Ingediend | 24 november 2022 |
---|---|
Beantwoord | 16 december 2022 (na 22 dagen) |
Indiener | Roelof Bisschop (SGP) |
Beantwoord door | van der Ch. Wal-Zeggelink |
Onderwerpen | bodem dieren landbouw natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z23064.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1068.html |
Ja.
Ja, het kabinet voelt haar verantwoordelijkheid zwaar om de meldingen te legaliseren. In de Wet natuurbescherming is vastgelegd dat het Rijk en de provincies hier samen zorg voor dragen. Hieruit volgt ook dat meldingen die voldoen aan de criteria zoals vastgelegd in de Regeling natuurbescherming worden gelegaliseerd. Dit wordt gecontroleerd in de verificatie van het bevoegd gezag.
Op 15 juli jl. heeft het kabinet aangekondigd € 250 miljoen voor de provincies beschikbaar te stellen om maatwerk toe te passen en het legalisatieprogramma verder te versnellen. Provincies konden op basis van voorfinanciering vanaf dat moment al maatregelen nemen.
Als de maatregelen aan de criteria voldoen die ik in de brief van 4 augustus jl. aan de provincies uiteen heb gezet, is er zekerheid dat de provincies de kosten daarvoor vergoed krijgen. De regeling voor deze specifieke uitkering treedt begin 2023 in werking.
Ja, hierover ben ik met de provincie Overijssel in gesprek. Op 9 december jl. hebben de gedeputeerde staten van Overijssel een brief gestuurd over het invullen hiervan2. Zij geven daarbij aan dat voor het komend jaar ruimte is gevonden om bij het merendeel van de PAS-melders af te zien van handhaving. Die ruimte wordt gevonden door voor het jaar 2023 op provinciaal verpachte landbouwgronden een algeheel bemestingsverbod op te leggen. Hierdoor ontstaat een tijdelijke depositiereductie van stikstof, die als mitigerende maatregel wordt benut om waar mogelijk te kunnen afzien van handhaving.
De Regeling provinciale aankoop veehouderijen nabij natuurgebieden (Rpav) – ook wel aangeduid met Maatregel Gerichte Aankoop – is in het legalisatieprogramma aangemerkt als bronmaatregel voor de legalisering van PAS-meldingen. De beschikbare stikstofruimte komt terecht in het Stikstofregistratiesysteem (SSRS). Hiervoor wordt binnenkort een wijziging van de Regeling natuurbescherming gepubliceerd. In het SSRS komt deze ruimte als eerste beschikbaar voor woningbouw en een aantal MIRT-projecten. De restruimte komt beschikbaar voor de legalisatie van PAS-melders.
De mogelijkheden voor het gebruik van een ADC-toets om PAS-melders te legaliseren zijn onderzocht en blijken zeer beperkt. De belangen van de PAS-melders kunnen juridisch gezien niet gezamenlijk worden beschouwd als één project. Daarom moet voor elke individuele PAS-melding worden aangetoond dat voor het deel van zijn activiteit waarvoor hij de melding deed geen alternatieven zijn en de inhoud van de melding per geval als groot openbaar belang kan worden aangeduid.
Verder moeten de compenserende maatregelen kunnen worden uitgevoerd voor het relevante habitattype en al zijn uitgevoerd op het moment dat gelegaliseerd wordt. In de praktijk zijn hier jaren voor nodig. Daar komt nog bij dat voor elk van de compensaties op een prioritair habitat een advies van de Europese Commissie nodig is. Zodoende is dit geen oplossing die binnen de deadline van het legalisatieprogramma perspectief kan bieden.
De provincie Overijssel heeft aangegeven aan een mogelijkheid te hebben om te kunnen afzien van handhaving, zoals in het antwoord op vraag 4 is toegelicht. Verder is de Kamer is op 25 november jl. geïnformeerd over de aanpak piekbelasters. De inzet daarbij is om snel een depositieverlaging te bewerkstelligen en deze waar mogelijk met prioriteit in te zetten voor het legaliseren van PAS-meldingen. Per casus moet worden beoordeeld of deze maatregel er ook voor kan zorgen dat handhaving kan worden afgewezen.
Samen met de provincies kijken we naar alle mogelijkheden om de PAS-meldingen te legaliseren. De provincies kunnen hiervoor ook het budget zoals genoemd in het antwoord op vraag 3 voor gebruiken. Wanneer innovatie wordt gebruikt in vergunningverlening moet de depositiereductie juridisch geborgd zijn.
Samen met de provincies onderzoek ik alle opties die er zijn om toch van handhaving af te zien en dat het niet nodig is om dwangsommen op te leggen. Zie ook het antwoord op vraag 4. Als dat onverhoopt niet mogelijk is, is het voorstelbaar dat er sprake is van schade. Het kabinet zet zich maximaal in om de schade te vergoeden die PAS-melders ondervinden op het moment van onontkoombare handhaving en heeft daarvoor een schadeloket ingericht.4
Helaas komt niet alle schade voor vergoeding in aanmerking. Het Rijk moet zich hierbij houden aan de juridische kaders die gelden. Dat betekent ook dat er niet méér schade vergoed kan worden dan waarop juridisch aanspraak kan worden gemaakt. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om een opgelegde dwangsom te vergoeden. Daarnaast speelt hierbij het risico dat een vergoeding moet worden terugbetaald, wanneer deze niet voldoet aan de juridische kaders. Het is daarom ook in het belang van de ondernemer dat zorgvuldig beoordeelt welke schade voor vergoeding in aanmerking komt.
Het kabinet onderschrijft dat het van belang is dat er meer mogelijkheden komen om te sturen op de ingebruikname van stikstofruimte. In de brief «voortgang integrale aanpak landelijk gebied en opvolging uitspraak Raad van State over Porthos» van 25 november jl. staat dat het kabinet met bevoegd gezagen inzet op het met voorrang sturen op de gebruiksmogelijkheden van emissieruimte. Ook zet het kabinet in op het registreren van alle vrijkomende en vrijvallende ruimte om zo steviger regie te voeren op het uitgeven van deze ruimte aan prioritaire projecten.
In overeenkomsten die voor infrastructurele projecten van Rijk en provincies worden gesloten, is opgenomen voor welke projecten de verworven stikstofruimte wordt ingezet. Dat is nodig om de directe samenhang tussen saldogever en saldonemer te kunnen aantonen, waardoor deze ruimte kan worden gebruikt voor extern salderen. Dit betekent dat de verworven stikstofruimte niet met terugwerkende kracht voor andere doeleinden kan worden gebruikt.
Conform het amendement Bisschop c.s. (Kamerstuk 35 600, nr. 19) is artikel 1.13a in de Wet stikstofreductie en natuurverbetering opgenomen. Het eerste artikel uit het amendement luidt: «Onze Minister draagt in het belang van de rechtszekerheid tezamen met gedeputeerde staten van de provincies zorg voor het legaliseren van de projecten met een geringe stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden die voldeden aan de voorwaarden van artikel 2.12 van het Besluit natuurbescherming, zoals dat luidde op 28 mei 2019.». Hiermee wordt gedoeld op de activiteiten die een melding hadden gedaan of waren vrijgesteld van de meldingsplicht (meldingsvrije activiteiten). Activiteiten van voor de PAS-periode zijn zodoende geen onderdeel van het legalisatieprogramma.
Het is een wettelijke opgave om alle PAS-meldingen die voldoen aan de verificatie van een oplossing te voorzien. Het kabinet voelt die verantwoordelijkheid zwaar en doet er alles aan om die oplossingen zo snel mogelijk te realiseren.