Ingediend | 12 oktober 2022 |
---|---|
Beantwoord | 14 november 2022 (na 33 dagen) |
Indiener | Sandra Beckerman |
Beantwoord door | Hans Vijlbrief (staatssecretaris economische zaken) (D66) |
Onderwerpen | bodem natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z19281.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-721.html |
Ja. De aardbeving is door velen gevoeld: veel bewoners zijn geschrokken en hebben nieuwe schade. Ik herken het door u geschetste beeld van gebrek aan vertrouwen in de overheid bij vele bewoners van het aardbevingsgebied. Dit komt ook naar voren in de gesprekken die ik regelmatig voer met bewoners, zoals onlangs in Wirdum. Ik zou bewoners toch willen stimuleren hun schade te melden, omdat alleen bij gemelde schades de schade-afhandeling in gang wordt gezet.
Het huidige systeem is er nog niet in geslaagd om in voldoende mate te voldoen aan de terechte verwachtingen van bewoners van het aardbevingsgebied, en daarmee het vertrouwen in de overheid te herstellen. Mede daartoe aangespoord door de motie-Kops over een crisisaanpak en de motie-Van Wijngaarden c.s. over een gebiedsgerichte aanpak (Kamerstuk 33 529, nr. 963 en 961) ben ik gestart met de dorpenaanpak (Kamerstuk 33 529, nr. 1024). De dorpenaanpak kan worden gezien als een crisisaanpak die de versterking ten opzichte van de huidige praktijk moet versnellen en meer duidelijkheid moet geven aan bewoners. Ik heb de heer Wientjes aangesteld als Verbinder (Kamerstuk 33 529, nr. 1036). Zoals toegezegd in het Commissiedebat Mijnbouw/Groningen van 29 september jl. stuur ik uw Kamer binnenkort zijn advies hierover en mijn appreciatie daarvan. Ten aanzien van de schadeafhandeling heb ik aangegeven te bekijken of een andersoortig schademodel kan bijdragen aan een betere schadeafhandeling ten behoeve van de bewoners. Ik kom hier begin volgend jaar op terug. Bij alles wat ik hierboven noem is het van belang om als basis uit te gaan van vertrouwen in de burger. Daarnaast zijn in mijn overwegingen financiële belangen altijd van secundair of zelfs tertiair belang.
Ik lees uw vraag als dat u met «deze week» doelt op de week na de aardbeving in Wirdum. Bewoners met schade kunnen na een aardbeving direct bij het IMG terecht, het IMG handelt de schademeldingen af volgens de reguliere procedures. Voor mogelijke acuut onveilige situaties geldt dat deze binnen 48 uur beoordeeld worden. Waar nodig worden er veiligheidsmaatregelen getroffen. Bij elke nieuwe beving wordt er bekeken of er iets aanvullends nodig is. Zo is er bij de beving bij Wirdum van 3,1 op de schaal van Richter door de gemeente besloten het dorpshuis te openen, zodat het IMG en NCG een pop-up bewonersloket konden inrichten en vragen van bewoners konden beantwoorden als ook het helpen bij het doen van een schademelding.
Het IMG heeft als doel bezwaar- en (hoger) beroepsprocedures zoveel als mogelijk te voorkomen. Voor deze procedures heeft het IMG de inzet van juristen nodig. Deels heeft IMG deze zelf in huis, maar dit is niet voldoende voor de (hoger) beroepsprocedures. Daarom wordt de Landsadvocaat ingeschakeld.
Sommige bewoners die bezwaar en beroep aantekenden vertellen mij dat zij dit als een oneerlijke juridische strijd hebben ervaren. Daar wil ik iets aan doen. In het Commissiedebat Mijnbouw/Groningen op 29 september jl. heb ik aangegeven open te staan voor de suggestie van bijvoorbeeld mediation, om een belastende gang naar de rechter te voorkomen. Hierover ben ik in gesprek met het IMG. Het IMG verkent zelf ook mogelijkheden om de procedure voor bewoners die het niet eens zijn met een besluit te verbeteren. Met de novelle op de Wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen (het Wetsvoorstel Versterken), die momenteel ter behandeling voorligt in uw Kamer, voorzie ik daarnaast in de mogelijkheid van financiële, technische en juridische bijstand in de fase van bezwaar of beroep.
