Ingediend | 23 november 2022 |
---|---|
Beantwoord | 23 december 2022 (na 30 dagen) |
Indiener | Wybren van Haga (BVNL) |
Beantwoord door | Rob Jetten (minister zonder portefeuille economische zaken) (D66) |
Onderwerpen | dieren energie landbouw natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z22880.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1159.html |
Ja.
In de bestaande praktijk is onder andere toestemming op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) nodig voor een windproject. Voor windturbines op land zijn de provincies daartoe het bevoegde gezag. Bij de beoordeling van een aanvraag wordt onder andere gevraagd om een ecologische toets naar het effect op (populaties van) vogels en vleermuizen. Bij het afgeven van ontheffingen worden in voorkomende gevallen ook mitigerende maatregelen zoals een stilstandvoorziening bij bepaalde windturbines voorgeschreven.
In aanvulling op de geldende wet- en regelgeving werkt het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), TenneT, provincies, de windsector en natuurorganisaties aan een traject Natuurinclusieve Energietransitie Wind en Hoogspanning op Land (NIEWHOL). Hiermee willen we een juiste balans bereiken tussen de energiedoelstellingen en natuurbelangen. Daarin werken we aan gedragen maatwerkafspraken over het verminderen van vogel- en vleermuisslachtoffers bij windturbines en hoogspanningsverbindingen, maar er zijn ook afspraken gemaakt over onderzoek en monitoring. Eén van de afgesproken mitigerende maatregelen is dat initiatiefnemers van windprojecten stilstand toepassen op locaties op momenten van massale vogeltrek, op basis van een trekvogelvoorspellingsmodel, om aanvaringslachtoffers onder trekvogelsoorten te minimaliseren.
Bij een windmolenpark in Noorwegen (op het eiland Smøla) heeft een experiment plaatsgevonden met windturbines met één zwarte wiek. Uit dit experiment kwam naar voren dat deze maatregel het aantal vogelslachtoffers sterk heeft verminderd (70%). Of dit ook voor de Nederlandse situatie – windparken niet op een eiland, maar in zee en op het vaste land – en voor de in ons land voorkomende vogelsoorten een effectieve en wenselijke maatregel zou kunnen zijn, wordt de komende jaren onderzocht via een pilot in de Eemshaven, waar het Rijk ook bij betrokken is. Binnen het onderzoek worden ook andere belangrijke aspecten van een zwarte wiek meegenomen, zoals effecten op de windturbine zelf, visuele verstoring en luchtvaartveiligheid. Ik heb Uw Kamer hierover in maart 2022 geïnformeerd naar aanleiding van de Eerste Kamer motie Berkhout c.s. (Kamerstuk 35 092, nr. 32). De provincie Groningen, die samen met RWE de opdrachtgever is van de praktijkproef, geeft aan dat het onderzoek is afgerond in 2024. Uw Kamer zal in het eerste kwartaal van 2023 geïnformeerd worden over de voortgang van deze proef naar aanleiding van de aangenomen motie Wassenberg over één gekleurd rotorblad bij windturbines op land (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1373).
Die informatie heeft mij bereikt. Een nieuw windpark wordt altijd op basis van de Wet natuurbescherming getoetst, hierbij zijn de provincies het bevoegde gezag. Afhankelijk van de natuurwaarden in de omgeving (bijvoorbeeld de aanwezigheid van zeldzame vogels) dient bij een (wind)project altijd rekening te worden gehouden met maatregelen om negatieve effecten op de natuur en landschap te beperken. Momenteel wordt er gekeken hoe de belangen van schone energie en biodiversiteitsherstel samen gerealiseerd kunnen worden om zo ook bij te dragen aan de klimaatopgave. Zoals ik u meldde in vraag 2, worden er in het traject NIEWHOL afspraken gemaakt om vogelsterfte tegen te gaan en loopt er momenteel een onderzoek naar de effecten van een zwarte wiek bij een windturbine.
Nee, de Minister voor Klimaat en Energie is hiertoe niet bereid. Ik verwijs u hierbij naar de eerdere beantwoording (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 967) en de antwoorden op vraag 2 en 3.
Het kabinet zet zoveel mogelijk in op wind op zee, maar ook andere duurzame energiebronnen zijn nodig. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat in 2030 35 TWh wordt opgewekt door middel van windturbines op land of grootschalig zon-PV. Uitsluitend inzetten op zon-PV (op dak) zorgt voor te grote schommelingen in het aanbod van energie omdat de zon lang niet altijd schijnt. Een balans tussen zon-PV en windenergie op land is daarom nodig om de klimaatdoelstellingen te behalen.
De vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) over vogelgehaktmolens in Flevoland (2022Z22880) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord vanwege afstemming met betrokken partijen. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.