Ingediend | 9 november 2022 |
---|---|
Beantwoord | 16 december 2022 (na 37 dagen) |
Indiener | Wybren van Haga (BVNL) |
Beantwoord door | Rob Jetten (minister zonder portefeuille economische zaken) (D66), Micky Adriaansens (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | energie natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z21468.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1062.html |
Ja. Naar aanleiding hiervan ben ik op dinsdag 15 november hierover in gesprek gegaan met een delegatie van de industrie in de Eemsdelta.
Nog voor het einde van dit jaar wil ik uw Kamer informeren over de impact van de energiecrisis op de energie-intensieve industrie. Daarbij zal ik ingaan op het handelingsperspectief om de problemen in de energie-intensieve industrie te adresseren.
Zie antwoord vraag 2.
De exacte keteneffecten zijn moeilijk te voorspellen. Het lijkt er vooralsnog op dat bedrijven die hun productie hebben teruggeschroefd of stopgezet hiertoe gedwongen zijn door het aanbod van goedkopere importgoederen. Dit laat zien dat er in de waardeketen substituten voorhanden zijn. Het wegvallen van de productie van bijproducten die niet substitueerbaar zijn kunnen leiden tot significante keteneffecten. In de Kamerbrief over de impact van de energiecrisis op de energie-intensieve industrie ga ik hier verder op in.
De indirecte kostencompensatie ETS is een compensatie aan internationaal concurrerende industriebedrijven uit enkele specifieke sectoren met een hoog stroomverbruik. Vanwege het Europese emissiehandelssysteem maken de energiebedrijven extra kosten die zij aan hun klanten, waaronder industriebedrijven, doorberekenen. Om weglek van Europese productie naar landen buiten de EU te voorkomen mogen EU-lidstaten deze indirecte kostencompensatie ETS aanbieden aan sectoren waarvan de EC heeft vastgesteld dat zij een weglekrisico kennen vanwege het ETS. In Nederland is die compensatie in een subsidieregeling gevat. Een onderneming heeft recht op uitkering van deze compensatie van kosten die het in een jaar gemaakt heeft indien de regeling in het navolgende jaar wordt opengesteld en het bedrijf een geldige aanvraag indient en aan de geldende voorwaarden voldoet. Compensatie met betrekking tot indirecte emissiekosten gemaakt in het ene jaar moet op basis van de richtsnoeren van de Europese Commissie in het navolgende jaar uitgekeerd worden. RVO verwerkt en beoordeelt momenteel alle ingediende aanvragen. Aan sommige bedrijven is de compensatie reeds uitgekeerd; de overige bedrijven zullen voor het eind van het jaar compensatie ontvangen. Er is geen budget voorhanden om de regeling na 2022 nogmaals open te kunnen stellen.