De novelle op het wetsvoorstel versterken, die momenteel ter behandeling voorligt in uw Kamer, voorziet in een subsidie voor financiële, technische en juridische bijstand in de fase van bezwaar of beroep die wordt verstrekt door de raad voor rechtsbijstand. Hiermee wordt na inwerkingtreding van het wetsvoorstel voorzien in kosteloze ondersteuning. De novelle voorziet niet in terugwerkende kracht.
Nee. Het IMG is als onafhankelijk instituut verantwoordelijk voor het vergoeden van immateriële schade en heeft hiertoe met grote zorgvuldigheid een werkwijze ontwikkeld. Het IMG geeft aan dat zij hierbij van ruimere marges uitgaat dan gesteld in eerdere externe adviezen en regelingen. Daarbij diende een balans gevonden te worden tussen het creëren van voldoende ruimte om recht te doen aan persoonlijke ervaringen van bewoners enerzijds, en uitvoerbaarheid ter voorkoming van lange doorlooptijden of ingewikkelde procedures anderzijds; hetgeen juist tot meer leed zou kunnen leiden.
Voor afhandeling van schade door het IMG en versterking door de NCG geldt dat bewoners geen eigen geld hoeven in te zetten. Het uitgangspunt is een laagdrempelige en kosteloze procedure in het publieke bestel. Als blijkt dat mensen inderdaad kosten hebben moeten maken voor noodzakelijke veiligheidsmaatregelen, dan worden deze kosten vergoed.
Ja, sommige verschillen zijn naar hun aard of omvang niet of moeilijk uitlegbaar en leiden tot onvrede en daarnaast ook aantasting van de sociale cohesie. Verschillen in de behandeling van bewoners passen niet bij het goed uitlegbare en ruimhartige schadeherstel en afronding van de versterkingsopgave die het kabinet zich ten doel heeft gesteld. Zoals ik eerder met uw Kamer heb besproken kom ik voor het WGO van 30 november a.s. met een vervolgbrief over de verschillen. Hierin zal ik ook ingaan op de situatie die wordt geschetst in deze vraag.
Zoals ook aangegeven in mijn Kamerbrief van 26 september jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 1076), denk ik na over een oplossing voor onwenselijke, moeilijk uitlegbare verschillen tussen bewoners in op het oog vergelijkbare situaties. Hier zal ik uw Kamer voor het volgende debat nader over informeren. Zie het antwoord op vraag 10 voor een toelichting met betrekking tot de schadeafhandeling in de omgeving van de gasopslagen Grijpskerk en Norg.
Het bewijsvermoeden houdt in dat als redelijkerwijs aangenomen kan worden dat schade is veroorzaakt door gaswinning uit het Groningenveld of de gasopslag bij Norg, deze schade door het IMG vergoed wordt. Het ontlast bewoners doordat bij twijfel wordt vermoed dat de schade is ontstaan door de gaswinning. Dit betekent echter nog niet een onvoorwaardelijke toekenning van schadevergoeding.
Ik begrijp dat er in specifieke situaties onduidelijkheid is ontstaan over de toepassing van het bewijsvermoeden en acht eenduidigheid in de schadeafhandeling wenselijk. Daarom heb ik eerder, in lijn met de motie Mulder (Kamerstuk 33 529, nr. 973), al besloten het bewijsvermoeden ook toe te passen op de gasopslag Grijpskerk. Daarnaast heb ik in het Commissiedebat Mijnbouw/Groningen op 29 september jl. aangegeven dat ik ongelukkig ben met het feit dat schade op voorhand afgewezen wordt, waar dat voorheen niet het geval was. U ontvangt hier binnenkort een Kamerbrief over.
Nee. Er is geen sprake van een nieuwe beoordeling: het IMG is voornemens een aanvullende vaste vergoeding na geheel of gedeeltelijke afwijzing van fysieke schade te introduceren. Groningers die in het verleden geen of een geringe schadevergoeding kregen, gaat het IMG de keuze bieden om dit aan te vullen tot een vaste vergoeding van 5.000 euro.1 Zoals ook aangegeven in mijn Kamerbrief van 26 september jl. werkt het IMG deze regeling momenteel uit en verwacht het in de tweede helft van 2023 hiermee van start te kunnen gaan.
