Ingediend | 13 september 2022 |
---|---|
Beantwoord | 19 oktober 2022 (na 36 dagen) |
Indieners | Tjeerd de Groot (D66), Kiki Hagen (D66) |
Beantwoord door | Mark Harbers (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD), van der Ch. Wal-Zeggelink , Vivianne Heijnen (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA) |
Onderwerpen | natuur en milieu water |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z16802.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-402.html |
Ja.
Het RIVM heeft op verzoek van IenW nieuwe risicogrenzen voor PFAS in oppervlaktewater afgeleid nadat eerder al risicogrenswaarden zijn vastgesteld voor zwemwater en vis2. De nu door het RIVM voorgestelde risicogrenzen voor oppervlaktewater zijn lager dan de huidige vastgestelde normen. Aanleiding voor de herbeoordeling is de EFSA-opinie uit 2019, waarin geconcludeerd is dat PFAS al bij lagere inname schadelijk is voor de gezondheid.
Ja, dat is de risicogrens zoals deze in het rapport van het RIVM staat.
De Europese lijst prioritaire stoffen van de Kaderrichtlijn water en de bijlage van de EU-grondwaterrichtlijn worden op dit moment herzien. Een voorstel voor een herziene richtlijn wordt op 26 oktober verwacht. Er zullen nieuwe stoffen worden voorgesteld die Europees-breed een probleem zijn (en de chemische toestand van de KRW bepalen). De meest recente wetenschappelijke inzichten zijn ook op Europees niveau de basis voor de hoogte van de Europese milieukwaliteitsnormen. Nederlandse experts zijn nauw betrokken bij het proces van de herziening. Nieuwe wetenschappelijke inzichten kunnen aanleiding zijn om bestaande normen van de huidige prioritaire stoffen aan te passen, zoals eerder in de herziening van de richtlijn prioritaire stoffen is gebeurd met de aanscherping van de normen van enkele PAK’s en lood.
Ik zal mede op basis van het advies van het RIVM een besluit nemen of de normen voor PFAS in oppervlaktewater aangepast moeten worden.
In de Kamerbrieven van 5 oktober 2021 (Kamerstukken 30 862, nr. 114) en van 20 juni 2022 (35 334, nr. 188) is aangegeven dat het zwevend stof dat uiteindelijk zal bezinken de beste indicatie geeft voor de op termijn te verwachten PFAS-waarden op de waterbodem van de ontpolderde Hedwigepolder. De PFAS-gehalten in het (oppervlakte)water vormen daar geen goede indicatie voor.
De metingen van PFAS in het water van de Westerschelde hebben dan ook geen aanleiding gegeven om de plannen voor de Hedwigepolder aan te passen. De waarde van PFAS in de Westerschelde zijn desalniettemin hoog en de inzet is om samen met de Vlaamse autoriteiten de emissies en daarmee uiteindelijk de PFAS-gehalten in het oppervlaktewater naar beneden te krijgen.
De ontpoldering van de Hedwigepolder is overigens op dit moment onderwerp van een tweetal rechtszaken. Een daarvan betreft een verzoek om herziening van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 12 november 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:4074) door de voormalig eigenaar van de Hedwigepolder. De Raad van State heeft dit verzoek op 19 oktober verworpen, nadat eerder al de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak een verzoek om voorlopige voorziening afgewezen had (ECLI:NL:RVS:2022:3003).
Een tweede procedure betreft een verzoek om handhaving door de gemeente Hulst. De uitspraak hierover van de rechtbank Zeeland West-Brabant wordt een dezer dagen verwacht.
In een onderzoek naar PFAS in grondwater, kwelwater en oppervlaktewater is inderdaad bij een enkele meting een waarde van 11 ng/l PFOA in het oppervlaktewater in de Hedwigepolder gevonden.3 De gemiddelde concentratie PFOA in de Westerschelde in 2021 en 2022 is 8 ng/l.4
Inderdaad zijn zowel de enkele meting in de Hedwigepolder als de tweejaarsgemiddelden in de Westerschelde hoger dan de risicogrenzen die RIVM nu heeft berekend. Of deze grenzen ook omgezet worden in normen moet nog besloten worden. De actuele norm voor PFOA in oppervlaktewater is 48 ng/l.
De Minister voor Natuur en Stikstof heeft uw Kamer op 20 juni 2022 laten weten wat de verschillende uitgevoerde onderzoeken betekenen voor de ontpoldering van de Hedwigepolder (35 334 nr. 188). In deze brief staat uitgelegd dat de gevonden PFAS-waarden de ontwikkeling van estuariene natuur niet in de weg staan. Ook levert de ontpoldering van de Hedwigepolder geen aanvullend risico op voor de volksgezondheid.
Het doel van de ontpoldering van de Hedwigepolder en de Prosperpolder in Vlaanderen is het creëren van een grensoverschrijdend intergetijdengebied om het oppervlak aan estuariene natuur te vergroten. Hiermee wordt invulling gegeven aan de uitbreidingsdoelstelling die geldt voor de habitattypen estuaria, zilte pionierbegroeiing en schorren en zilte graslanden. Zoals aangegeven in de brief van de Minister voor Natuur en Stikstof van 20 juni 2022 staan de gemeten PFAS-waarden het bereiken van dat doel niet in de weg.
Zie antwoord vraag 10.
Naar aanleiding van een uitzending van Zembla over PFAS en de nieuwe risicogrenzen voor PFAS in oppervlaktewater hebben meerdere leden van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld over PFAS2, 3, 4, 5, 6. De vragen kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn beantwoord worden omdat er meer tijd nodig is voor de afstemming, ook met andere betrokken overheden. Mijn collega’s en ik streven ernaar de beantwoording zo snel mogelijk aan de Kamer te verzenden.