Ingediend | 28 september 2022 |
---|---|
Beantwoord | 4 november 2022 (na 37 dagen) |
Indieners | Mirjam Bikker (CU), Ulysse Ellian (VVD), Ingrid Michon (VVD) |
Beantwoord door | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD), Franc Weerwind (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (D66) |
Onderwerpen | recht rechtspraak |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z17951.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-594.html |
Ja.
Laat ik vooropstellen dat het zorgelijk is dat het OM is genoodzaakt om dit soort maatregelen te nemen. Het is een slecht signaal richting de samenleving en niet goed voor het vertrouwen in de rechtsstaat. Het OM neemt dan ook de nodige maatregelen om dit in de toekomst te voorkomen.
Het OM kan niet aangeven wat de strafeis in de zaken zou zijn geweest. Een strafeis formuleren betreft maatwerk en deze kan gewijzigd worden tot op de zitting. Op basis van de strafvorderingsrichtlijnen is er een grote diversiteit in de te eisen straffen.
Inhoudelijk gaat het met name om ontnemingszaken, waarbij het OM geld wilde ontnemen (bijvoorbeeld van crimineel verkregen geld), en druggerelateerde feiten. In een aantal zaken is het geld echter al op een andere manier ontnomen. Bijvoorbeeld doordat de rechter in de bijbehorende strafzaak (die altijd naast een ontnemingszaak loopt) al heeft gevonnist dat het geld van de verdachte naar de slachtoffers moet. Daarnaast betreft het verdachten die sindsdien niet meer de fout in zijn gegaan. Een deel betreft zeer oude strafzaken rondom het dealen van drugs of het kweken van hennep, beide van relatief beperkte omvang.
Bij de selectie van de zaken heeft het OM een afweging gemaakt op basis van de inhoud van de zaak en de verschillende belangen die meespelen. Relevante factoren waren onder meer: dat er geen directe slachtoffers zijn, dat er al schadeherstel heeft plaatsgevonden, dat een andere reactie op het misdrijf is gevolgd of dat de verdachte sindsdien niet meer in aanraking is gekomen met justitie. Verder is gekeken naar de aard van de feiten: zo wordt er bijvoorbeeld niet getornd aan de vervolging van ernstige geweldsmisdrijven en zedendelicten.
Voor alle zaken geldt dat zij minimaal vier jaar oud zijn. Het zijn zaken die al eerder op zitting zijn besproken, maar niet inhoudelijk zijn afgedaan. In afwachting van een nieuwe zitting kregen andere zaken, bijvoorbeeld met directe slachtoffers, voorrang. De meeste zaken hebben geen directe slachtoffers. In de paar zaken waar sprake was van een direct slachtoffer heeft het OM contact met hen opgenomen en hen de omstandigheden uitgelegd.
Rechtszekerheid en een goede procesorde brengen met zich mee dat de zaken die bleven liggen in het belang van alle partijen wel moeten worden afgedaan. De wet bepaalt dat zaken die al eerder op zitting zijn geweest alleen kunnen worden beëindigd door het OM niet-ontvankelijk te verklaren.
Zie antwoord vraag 2.
Voor beantwoording van deze vraag verwijs ik ook naar de antwoorden op vraag 2 en 3. Bij de selectie van de zaken heeft het OM een afweging gemaakt op basis van de inhoud van de zaak en de verschillende belangen die meespelen. Eén relevante factor was onder meer dat er geen directe slachtoffers zijn. De meeste zaken hebben geen directe slachtoffers. Voor zover wel sprake was van een directe slachtoffer gaat het over het algemeen om slachtoffers die niet op vergoeding van schade rekenen via het strafrecht en geen gebruik willen maken van hun spreekrecht.
Ik vind het een slecht signaal richting de samenleving en heel erg dat het OM zich genoodzaakt ziet dit te doen. Het is niet goed voor het vertrouwen in de rechtstaat en frustrerend voor de politie als zaken op deze manier worden afgerond. Tegelijkertijd gaat het – vergeleken met het totaal aantal zaken dat het OM jaarlijks in behandeling neemt – om een beperkt aantal zaken en verwacht ik niet dat criminelen zich hierdoor straffeloos zullen voelen.
Inhoudelijk zijn het veel ontnemingszaken waarin de bijbehorende strafzaak wel is afgedaan. In deze ontnemingszaken wilde het OM crimineel geld afpakken, maar bleek bijvoorbeeld dat bij verdachte weinig tot niets te halen. In een aantal gevallen is het afpakken al op een andere manier geregeld, bijvoorbeeld doordat de rechter in de bijbehorende strafzaak (die altijd naast een ontnemingszaak loopt) al heeft gevonnist dat het geld van verdachte naar de slachtoffers moet.
Tevens verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 2 en 3 voor de relevante factoren en belangen die hebben meegewogen in de keuzes van het OM.
Zie antwoord vraag 5.
Zoals bij vraag 2 en 3 opgemerkt zijn het zaken die al eerder op zitting zijn besproken, maar niet inhoudelijk zijn afgedaan. Deze zaken lagen stil in afwachting van een nieuwe zitting. Die nieuwe zitting kwam er echter niet, omdat andere zaken voorrang kregen, waaronder bijvoorbeeld zaken met directe slachtoffers.
Het Bestuurlijk Ketenberaad heeft tot doel om op basis van onderlinge afstemming het functioneren van de strafrechtketen te bevorderen. Het terugdringen van voorraden, het identificeren van knelpunten en het richting geven aan het oplossen daarvan zijn vaste aandachtsgebieden van het Bestuurlijk Ketenberaad. Zo is het verkorten van de doorlooptijden een prioritair thema. In dat kader heeft het Ketenberaad, naar aanleiding van de doorlichting van de strafrechtketen, opdracht gegeven tot het opstellen en uitvoeren van het Actieplan Strafrechtketen (Actieplan). Over de uitvoering van dat Actieplan heb ik uw Kamer samen met de Minister voor Rechtsbescherming laatstelijk geïnformeerd op 22 juli 20222.
Op grond van het Coalitieakkoord zijn hiervoor middelen beschikbaar. Om de werkdruk te verlagen is het OM, mede met behulp van middelen uit het Coalitieakkoord, bovenop de reguliere instroom van officieren van justitie reeds vorig jaar gestart met het in drie jaar laten instromen en opleiden van 250 officieren van justitie.
De rechtspraak ontvangt tot slot ook extra middelen op grond van het Coalitieakkoord waarmee de capaciteit van de rechtspraak kan worden versterkt.
Ja, er heeft van tevoren afstemming plaatsgevonden tussen OM en de politie.
Hierbij deel ik u, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, mede dat de schriftelijke vragen van de leden Michon-Derkzen, Ellian (beiden VVD) en Bikker (ChristenUnie), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Justitie Den Haag schrapt 53 zaken: Wietkwekers en drugsdealers ontlopen straf» (ingezonden 28 september 2022) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.