Ja, mijn inzet is en blijft dat bewoners deze tegemoetkoming zo snel mogelijk ontvangen. Onlangs heb ik u schriftelijk geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de tegemoetkoming voor bewoners die een lagere schadevergoeding voor waardedaling hebben ontvangen (Kamerstuk 33 529, nr. 1070). Hierin heb ik aangegeven dat het uitkeren van deze tegemoetkoming een aanvulling is op de bestaande taak van het IMG en dat de wettelijke grondslag hiervoor wordt geregeld middels een algemene maatregel van bestuur die op 21 juli jl. is aangeboden aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Zoals toegezegd in die brief informeer ik hier binnenkort uw Kamer over.
Ja. Ik heb uw Kamer op 19 oktober jl. per brief (Kamerstuk 32 156, nr. 121) geïnformeerd over de financiële dekking voor de regelingen Rijksmonumenten aardbevingsgebied Groningen, met hulp van de NCG.
Ik wil de gaswinning zo snel als mogelijk beëindigen en streef er naar de winning in 2023 of uiterlijk 2024 definitief te stoppen. Gezien de onzekere situatie, mede als gevolg van de oorlog in Oekraïne, kies ik er nu niet voor om dit wettelijk vast te leggen.
Het IMG is bevoegd om, naast fysieke schade aan woningen, alle vormen van aardbevingsschade veroorzaakt door de gaswinning af te handelen. Dit geldt dus ook voor fiscale gevolgschade. Daarnaast hebben gemeenten de mogelijkheid om te beslissen of de schadevergoeding wordt vrijgelaten van belasting. In de praktijk heeft een aantal gemeenten in het aardbevingsgebied regels opgesteld waarin de schadevergoedingen voor mijnbouwschade worden vrijgelaten van belasting. Ik zal het gesprek aangaan met gemeentes die nog niet dergelijke regels hebben opgesteld.
Het gebied waar het IMG schade door waardedaling vergoedt, is afgebakend op basis van uitgebreid onderzoek door Atlas Research en een onafhankelijk advies aan het IMG van een deskundigencommissie. Het toepassingsgebied is vervolgens zekerheidshalve ruim afgebakend, zodat mensen op de grens daarvan niet tekort wordt gedaan. Zoals ik mijn brief over verschillen in de schadeafhandeling en versterkingsoperatiegave heb aangegeven, vind ik de (geografische) afbakening van diverse regelingen redelijk als deze aansluit op de feitelijk aanwezige veiligheidsrisico’s, schades en ervaren overlast (Kamerstuk 33 529, nr. 1076).
Nee. De regeling is naar aanleiding van de bestuurlijke afspraken uit november 2020 in overleg met de regio vastgesteld. De regeling is specifiek bedoeld voor eigenaren voor wie het niet altijd duidelijk was of hun huis in de versterkingsopgave zou worden opgenomen. Deze eigenaren worden met de regeling in staat gesteld achterstallig onderhoud te verrichten en hun woning te verbeteren, nadat duidelijk is geworden dat zij niet in de versterkingsopgave zijn opgenomen. Het kunnen aanvragen van de subsidie is niet gerelateerd aan de vraag of er sprake is van schade of niet.
Ik heb uw Kamer over dit onderwerp deze week een brief gestuurd waarin ik nader uiteenzet hoe de regeling verlengd wordt.
Ik erken dat de situatie voor de jongere generatie in het aardbevingsgebied zorgwekkend is. Hun situatie heeft mijn volle aandacht. Naar aanleiding van de gesprekken die ik heb gevoerd met kinderen wil ik samen met de Kinderombudsman een campagne starten voor de kindertelefoon, zodat kinderen weten dat ze daar heen kunnen bellen om over (de gevolgen van) de aardbevingen te praten.2 Zoals ik eerder met uw Kamer heb besproken kom ik binnenkort met een brief over de mentale gevolgen van de aardbevingsproblematiek, waarin ik onder meer zal ingaan op de situatie van de jongere generatie.
Ik kijk altijd of aanvullende maatregelen om eigenaren te steunen wenselijk, nuttig en mogelijk zijn. In de beantwoording van uw vragen 2 tot en met 19 heb ik uiteengezet wat mijn inzet is voor de aanpak van de problemen waar gedupeerden tegenaan lopen.
Ja, ik ben bekend met de conclusies van SodM. Het aantal aardbevingen zit aan de bovenkant van de bandbreedte. Daarom heeft SodM NAM verzocht nader onderzoek te doen naar het antwoord op de vraag in hoeverre de verwachtingen uit de seismische dreigings- en risicoanalyses (SDRA) passen bij de waargenomen aardbevingen en de mogelijke oorzaken voor eventuele verschillen. Ik heb TNO specifiek gevraagd om in het kader van de modelontwikkeling een bijdrage te leveren aan dit onderzoek. Ik houd de voortgang van beide onderzoeken nauwlettend in de gaten en zal uw Kamer informeren over de uitkomsten van deze onderzoeken.
