierboven wordt aangehaald, is dan ook benoemd dat de concentraties LNP-mRNA snel verdwijnen. Daarbij laat een toxiciteitsstudie zien dat er geen effect is op de organen.
De COVID-19-vaccins worden bij mensen intramusculair toegediend in de bovenarm of het bovenbeen. In de LCI-richtlijnen voor vaccinatie staat duidelijk aangegeven op welke plaats en met welke hoek het vaccin toegediend moet worden. Vanwege het ontbreken van grote bloedvaten op deze plekken is de kans zeer klein dat er per ongeluk vaccin in een bloedvat wordt gespoten.
In de vraagstelling wordt gesuggereerd dat in het meegestuurde evaluatierapport uitspraken worden gedaan over een toename van myopericarditis door het per abuis raken van een bloedvat. Dit wordt echter nergens in het rapport besproken. Daarbij wordt aspireren zowel in Nederland als in het buitenland al sinds lange tijd niet meer toegepast in vaccinatieprogramma’s. Er is geen wetenschappelijk bewijs voor het nut van aspireren. Dit wordt door de WHO onderschreven. Aspireren is een handeling die tot fouten kan leiden; zo kunnen naald en spuit loskomen van elkaar of kan de naald bewegen.
Zoals in de antwoorden hierboven is toegelicht biedt het onderzoek dat door de indiener wordt aangehaald geen onderbouwing voor de effecten die in de vragen worden gesuggereerd. Het Europese Beoordelingscomité (CHMP) van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) hanteert strenge eisen bij de beoordeling van de veiligheid, werkzaamheid en kwaliteit van de vaccins. Informatie over de kwaliteits- en veiligheidsbeoordeling van het BioNTech/Pfizer-vaccin is bij mij bekend en voor iedereen te raadplegen in het openbare beoordelingsrapport van het EMA.2 De onderzoeken waar in vraag 2 naar verwezen wordt en die onderdeel uitmaakte van het dossier dat door de Australische Therapeutic Goods Administration (TGA) is beoordeeld, zijn ook meegenomen in de beoordeling van het EMA, zoals terug te lezen in de genoemde openbare rapporten.
Met dergelijke uitspraken ben ik niet bekend. De vaccins van BioNTech/Pfizer en Moderna bevatten een stukje genetische informatie van het coronavirus in de vorm van synthetisch messenger RNA (mRNA). Dit mRNA zorgt voor het aanmaken van een kenmerkend eiwit van het coronavirus, het spike-eiwit. Stukjes van dit eiwit worden herkend door de afweercellen in het lichaam. Als reactie hierop maakt het lichaam antistoffen aan. Het lichaam breekt het vaccin daarna vanzelf af. De afweercellen en antistoffen bevinden zich onder andere in het bloed en zijn dus door het gehele lichaam te vinden. Op de websites van onder andere de rijksoverheid, het RIVM en het CBG is toegankelijke informatie te vinden over de werking van de COVID-19-vaccins.
Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 5, bevatten de mRNA-vaccins een stukje genetische informatie van het spike-eiwit van het coronavirus in de vorm van synthetisch messenger RNA (mRNA). Het mRNA wordt door lichaamscellen omgezet naar het spike-eiwit. Dat eiwit wordt door antigeen-presenterende cellen van het afweersysteem gepresenteerd aan andere immuuncellen, die het herkennen als lichaamsvreemd. Op die manier wordt het immuunsysteem aangezet tot productie van antistoffen en andere afweercellen die van belang zijn voor het opruimen van het virus na latere blootstelling. Hoewel dit voor het grootste deel lokaal zal worden omgezet, kan dit ook elders in het lichaam plaatsvinden. Ook op die plekken zullen cellen van het immuunsysteem dit eiwit herkennen als lichaamsvreemd, waardoor het immuunsysteem aangezet wordt tot productie van antistoffen en andere afweercellen. Het mRNA-vaccin en het eiwit worden afgebroken en verdwijnen. Het is niet zo dat de weefsels waarin de cellen zitten vervolgens worden aangevallen door het immuunsysteem en daar een chronische ontsteking veroorzaken.
Zie mijn antwoord op vraag 2 en 6. Vaccineren is in Nederland een persoonlijke keuze. Het kabinet heeft geen voornemens of plannen om een vaccinatieplicht in te voeren. Het is overigens onjuist dat de WRR heeft geadviseerd om een vaccinatieplicht te overwegen, zoals ik eerder ook heb toegelicht in het antwoord op schriftelijke vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga).5 De WRR en de andere betrokken organisaties zijn onafhankelijk en gaan zelf over de inhoud van hun eigen publicaties. Voor vragen over de onderbouwing van de analyses in het rapport verwijs ik daarom naar het rapport en naar de organisaties die het advies hebben opgesteld.
Zie mijn antwoord op vraag 4.