Ingediend | 27 december 2022 |
---|---|
Beantwoord | 10 februari 2023 (na 45 dagen) |
Indiener | Caroline van der Plas (BBB) |
Beantwoord door | van der Ch. Wal-Zeggelink |
Onderwerpen | europese zaken internationaal natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z26413.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1506.html |
Ik ben bekend met het document.
Meerdere urgente maatschappelijke projecten, zoals die voor de energietransitie, duurzame industrie en woningbouw met bijbehorende infrastructuur staan momenteel onder druk; de huidige overbelasting van de natuur leidt ertoe dat er op dit moment zeer beperkt ruimte is voor nieuwe ontwikkelingen. De voortgang van woningbouwprojecten met bijbehorende infrastructuur, de ontwikkeling van duurzame industrie en de energietransitieprojecten (projecten ten behoeve van opwekking en transport van duurzame energie) zijn van groot van belang voor de verdere ontwikkeling van Nederland. Het kabinet werkt aan een aanpak die waarborgt dat de doelen op natuur, stikstof, water en klimaat worden gerealiseerd. Het duurt enige tijd voordat dit pakket aan maatregelen daadwerkelijk helemaal is uitgevoerd en effecten sorteert. Wij zijn in gesprek met de Eurocommissaris gegaan over de mogelijkheden voor toestemmingverlening met behulp van een ADC-procedure voor regionale pakketten van woningbouwprojecten en energietransitieprojecten, in het bijzonder gelet op de aanpak van stikstof en het pakket zoals het er ligt. Dat wil zeggen tijdens de interim--periode tot de aanpak verder in wetgeving is vastgelegd, richtinggevende gebiedsdoelen en gebiedsplannen zijn vastgesteld en alle maatregelen zijn uitgevoerd.
Per abuis heb ik inderdaad een bewindspersoon genoemd die niet deelnam aan de vergadering. Dat was onzorgvuldig van mij. Toenmalig Minister Staghouwer was inderdaad niet aanwezig. Voorafgaand aan de vergadering hebben de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en ik overigens wel een voorbereidend overleg gehad. Mogelijk is voor mij hieruit de verwarring ontstaan.
Het onderwerp van de vergadering was de vraag naar de mogelijkheden voor toestemmingverlening met behulp van een ADC-procedure voor regionale pakketten van woningbouwprojecten en energietransitieprojecten, in het bijzonder gelet op de aanpak van stikstof en het pakket zoals het er ligt, en dus niet de stikstofreductie zelf. Ik was aanwezig als beleidsverantwoordelijke voor stikstof; de andere aanwezige Ministers vanuit hun beleidsverantwoordelijkheid voor de genoemde maatschappelijke opgaven. Met dien verstande dat de specifieke afwezigheid van een Minister niet afdoet aan de eenheid van kabinetsbeleid, en dat elke Minister namens het gehele kabinet spreekt.
Zoals is aangegeven in antwoord op vraag 4, en zoals uit het verslag blijkt, was het onderwerp van de vergadering de vraag naar de mogelijkheden voor toestemmingverlening met behulp van een ADC-procedure van de Habitatrichtlijn voor regionale pakketten van woningbouwprojecten en energietransitieprojecten. Deze projecten zijn niet problematisch voor de stikstofproblematiek, zij ondervinden vertraging of vinden geen doorgang als gevolg van de stikstofproblematiek, terwijl energietranstieprojecten juist bijdragen aan de oplossing van deze problematiek.
Die mening deel ik niet. Dit gesprek zag specifiek op de mogelijkheden voor toestemmingverlening met behulp van een ADC-procedure van de Habitatrichtlijn voor de regionale pakketten van woningbouw en de energietransitieprojecten. Het gaat bij een ADC-procedure om aanvullende ruimte door natuurcompensatie. Daar is geen stikstof uit de landbouw voor nodig.
Verder was de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit niet aanwezig omdat hij destijds intensief bezig was met de onderhandelingen over de derogatie van de Nitraatrichtlijn voor 2022–2025.
Er is wel een gezamenlijke voorbereiding met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit geweest voor dit gesprek. Dit ook in het licht van de eenheid van kabinetsbeleid, zoals genoemd in vraag 4.
Ik weerleg de onjuiste weergave van de insteek van het gesprek dat hier geschetst wordt. De inzet in het gesprek was het bespreken van de mogelijkheden voor toestemmingverlening met behulp van een ADC-procedure van de Habitatrichtlijn voor de regionale pakketten van woningbouw en de energietransitieprojecten. De Commissie neemt inmiddels niet meer voetstoots aan dat Nederland zijn stikstofemissie beperkt, dat vergt toelichting. Het maatregelenpakket als zodanig stond en staat echter niet ter discussie.