Van zowel de aardbeving bij Wirdum van 8 oktober jl. als van de reeks aardbevingen bij Uithuizen in de periode van augustus tot en met oktober van dit jaar heeft de NAM korte zogenaamde 48-uurs analyses opgeleverd van de bevingen en de veiligheidsrisico's, die vervolgens zijn geduid door het SodM.
Voor zowel de beving bij Wirdum als de bevingen bij Uithuizen heeft de NAM daarnaast uitgebreide analyses gemaakt. De duiding op deze uitgebreide analyses wordt op dit moment gedaan door het SodM. Hierin wordt eveneens getoetst of het veiligheidsrisico significant afwijkt van de gegevens die zijn verstrekt ter onderbouwing van de operationele strategie. Ik verwacht deze uitgebreide analyses en de duiding erop door het SodM in de eerste helft van november 2022 met uw kamer te kunnen delen.
Naast bovenstaande analyses werkt NAM een onderzoeksopzet uit over de vraag in hoeverre de verwachtingen uit de seismische dreigings- en risicoanalyses passen bij de aardbevingen van de laatste tijd, en hoe eventuele verschillen kunnen worden verklaard. Zie hiervoor ook mijn antwoord op vraag 21.
Zoals bij vraag 22 aangegeven heeft NAM voor haar speciale rapportages (in verband met het overschrijden van de wettelijke signaalwaarde voor aardbevingsdichtheid) getoetst of het veiligheidsrisico significant afwijkt van de gegevens die zijn verstrekt ter onderbouwing van de operationele strategie. SodM beoordeelt op dit moment de analyses van NAM en zal mij hierover nader adviseren Ik verwacht in de eerste helft van november uw kamer hierover nader te kunnen informeren
In oktober heb ik wel een aanvullende SDRA aangevraagd voor het huidige gasjaar (2022/2023). Deze aanvullende SDRA staat los van de recente bevingen. De regionale overheden in Groningen hebben namelijk in een zienswijze op het ontwerpbesluit aangegeven zorgen te hebben of alle mogelijk onveilige huizen wel voldoende in beeld zijn. Deze zorgen zijn nadrukkelijk door de regio bij mij onder de aandacht gebracht. Dit heb ik ter harte genomen en ik wil geen twijfel laten bestaan over welke huizen mogelijk onveilig zijn. Daarom heb ik TNO gevraagd een SDRA met in ieder geval de door SodM geadviseerde modelinstellingen uit te voeren voor het winningsniveau van 2,8 miljard Nm3, in plaats van een winningsniveau van 1,7 miljard Nm3 waarmee in de huidige SDRA is gerekend. U bent hierover eerder geïnformeerd (Kamerstuk 33 529, nr. 1072).
De hogere seismiciteit heeft geen gevolgen voor de versterkingsoperatie. In de versterkingsoperatie wordt rekening gehouden met een zwaardere beving dan de bevingen die tot nu toe in Groningen hebben plaatsgevonden. De kans op een dergelijke beving is gelukkig erg klein, zegt onder meer het SodM. Ik zet alles op alles om de versterkingsoperatie zo snel als mogelijk uit te voeren zodat onveilige huizen aan de veiligheidsnorm voldoen.
Er zijn de afgelopen 6 maanden (mei t/m oktober) 237 meldingen van acuut onveilige situaties bij het IMG gedaan, waarvan 37 gegrond zijn bevonden. In deze gevallen zijn er preventieve maatregelen genomen. Dit zijn tijdelijke oplossingen gericht op constructieve veiligheid en divers van aard. De afgelopen maanden zijn onder meer het plaatsen van stutten, het aanbrengen van ondersteuning onder keukenkastjes en het gedeeltelijk afzetten/sluiten van een winkel als preventieve maatregelen genomen.
De twee belangrijkste maatregelen zijn het stoppen van de gaswinning en het versterken van huizen. Ik wil beide maatregelen zo snel mogelijk realiseren.
Ja.
