Ingediend | 15 september 2022 |
---|---|
Beantwoord | 29 november 2022 (na 75 dagen) |
Indiener | Suzanne Kröger (GL) |
Beantwoord door | Hans Vijlbrief (staatssecretaris economische zaken) (D66) |
Onderwerpen | bodem energie natuur en milieu water |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z17015.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-873.html |
Ja.
Indien een overdracht plaatsvindt van bedrijfsonderdelen waartoe gaswinning onder de Waddenzee behoort, zullen die activiteiten inderdaad door een andere marktpartij worden uitgevoerd. Het staat iedere marktpartij vrij om op basis van eigen genomen afwegingen te besluiten om bepaalde bedrijfsonderdelen aan te trekken of af te stoten. De NAM heeft dus de mogelijkheid om te concluderen dat door de beperkte ruimte die zij zien om verder te investeren in de zogeheten kleine velden, zij het beter achten dat deze bedrijfsonderdelen overgenomen worden door een ander mijnbouwbedrijf dat met wellicht meer investeringsruimte.
Vanaf het moment van overname is de nieuwe partij de vergunninghouder en zullen de rechten en plichten met betrekking tot die mijnbouwactiviteiten gelden voor de nieuwe partij. Dit betekent dat de nieuwe partij zijn activiteiten moet uitvoeren conform het bepaalde bij of krachtens de Mijnbouwwet (inclusief de voorwaarden of beperkingen die aan de vergunning of instemming zijn verbonden) en daarop ook het toezicht op wordt gehouden. Voor de uitvoering en handhaving gelden dezelfde eisen en worden dezelfde toetsen uitgevoerd, als voor de NAM het geval was. Daarbij merk ik op dat voor de overdracht van de vergunning mijn toestemming nodig is en ik daarvoor de beoogde nieuwe vergunninghouder toets aan de eisen van de Mijnbouwwet, bijvoorbeeld of deze partij beschikt over voldoende technische en financiële mogelijkheden (zie artikel 9 van de Mijnbouwwet).
Ik deel uw zorgen op dit punt niet. Op het moment dat de gaswinning daadwerkelijk mag worden uitgevoerd zoals u in uw vraag stelt, is bekend welke partij dat doet, namelijk de vergunninghouder. Omdat voor de overdracht van de vergunning mijn toestemming nodig is en ik daarvoor de beoogde nieuwe vergunninghouder toets aan de eisen van de Mijnbouwwet, is gewaarborgd dat bekend is welke partij mijnbouwactiviteiten uitvoert en dat deze partij aan de eisen van de Mijnbouwwet voldoet.
Ik deel de conclusie in die zin dat ik bij de overdracht van welke winningsvergunning dan ook door de NAM aan een andere partij de financiële en technische mogelijkheden van de nieuwe partij meeweeg in de beslissing over de overdracht. Dit is van belang aangezien de overnemende partij in de rechten en plichten van de NAM treedt.
De vragen van het lid Kröger (GroenLinks) over het bericht «Grutte fragen by Waadferiening: wat betsjut ferkeap NAM foar gaswinning? (kenmerk: 2022Z17015) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord, omdat er meer tijd nodig is voor de benodigde afstemming. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.