Ingediend | 16 december 2022 |
---|---|
Beantwoord | 1 februari 2023 (na 47 dagen) |
Indiener | Chris Stoffer (SGP) |
Beantwoord door | Mark Harbers (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD), Micky Adriaansens (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | economie energie natuur en milieu overige economische sectoren |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z25434.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1432.html |
Door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat is met betrokken departementen een gedragen concept-Landelijk Crisisplan Olie (LCP-O) opgesteld. Formele goedkeuring en vaststelling zal op korte termijn plaatsvinden, waarna het met uw Kamer gedeeld zal worden. De totstandkoming van en besluitvorming over een crisisplan duurt normaal gesproken ongeveer een jaar, maar is vanwege de actuele situatie versneld.
Oplevering van het concept distributieplan staat op korte termijn gepland, voorafgaand aan het moment van ingaan van het importverbod voor aardolieproducten uit Rusland. Dit betreft een gedragen concept, dat tot stand komt in samenwerking met de belanghebbende departementen, veiligheidsregio’s en relevante sectoren. Hoewel het distributieplan daarna nog een regulier formeel besluitvormingstraject zal doorlopen, zal het bij de start van de sancties op olieproducten van 5 februari 2023 inzetbaar zijn. Het distributieplan diesel is een bijlage van het LCP-O.
Het concept-LCP-O, net als het crisisplan gas, werkt met escalatiefases, om per fase in een crisis de gewenste/passende maatregelen te kunnen nemen. De escalatiefases zijn: 1. Alerteringsfase, 2. Vroegtijdige waarschuwing, 3. Alarmfase en 4. Noodsituatie.
Conform de landelijke crisisplan-systematiek, wordt in het concept-LCP-O een scenario van een oplopend dieseltekort doorlopen. Het gezamenlijk doorleven van het crisisplan dient om goed inzicht te krijgen van het mogelijke verloop van een «reasonable worst case scenario» en de potentiële maatschappelijke impact van een tekort aan ruwe olie en/of een olieproduct. Het scenario betreft het type crisis, de duur van het tekort, de gebieden die worden geraakt, het internationale speelveld, de voornaamste gebruikers, seizoens-/weerinvloeden en overige aandachtspunten.
Mogelijke supply-chain risico’s waarbij de continuïteit van vitale infrastructuur wordt geraakt en brede maatschappelijke effecten optreden vallen onder de verantwoordelijkheid van de NCTV. De NCTV coördineert de monitoring van deze effecten. De effecten in de olieketen zijn in kaart gebracht door CIEP in opdracht van VEMOBIN en VOTOP (zie ook het antwoord op vraag 6). Aanvullend staat EZK in nauw contact met alle partijen uit de keten.
De oliemarkt is een internationale markt, waarbij effecten mede grensoverschrijdend optreden. Nederland heeft dan ook vanaf het zesde sanctiepakket in EU- en IEA-verband aangedrongen op een EU-brede impactanalyse. De Europese Commissie werkt momenteel aan deze impactanalyse en aanbevelingen voor lidstaten.
Ja, ik heb kennis genomen van dit rapport.
Ik heb veel waardering voor de studie van CIEP, die is uitgevoerd in opdracht van VEMOBIN en VOTOP. De boodschappen uit het rapport sluiten aan bij analyse en de inzet van de Nederlandse overheid zoals in de Kamerbrief over de oliesancties van 17 november 2022 uiteengezet en opgenomen in het concept-LCP-O. De studie biedt een goed inzicht in het effect dat de crises op het gebied van energie (gas, hoge prijzen, olie) op elkaar kunnen hebben, en waarschuwt voor verkokering bij de aanpak van de crises op energiegebied. Ook wordt door CIEP opgemerkt dat het effect van de sancties en de kans dat Nederland in een crisis kan komen sterk afhankelijk is van wereldwijde economische ontwikkelingen. CIEP wijst tevens op het belang van grensoverschrijdende en EU-samenwerking, omdat ontwikkelingen in de buurlanden direct effect zullen hebben op de beschikbaarheid van ruwe olie en olieproducten in Nederland. Nederland zet zich hier zowel in EU-verband als in bilaterale contacten voor in.
Met het doorleven van het crisisplan zullen de potentiële gevolgen voor de verschillende sectoren inzichtelijk worden. Hierbij wordt inzicht verkregen in het effect van dieseltekort en de mogelijke maatregelen voor met name de logistieke sector en de maatschappelijke impact.
In het crisisplan is een inventarisatie gedaan door betrokken departementen en sectoren van mogelijke maatregelen om een crisis op het gebied van olie en/of olieproducten het hoofd te bieden. Deze bestaan uit vraagbeperkende en aanbodverruimende maatregelen. De maatregelen kunnen afhankelijk van de crisissituatie ingezet worden. In het crisisplan is hiervoor de adviesgroep maatregelen opgenomen die verantwoordelijk is voor de uitwerking van mogelijke maatregelen in een crisis. Maatregelen worden niet automatisch bij de verschillende escalatiefases uitgevoerd. Het is van belang om de brede context van de crisis te bezien. Betreffende maatregelen zijn erop gericht maatschappelijke impact en onrust (zoveel als mogelijk) te voorkomen.
Afhankelijk van de geldende crisissituatie worden door de adviesgroep prioritaire gebruikers de prioritaire gebruikers aangewezen. Het is van belang om de brede context van de crisis te bezien. Prioritaire gebruikers zullen in verschillende crises en verschillende crisisfases verschillen. Het vaststellen van de prioritaire gebruikers is erop gericht de vitale processen in Nederland zoveel als mogelijk doorgang te laten vinden. Het afweegkader dat hierbij gevolgd wordt zijn hulp- en veiligheidsdiensten, toe- en aanlevering van voedselvoorziening en gezondheid, en reparatie- en onderhoudsdiensten van vitale infrastructuur.
Het doorleven van het scenario zal echter inzicht geven in de meest waarschijnlijke prioritaire gebruikers en deze zullen als zodanig opgenomen worden in het crisisplan.
Voor het antwoord op vraag 10 verwijs ik u naar het antwoord op vraag 8.
In voorbereiding op het concept-LCP-O hebben een aantal werksessies plaatsgevonden met de betrokken sectoren, zo ook de logistieke sector. Tevens zijn interviews afgenomen met vertegenwoordigers uit deze sectoren.