Deze situatie is ongewenst. De NCG is als overheidsinstantie gehouden aan de Wet open overheid (Woo) en heeft daarmee de verplichting zich in te spannen om, binnen de daarvoor vastgestelde termijnen en uitzonderingen, documenten te verstrekken om aan de informatiebehoefte van een verzoeker te voldoen.
Ondanks inspanning van de NCG kunnen door de krappe arbeidsmarkt niet alle openstaande vacatures meteen ingevuld worden. Dit geldt ook voor de vacature voor een Woo-jurist. Betrokkenen worden in die gevallen geïnformeerd dat het langer duurt en dat de NCG in contact treedt zodra beantwoording kan plaatsvinden. Dit betekent niet dat de afhandeling van Woo-verzoeken stil ligt.
Zie antwoord op vraag 28.
Bij de NCG zijn van alle tot nu toe afgehandelde verzoeken in het kader van de Wob en de Woo, twintig niet binnen de wettelijke termijnen beantwoord.
Bij het IMG zijn van alle tot nu toe afgehandelde verzoeken in het kader van de Wob en de Woo, zes niet binnen de wettelijke termijnen beantwoord. In totaal zijn dertien verzoeken afgehandeld, allen inmiddels gepubliceerd op de website van het IMG.3
Aan de NCG is in 2022 in totaal 234.000 euro toegekend voor de Woo en actieve openbaarmaking. Aan het IMG in 2022 in totaal 60.000 euro toegekend voor de Woo en actieve openbaarmaking. De verdeling van het extra vrijgemaakte budget voor het laten functioneren van de Woo voor 2023 staat nog niet vast.
Het recht van burgers op informatie van de overheid en daarmee het belang van de Wet open overheid staat buiten kijf.
Ja.
Ja.
Ja.
Ja. De woningen van deze bewoners vallen in de typologie Metselwerk 3. Het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) heeft besloten om deze typologie niet meer te valideren. Dit betekent dat de woningen met de NPR worden beoordeeld. Ik zet mijn ervoor in dat de beoordelingen van deze woningen worden versneld.
Ja. Ik kan mij goed voorstellen dat dit erg frustrerend is voor bewoners. Tegelijkertijd is het in het belang van bewoners dat zorgvuldig en op basis van gevalideerde methoden wordt beoordeeld wat nodig is voor de veiligheid.
Ja. Ik heb tegen deze bewoners gezegd dat deze situatie mij op het eerste oog onuitlegbaar lijkt, maar dat ik tijd nodig heb om de situatie met gemeente en de NCG te beoordelen.
Ik zet mij ervoor in dat de beoordelingen van de woningen worden versneld.
Bij een NPR-beoordeling wordt per woning of woningblok een uitgebreide opname gedaan waarna een complexe berekening voor het blok wordt uitgevoerd. De processtappen tot aan de oplevering van een NPR-beoordeling kosten gemiddeld 9 maanden. Bij een typologische beoordeling is vooraf berekend of woningen met bepaalde kenmerken wel of niet aan de veiligheidsnorm voldoen. Vervolgens wordt tijdens de opname gekeken of de kenmerken van de woningen overeenkomen met de typologie. Past deze woning in de typologie dan is een individuele berekening niet aan de orde. Dit betekent dat met de aanwezige typologieën snel kan worden gewerkt. Hierdoor is de doorlooptijd van een beoordeling op basis van een typologie gedaald tot enkele maanden.
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 36 heb aangegeven, wordt de typologie Metselwerk 3 niet toegepast. In de werkvoorraad van de NCG waren in totaal 376 woningen aan de typologie Metselwerk 3 gekoppeld. Ik stuur er op dat alle beoordelingen in 2023 zijn afgerond. Vanaf dat moment is het voor alle bewoners duidelijk of hun woning moet worden versterkt. De NCG ligt daartoe nog steeds op koers. Daarnaast heb ik u tijdens het commissiedebat van 29 september jl. toegezegd dat de NCG bewoners ieder halfjaar zal informeren over de voortgang van hun versterkingstraject.
Zie antwoord vraag 41.
Ik kan mij voorstellen dat de recente ontwikkelingen bij woningcorporatie Woongroep Marenland voor onrust zorgen bij bewoners. Huurders van Woongroep Marenland hoeven zich geen zorgen te maken. Het onderzoek van Marenland richt zich op herverdeling van het bezit onder andere corporaties binnen het versterkingsgebied. De woningen blijven dan corporatiebezit en de nieuwe eigenaren hebben ervaring met de versterkingsopgave. Dit moet ertoe leiden dat een eventuele herverdeling geen consequenties heeft voor de dienstverlening en de geplande projecten van de organisatie. Woongroep Marenland heeft mij verzekerd dat de versterkingsopgave niet zal vertragen. Zodra er meer duidelijkheid is zal Woongroep Marenland haar huurders verder informeren.
