Ingediend | 20 december 2022 |
---|---|
Beantwoord | 14 februari 2023 (na 56 dagen) |
Indiener | Roelof Bisschop (SGP) |
Beantwoord door | van der Ch. Wal-Zeggelink , Vivianne Heijnen (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA) |
Onderwerpen | landbouw natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z25695.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1544.html |
Ik heb kennis genomen van de uitkomst van het wetenschappelijke onderzoek naar de relatieve bijdrage van verbrandingsprocessen aan de ammoniakemissie. De daarvoor aangewezen taakgroepen van de Emissieregistratie wegen de implicaties van wetenschappelijke publicaties mee die relevant zijn voor de emissies in Nederland. Ik heb het RIVM, als eindverantwoordelijke voor de Emissieregistratie, gevraagd de conclusies van dit artikel te spiegelen aan de huidige inzichten van de Emissieregistratie. In de beantwoording van de verdere vragen zal ik hier nader op ingaan.
Op dit moment is niet bekend of de ammoniakemissie bij verbrandingsprocessen in Europa wordt onderschat. Het RIVM zal deze studie daarom internationaal onder de aandacht brengen.
De relatieve bijdrage van verbrandingsprocessen aan de gemiddelde ammoniakemissie in Europa zal altijd anders zijn dan in Nederland, door verschillen in bijvoorbeeld activiteiten en landgebruik. De cijfers die uit dit onderzoek komen, zijn niet een-op-een te relateren aan de situatie in Nederland, aangezien een groot deel van ons land door landbouw gekenmerkt wordt. De landbouw heeft in Nederland met 87% het grootste aandeel in de ammoniakemissie (bron: Emissieregistratie). 13% van de ammoniakemissie is afkomstig van andere bronnen, dit gaat om meer dan alleen verbrandingsprocessen.
Er is volgens het RIVM op dit moment geen aanleiding om de cijfers uit de Emissieregistratie, als het gaat om ammoniakemissies uit verbrandingsprocessen, bij te stellen. Het verschil in relatieve bijdragen van ammoniakemissie kan volgens het RIVM verklaard worden doordat in de studie de focus is gelegd op stedelijk gebied. In stedelijk gebied is het aannemelijk dat het aandeel van ammoniakemissie uit verbrandingsprocessen hoger ligt dan het landelijk gemiddelde.
Het RIVM heeft mij laten weten dat er momenteel geen aanleiding is om te veronderstellen dat er in Nederland sprake is van onderschatting van ammoniakemissies uit verbrandingsprocessen of dat de relatieve bijdrage ten opzichte van ammoniakemissies uit de landbouw verandert.
In de Emissieregistratie wordt op dit moment rekening gehouden met ammoniakemissies uit verbrandingsprocessen uit verkeer en biomassaverbranding, zoals door houtstook. Het gaat om ruim 3% van de totale landelijke ammoniakemissie (bron: Emissieregistratie). Het artikel benoemt ook ammoniakemissies uit steenkoolverbranding. Het RIVM gaat na of dit implicaties heeft voor de Nederlandse ammoniakemissies uit steenkoolverbranding. Hierover verwacht ik in mei dit jaar meer te horen, nadat het RIVM de studie in internationaal verband heeft besproken. Een eerste voorlopige inschatting is dat er geen bijstelling van emissies uit steenkoolverbranding nodig zal zijn. Indien blijkt dat dit toch het geval is, zal ik Uw Kamer hierover informeren.
Het RIVM heeft de huidige emissiefactoren van bronnen buiten de landbouw gespiegeld aan de resultaten van en de analyse in het genoemde onderzoek. Het RIVM laat weten dat er momenteel geen aanleiding is om de ammoniakemissiefactoren voor verkeer en biomassaverbranding te herzien aangezien de huidige waardes actueel zijn.
Zoals in antwoord op vraag 4 benoemd gaat het RIVM na of de conclusies uit het artikel implicaties hebben voor de Nederlandse ammoniakemissies uit steenkool. Indien er aanleiding is om de emissiefactor voor steenkoolverbranding aan te passen, zal ik u hier nader over informeren.
Ja, ik deel deze mening.
Er is volgens het RIVM geen aanleiding om te veronderstellen dat in Nederland sprake is van onderschatting van ammoniakemissies uit verbrandingsprocessen en dit vormt om die reden ook geen verklaring voor modelmatige over- of onderschattingen.
Op 20 december 2022 ontving ik Kamervragen van het Kamerlid Bisschop (SGP) over de ammoniakuitstoot van bronnen buiten de landbouw (2022Z25695). Door de noodzaak interdepartementaal af te stemmen en informatie in te winnen bij de Emissieregistratie is het niet haalbaar om deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. Ik streef er samen met de Minister voor Natuur en Stikstof naar u de antwoorden zo spoedig mogelijk te sturen.