Ingediend | 9 december 2022 |
---|---|
Beantwoord | 23 maart 2023 (na 104 dagen) |
Indieners | Jan de Graaf (CDA), Don Ceder (CU) |
Beantwoord door | Wopke Hoekstra (viceminister-president , minister buitenlandse zaken) (CDA), Liesje Schreinemacher (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal internationale samenwerking organisatie en beleid recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z24733.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1990.html |
Gelet op het ambitieuze nationale en internationale klimaatbeleid van Nederland is het kabinet voornemens om, net als het VK, Japan, en vrijwel alle EU landen, de resolutie te steunen als deze in stemming wordt gebracht in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Nederland heeft tevens, net als 104 andere landen, de resolutie geco-sponsord.
Het kabinet neemt met belangstelling kennis van de gebruikmaking van het internationaal recht middels een adviesaanvraag bij het Internationaal Gerechtshof door landen die bijzonder kwetsbaar zijn voor klimaatverandering.
Zie antwoord vraag 1.
De resolutie is door Vanuatu ingediend en wordt op dit moment gesteund door meer dan 100 landen, waaronder Nederland. Een meerderheid van de lidstaten heeft in de Algemene Vergadering aangegeven voor de resolutie te stemmen, mocht er een stemming plaatsvinden. Er bestaat echter een mogelijkheid dat de resolutie met consensus wordt aangenomen.
De resolutie wordt door een brede groep landen gepresenteerd en een meerderheid van de lidstaten in de Algemene Vergadering heeft aangegeven de resolutie te kunnen steunen. Er is dus brede steun en nu geen noodzaak om additionele capaciteit voor de Nederlandse klimaatdiplomatie actief in te zetten op dit onderwerp.
Zie antwoord vraag 5.
Ja, met dien verstande dat het op dit moment nog onduidelijk is of er een stemming zal plaatsvinden. Er bestaat een mogelijkheid dat de resolutie met consensus wordt aangenomen.
Naar aanleiding van schriftelijke vragen van de leden Van der Graaf en Ceder (beiden ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over «het voornemen van Vanuatu om het Internationaal Gerechtshof te vragen om een Advisory Opinion over de verantwoordelijkheden van staten op het gebied van klimaatverandering.» (ingezonden 9 december, met kenmerk 2022Z24733), willen wij u meedelen dat de beantwoording hiervan meer tijd vergt. De reden hiervoor is dat nadere interdepartementale afstemming nodig is. Hierdoor is het niet mogelijk om de beantwoording van deze vragen binnen de gestelde termijn aan uw Kamer te doen toekomen. Wij streven ernaar uw vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.