Ja. Ik heb geen rol bij het onderzoek dat momenteel door Woongroep Marenland wordt uitgevoerd. Wel blijf ik geïnformeerd en onderhoud ik regulier contact met de corporaties. De NCG heeft naar aanleiding van het bericht met de corporaties gesproken en ondersteuning aangeboden wanneer versterkingsprojecten gereed gemaakt zouden moeten worden voor overdracht. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties is verantwoordelijk voor het beleid en de toezichthouder Autoriteit woningcorporaties (Aw) is reeds op de hoogte van het voornemen van Woongroep Marenland.
Ja, ik heb begrepen dat huurders ondanks de inspanningen van Woongroep Marenland soms toch ontevreden zijn. Woongroep Marenland gaat in een dergelijke situatie in gesprek en heeft mij toegezegd zich blijvend in te zetten om met de huurders in kwestie een oplossing te vinden. Mijn inziens moet hierbij voorkomen worden dat bewoners zich onder druk gezet voelen.
Ja, het is mij bekend dat er huurders zijn die klachten hebben over hun nieuwbouwwoning. Corporaties gebruiken bij de sloop-nieuwbouwtrajecten de ruimte die zij als eigenaar hebben om toekomstbestendig en in afstemming met het woonwensonderzoek en de gemeentelijke randvoorwaarden keuzes te maken over het soort nieuwbouw. Woongroep Marenland heeft mij toegezegd met de huurders die ontevreden zijn in gesprek te gaan voor een passende oplossing. Dat is maatwerk per huishouden.
Ja. Er zijn momenteel voldoende wisselwoningen beschikbaar voor de versterkingsprojecten bij Woongroep Marenland. Ik heb begrepen dat het soms voorkomt dat een huurder niet tevreden is met de aangeboden wisselwoning. Voor de start van een versterkingsproject voert de woningcorporatie zelf met haar huurders een gesprek zodat het samen met de NCG het aanbod af kan stemmen op de specifieke wensen en behoeften van de betreffende huurders. In de praktijk kan het voorkomen dat het met oog op het aanbod van wisselwoningen moeilijk is aan alle wensen van de huurder tegemoet te komen. Woongroep Marenland is met de huurders waarbij dit speelt in gesprek om toch een passende oplossing te vinden.
Ik kan mij voorstellen dat sommige huurders stress en verdriet ervaren. Dit betreur ik. Wanneer huurders er onderling met Woongroep Marenland niet uitkomen, kunnen zij met hun zorgen terecht bij Huurdersvereniging de Maren of de Klachtencommissie Gezamenlijke Corporaties Groningen. De Klachtencommissie is een onafhankelijke partij die los staat van Woongroep Marenland.
Ja, verschillen die naar hun aard of omvang niet of moeilijk uitlegbaar zijn en leiden tot onvrede en bovendien tot aantasting van de sociale cohesie passen niet bij de navolgbare en ruimhartige schadeafhandeling en afronding van de versterkingsoperatie die het kabinet zich ten doel heeft gesteld. Daarom vind ik dat voor dergelijke verschillen een oplossing moet worden gevonden. Zoals ik in mijn brief aan uw Kamer op 26 september jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 1076) heb aangegeven denk ik na over een oplossing voor verschillen die ik onwenselijk vind. Hier zal ik uw Kamer voor het volgende debat nader over informeren.
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 49.
Ik zie het als mijn opdracht om perspectief te bieden, onder meer daar waar moeilijk uitlegbare verschillen tussen bewoners zijn ontstaan in op het oog vergelijkbare situaties. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 49, denk ik na over een oplossing voor verschillen die ik onwenselijk vind en zal ik uw Kamer hier voor het volgende debat nader over informeren.
Nee, ik ken de situaties niet. Dergelijke signalen over individuele gevallen kunt u altijd met mij te delen. Als blijkt dat mensen inderdaad kosten hebben moeten maken voor noodzakelijke veiligheidsmaatregelen, dan worden deze kosten vergoed.
