Ingediend | 7 september 2022 |
---|---|
Beantwoord | 31 oktober 2022 (na 54 dagen) |
Indieners | Fonda Sahla (D66), Wieke Paulusma (D66) |
Beantwoord door | Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid ouderen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z16358.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-531.html |
Ja.
Ik herken de boodschap van krapte uit de IZA-gesprekken met aanbieders van wijkverpleging. Aanbieders geven aan onvoldoende ruimte te ervaren om vorm te geven aan zaken als goed werkgeverschap, innovatie en samenwerking. Zorgverzekeraars delen dat beeld en hebben in het kader van het IZA afspraken gemaakt om via de contractering in te zetten op het gezond maken van de sector.
De neerwaartse bijstelling van het budgettair kader, volgt op een meerjarige onderschrijding die is opgelopen tot ruim 1 miljard euro. Daarop is het kader neerwaarts bijgesteld met 600 miljoen euro. Daarmee blijft een aanzienlijk deel van de onderschrijding beschikbaar voor de inkoop van wijkverpleging door de zorgverzekeraars. Voor de financiële situatie van zorgaanbieders is het van groot belang dat er in het IZA met ZN, ActiZ en Zorgthuis.nl afspraken zijn gemaakt om de groei van het budgettair kader ten opzichte van de uitgaven in 2022 direct door te vertalen naar de inkoop. De zorgverzekeraars hebben toegezegd dat zij per 2023 IZA-conform gaan inkopen en contracteren. Zij verwachten daardoor ten minste € 250 miljoen (bijna 8%) aan extra omzet in de wijkverpleging 2023 te realiseren ten opzichte van de realisatie in 2022. Voor een deel (€ 175 miljoen) in de vorm van extra middelen middels IZA-conforme contractering en inkoopafspraken (in het reguliere inkoopproces) voor o.a. vitalisering van de sector, passende zorg en meer ruimte in de wijk. Voor het andere deel (€ 75 miljoen, gegarandeerd) in een IZA-fonds voor wijkverpleging onder gezamenlijke aansturing van ZN en de sector. Daarnaast wordt over de reeds bestaande IZA-werkagenda voor wijkverpleging afgesproken dat de gezamenlijke kostentool met bijbehorend proces in het eerste kwartaal van 2023 beschikbaar komt en dus ingezet kan worden voor IZA-conforme contractering en verdere investering in de sector per 2024. Ik zal deze afspraken die in het IZA gemaakt zijn nauwgezet volgen.
De NZa noemt het «zorgelijk» dat zorgaanbieders niet alle benodigde zorg aan hun cliënten kunnen bieden en ziet dat zorgaanbieders in de wijkverpleging aanlopen tegen de grenzen van de toegankelijkheid. De NZa heeft deze zorg recent opnieuw benadrukt in haar publicatie Stand van de Zorg. Ik neem dit signaal van de NZa serieus. Ik ga dan ook, in lijn met en vooruitlopend op de resultaten die de IZA en WOZO-akkoorden moeten gaan opleveren, samen met IGJ en NZa bezien wat kan helpen om casuïstiek in het hier en nu op te lossen en daarbij handvatten te bieden aan alle zorgprofessionals, zorgaanbieders en zorginkopers. Het is belangrijk dat voor iedereen die het nodig heeft de zorg toegankelijk blijft.
Zoals in antwoord 4 is aangegeven heeft de NZa dit oordeel in het rapport Stand van de Zorg geduid. Dit rapport wordt jaarlijks gepubliceerd. De NZa heeft aangegeven op dit moment geen uitspraken te kunnen doen over het aantal meldingen dat zij binnenkrijgt.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 delen zorgverzekeraars beeld dat er via de contractering investering nodig is om vorm te geven aan zaken als goed werkgeverschap, innovatie en samenwerking. Voor de afspraken die in het IZA met ZN, ActiZ en Zorgthuis.nl hierover zijn gemaakt verwijs ik u naar het antwoord op vraag 3.
De zorgverzekeraars hebben aan de IZA-tafel erkend dat de wijze van contractering in de afgelopen jaren mogelijk te eenzijdig georiënteerd was op doelmatigheid. Hiervan is geen kwantitatieve analyse gemaakt. De te ontwikkelen kostentool (zie het antwoord op vraag 3) zal meer inzicht gaan geven in de juiste match tussen kosten en gehanteerde tarieven.
(Verwachte) realisatie
Onderschrijding t.o.v. beschikbaar kader
53
195
125
233
497
371
656
In de wijkverpleging is sprake van een groot aantal verschillende en uiteenlopende tarieven. Om die reden kan ik geen cijfers geven over gemiddelde tarieven. Echter heb ik in een brief van 16-09-2022 aan ZN4 aangegeven dat er over de reeds bestaande IZA-werkagenda voor wijkverpleging wordt afgesproken dat een gezamenlijke kostentool met bijbehorend proces in Q1 2023 beschikbaar komt en dus ingezet kan worden voor IZA-conforme contractering en verdere investering in de sector per 2024.
Deze analyse is op dit moment niet beschikbaar. Wel is de NZa aan het onderzoeken of het mogelijk is om inzicht te krijgen waar de tekorten in de sector zouden zitten, en als dat mogelijk is, hoe daar inzicht op kunnen krijgen.
Bij het CBS valt wijkverpleging onder thuiszorg samen met de WMO-ondersteuning en kraamzorg. CBS heeft geen cijfers van alleen wijkverpleging over personeelsverzuim.
Onderstaande tabel geeft cijfers over de thuiszorg ten opzichte van de totaalcijfers van zorg en welzijn in 2021 en de eerste helft van 2022.
In aanvulling op de cijfers van 2021 en 2022 geeft onderstaande tabel de cijfers over de thuiszorg ten opzichte van de totaalcijfers van zorg en welzijn voor het tweede kwartaal van 2018 t/m 2022. Hier is duidelijk te zien dat de stijging tussen 2021 en 2022 uitzonderlijk hoog is in vergelijking met de afgelopen jaren.
Onderstaande tabel geeft het percentage zelfstandigen zonder personeel van de thuiszorg ten opzichte van het totaal binnen de sector zorg en welzijn.
De vragen van de leden Paulusma en Sahla (beiden D66) over de Verliezen in de wijkverpleging (2022Z16358, ingezonden op 7 september 2022) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.