Ingediend | 26 oktober 2022 |
---|---|
Beantwoord | 21 november 2022 (na 26 dagen) |
Indiener | Renske Leijten |
Beantwoord door | Rob Jetten (minister zonder portefeuille economische zaken) (D66) |
Onderwerpen | energie natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z20343.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-788.html |
In het genoemde artikel waarschuwen de auteurs voor het risico van prijsstijgingen indien er na invoering van het tijdelijke prijsplafond onvoldoende concurrentie zou bestaan op de markt. Ik deel de aandacht die uitgaat naar dat risico en wil het daarom ondervangen, bijvoorbeeld door te borgen dat mensen in 2023 kunnen blijven overstappen voor het deel van hun gebruik dat buiten het plafond valt. Juist omwille daarvan zijn de volumegrenzen bewust zo gekozen dat hoewel de meerderheid van de Nederlandse huishoudens met het gebruik onder het plafond valt, er nog steeds sprake is van een deel van het verbruik dat er boven valt. Daarmee blijft een prikkel bestaan om energie te besparen en om over te stappen.
Overigens is het behoud van concurrentie tussen leveranciers ook een belangrijk element waar de Europese Commissie op toeziet met het oog op het bepalen of er sprake is van ongeoorloofde staatssteun.
Nee, ik deel die opvatting niet. Coördinatie in de zin van onderlinge afstemming van de bedrijfsvoering en de prijsvorming op de markt is in strijd met de wetgeving. Concurrenten mogen onderling geen afspraken maken over de prijs die zij vragen voor hun producten of diensten. In de Mededingingswet staat dat deze afspraken, die de concurrentie belemmeren, verboden zijn. De ACM houdt hier toezicht op en kan zo nodig ingrijpen bij vermoeden van prijsafspraken.
In de beantwoording van de vragen die de Kamer gesteld heeft over de uitvoering van het prijsplafond (Kamerbrief 36 200, nr. 162 van 7 november jl. met antwoorden op vragen over en uitwerking van prijsplafond) is de werkwijze ten aanzien van het vaststellen van de vergoeding voor de leveranciers aan de orde gekomen. Dit is ook in het notaoverleg Prijsplafond energie van 10 november met uw Kamer besproken.
Kortheidshalve betreft het onder andere dat er waarborgen opgenomen worden ten aanzien van het vaststellen van de redelijke marge die een leverancier voor levering van gas of elektriciteit onder het plafond kan rekenen. Er vindt ook een controle plaats op de relevante kosten door een onafhankelijke accountant en waar daartoe aanleiding is, kunnen onterecht in rekening gebrachte kosten achteraf worden teruggevorderd.
Zie antwoord vraag 3.
Een vermindering van de marktwerking is onvermijdelijk door een grootschalige interventie zoals beoogd wordt met het tijdelijke prijsplafond. Ik zet erop in dat het verstorende beperkt wordt door de eerder genoemde volumegrenzen en waarborgen dat er geen kosten ten onrechte in rekening gebracht worden.
Ik vind dat de compensatie die leveranciers ontvangen voor het uitvoeren van het prijsplafond volledig ten goede moet komen aan de consument. Het bieden van een dergelijke aanbieding moet dus niet gefinancierd worden vanuit de vergoeding voor de kosten van het plafond.
De welkomstbonus kent nu geen wettelijke grondslag. Het betreft een afspraak tussen de klant en de leverancier. Het staat leveranciers dus op dit moment vrij om middels de vormgeving van hun contracten klanten te werven, eventueel door ze een voordeel te bieden dat achteraf berekend wordt.
De ACM is wel voornemens in de gewijzigde regels rond opzegvergoedingen bepaalde spelregels hiervoor op te nemen, bijvoorbeeld waar het de maximale termijn betreft waarna een dergelijke bonus kan worden uitbetaald. Ik onderschrijf deze inzet. Daarnaast geldt in algemene zin de randvoorwaarde dat er in alle gevallen een verantwoordelijkheid ligt op de leverancier om de afnemer vooraf goed te informeren over de relevante bepalingen van het contract op het moment dat deze overeenkomst aangegaan wordt.
Zie antwoord vraag 6.
Zie antwoord vraag 6.
Dergelijke welkomstbonussen zijn toegestaan binnen de huidige wet. De ACM heeft in de recent in consultatie4 gebrachte conceptregels voor opzegvergoedingen (ROVER) over welkomstbonussen de nieuwe regels voorgesteld. De voornaamste eis hierbij is dat dergelijke bonussen binnen bepaalde tijd, na aangaan van het contract, ten goede komen van de klant. Waar er relevante verschillen tussen energiecontracten bestaan, vind ik het begrijpelijk dat de vergelijkingssites voor consumenten deze inzichtelijk maken.
Het is mij niet bekend of en in welke mate er sprake is van extra overheadkosten als gevolg van het aanbieden van welkomstcadeaus. Het is aan leveranciers om een eigenstandige afweging te maken ten aanzien van de vormgeving van het aanbod ten aanzien van de daaraan verbonden kosten.
Eventuele tijdelijke kortingen op de leveringsprijs zullen worden meegenomen bij het bepalen van de gewogen gemiddelde prijs die wordt gehanteerd bij het afrekenen van de subsidie. Wanneer een leverancier dus een extra korting geeft, is er sprake van lagere gemiddelde tarieven en lagere compensatie. Welkomstcadeaus worden niet meegenomen bij het bepalen van de gewogen gemiddelde prijs die wordt gehanteerd bij het afrekenen van de subsidie.
Het prijsplafond brengt zowel voordelen voor de leveranciers met zich mee als veel extra werk en beperkingen in hun bedrijfsvoering. De compensatie dekt het verschil tussen het plafondtarief en de te maken kosten per afnemer en is dus niet per kWh elektriciteit of m2 gas hoger bij een groter aantal klanten.
De inzet is dat er toezicht wordt gehouden op de marge die leveranciers kunnen berekenen bij het bepalen van de compensatie. Hierbij wordt bij aanvraag van de subsidie van de leveranciers vereist dat zij de relevante informatie beschikbaar stellen om de inkoopkosten te kunnen laten toetsen. Naar mijn inschatting is deze controle geschikt en proportioneel om te borgen dat er geen sprake is van over- of ondercompensatie zoals eerder met uw Kamer gewisseld is. Zie verder hiervoor het antwoord op vragen 3 en 4.
Zie antwoord vraag 13.
Van energieleveranciers wordt gevraagd om vanaf 1 januari 2023 een lager tarief in rekening te brengen. Zonder compensatie is het niet mogelijk om dit van private partijen te verlangen. Het werken met voorschotten vooraf is een gangbare werkwijze voor de uitvoering van een subsidieregeling, die aansluit bij de gebruikelijke werkwijze van de energieleveranciers.
Ja, de inkoopkosten worden getoetst, en de redelijke marge die daar boven gerekend kan worden wordt vooraf vastgesteld, op basis van het externe advies hierover. Zie hiervoor ook de beantwoording van vragen 13 en 14.
Nee, er is sprake van bevoorschotting bij de uitvoering van de beoogde subsidieregeling. Dit is wat anders dan liquiditeitssteun voor de reguliere bedrijfsvoering van de betrokken leveranciers.
Zie antwoord vraag 16.
Dit is helaas niet gelukt. Getracht is de beantwoording zo snel mogelijk aan uw Kamer te doen toekomen.