Er bestaan bij IMG regelingen waarmee bewoners tegemoetkoming voor indirecte kosten krijgen die zij maken als gevolg van de melding van schade. Zie ook het antwoord op vraag 7. Ik geef u twee voorbeelden: in het geval van thuisblijven voor een schadedeskundige, krijgen bewoners deze overlast vergoed bij het uiteindelijke besluit. Ook voor de eventuele inzet van extra deskundigen, is er een regeling beschikbaar om deze, onder bepaalde voorwaarden, vergoed te krijgen.
Ik ben, conform mijn toezegging aan uw Kamer in het Commissiedebat Mijnbouw/Groningen op 30 juni jl., in gesprek met hypotheekverstrekkers. Ik heb ook het Interventieteam gevraagd om een nadere analyse van de problematiek en heb gesproken met hypotheekadviseurs en taxateurs in het aardbevingsgebied. De banken zijn zich over het algemeen goed bewust van de problematiek en hebben hier de afgelopen tijd hun dienstverlening op verbeterd. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en het Verbond van Verzekeraars hebben eerder afspraken gemaakt over hypotheken in het aardbevingsgebied (zie Kamerstuk 33 529, nr. 615). De hypotheekverstrekkers geven de eigenaar toestemming tot sloop-nieuwbouw van de te versterken woning waarbij het versterkingsbesluit als vervangende zekerheid dient. Naast afspraken over deze vervangende hypothecaire zekerheid zijn er ook afspraken gemaakt over fiscale gevolgen bij het herbouwen op een andere kavel. De meeste knelpunten met betrekking tot hypotheken bij versterken kunnen op basis van deze algemene afspraken worden opgelost. Ik heb de banken verder gevraagd te kijken naar maatwerkoplossingen voor bewoners waarvoor zonder hun hulp geen oplossing voor kan komen en het delen van kennis en expertise, zodat ook kleinere hypotheekverstrekkers hiervan kunnen profiteren.
Ja.
Ja. Zowel bij de Bouwimpuls als bij Eigenaar kiest Bouwer kan de eigenaar zelf opdrachtgever zijn van de aannemer.
Ja.
Van de 1150 adressen zijn er tot op heden ongeveer 640 adressen waarbij het Uitvoeringsontwerp gereed is. In 2021 zijn er in totaal 54 woningen bouwkundig versterkt en opgeleverd. In 2022 worden er ongeveer 240 adressen bouwkundig versterkt opgeleverd. Voor komend jaar (2023) staan er ongeveer 260 adressen in de planning om bouwkundig versterkt op te leveren.
Ja.
Ja.
De cijfers van Eigenaar Kiest Bouwer zijn terug te vinden in paragraaf 2.4.2 van het jaarverslag 2021 van de NCG.5 Deze paragraaf gaat over subsidiebesluiten, waar Eigenaar Kiest Bouwer deel van uitmaakt. Het Bouwakkoord is in het jaarverslag niet genoemd, omdat het akkoord inzet op het vergroten van bouwcapaciteit en niet op de individuele versterking van gebouwen. Ten tijde van het opstellen en publiceren van het jaarverslag was de evaluatie en de keuze voor eventuele voortzetting van Bouwimpuls nog niet afgerond.
Ja.
Ja. Ik begrijp dat dit erg frustrerend is voor haar. De NCG kijkt samen met de bewoner en de aannemer naar het vinden van een oplossing.
Ja.
Het kan zijn dat er bij een woning sprake is van een samenloop van aardbevingsschade en versterking. Dit betekent niet automatisch dat de betreffende zaak complex is. Het schadeherstel en de versterking kan met één samenhangend plan worden uitgevoerd met ondersteuning door één aanspreekpunt.
Zie antwoord vraag 65.
Alle kosten die worden gemaakt ten behoeve van de veiligheid van een gebouw worden vergoed. De uitspraak van de NCG, in het artikel van 8 oktober jl., heeft betrekking op de situatie dat een bewoner (in geval van ingrijpende versterkingsmaatregelen) voor sloop-nieuwbouw kiest, daar waar dat niet uit het versterkingsadvies blijkt. 7In dat geval draagt de eigenaar zelf de kosten die bovenop de kosten komen die noodzakelijk zijn voor de veiligheid van de woning. Als onenigheid ontstaat over de begroting voorafgaand aan de start van de versterking of sloop en nieuwbouw, gaat de NCG hierover met de aannemer en de eigenaren in gesprek om gezamenlijk tot een oplossing te komen.
Zie antwoord vraag 67.