Het reduceren van de veestapel is inderdaad geen doel op zich. Door de inzet van het indicatieve pakket van maatregelen van onder andere het stoppen van bedrijven en technische maatregelen, was de inschatting ten tijde van het gesprek niettemin dat de veestapel in de toekomst met ongeveer 30% zal krimpen. Dit is wat wij ook aangegeven hebben in het gesprek. Er is echter geen belofte gedaan over een reductie van 30% van de veestapel.
Zie antwoord 5.
De Eurocommissaris doelde op de mogelijkheden die de ADC-procedure van de Habitatrichtlijn onder de daarbij gestelde voorwaarden biedt, waarbij, zoals de Eurocommissaris ook benadrukt, wel aan alle voorwaarden inclusief compenserende maatregelen moet zijn voldaan. De ADC-procedure is voor woningbouw juridisch gezien mogelijk, maar ook zeer complex. Er moet bijvoorbeeld voldoende ruimte zijn voor compensatie, de compenserende maatregelen moet functioneel zijn voordat de negatieve effecten optreden, en indien de compensatie buiten het Natura 2000-gebied plaatsvindt, volgt hierop aanwijzing van het compensatiegebied als Natura 2000-gebied. De mogelijkheden van RePower EU liggen overigens in de gedachte dat deze projecten een voorwaarde zijn om de emissies van de industrie en huishoudens te kunnen beperken door elektrificatie. Deze projecten dragen daardoor indirect bij aan natuurherstel en het beperken van de reductieopgaven in andere sectoren, mits toestemming kan worden gegeven voor de beperkte en meestal kortdurende emissie die deze projecten veroorzaken, hoofdzakelijk in de aanlegfase. Dit zogeheten «uitgesteld salderen» is juridisch nog niet goed uitgekristalliseerd maar zou reden kunnen zijn voor een ruimere uitleg van bepalingen van de Habitatrichtlijn.
De mogelijkheden om te kunnen voldoen aan de ADC-procedure voor individuele projecten zijn in de praktijk heel beperkt gebleken, in het bijzonder vanwege de vereiste compensatie. Zie ook het antwoord op vraag 10. Zowel voor de toepassing van de ADC-procedure, als voor «uitgesteld salderen», wordt gebruik gemaakt van het aanbod van de Commissie. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) doet in dat verband voorbereidend onderzoek naar de emissiereductie die de energietransitie bewerkstelligt, mits de daarvoor benodigde projecten niet stil komen te liggen omdat geen vergunning kan worden verleend vanwege de beperkte emissies, voornamelijk in de aanlegfase, die later worden gesaldeerd door de elektrificatie van installaties bij de eindgebruikers.
Ik heb geen twijfel van de Eurocommissaris vernomen over de Nederlandse modellen. Tevens is de kritische depositiewaarde (KDW) niet besproken tijdens het gesprek. Wel benadrukte hij het borgen van de doelstellingen en de noodzaak van tussentijdse doelstellingen.
Dat de plannen ambitieus zijn betekent niet dat ze niet haalbaar zijn. Het beleid berust op wetenschappelijk onderbouwde modellen en data.
Zoals aangegeven, hebben wij geen twijfel vanuit de Eurocommissaris vernomen over de Nederlandse modellen, en is de KDW niet ter sprake gekomen. Wij zijn het verder met de Eurocommissaris eens dat de plannen ambitieus zijn, dat de doelstellingen moeten worden geborgd en dat tussendoelen noodzakelijk zijn om het wettelijk beoogde resultaat te behalen. We hebben het gesprek als constructief ervaren.
Het stoppen van bedrijven en daarmee een krimp van de veestapel helpt bij het behalen van de doelen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), maar er zijn ook andere maatregelen denkbaar. We zoeken steeds naar een breed gedragen aanpak. Zo zullen wij de Kamer begin dit jaar informeren over de provinciale doelen voor klimaat en natuur en de structurerende keuzes, tegelijk met de stikstofdoelen voor onder andere industrie en mobiliteit.
U treft de beantwoording voor het commissiedebat aan.
De vragen van het lid Van der Plas over het bericht «Report – Meeting with NL ministers Van der Wal, De Jonge, Harbers en Jetten» (kenmerk 2022Z26413) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord, vanwege de benodigde interdepartementale afstemming. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.