Ingediend | 16 augustus 2022 |
---|---|
Beantwoord | 9 september 2022 (na 24 dagen) |
Indieners | Lammert van Raan (PvdD), Christine Teunissen (PvdD) |
Beantwoord door | Wopke Hoekstra (viceminister-president , minister buitenlandse zaken) (CDA) |
Onderwerpen | internationaal natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z15565.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-3956.html |
Ja.
Ja.
Ja.
De Nederlandse regering beschikt niet over deze informatie.
Ja. Het gaat volgens de betreffende bepaling om de volgende handeling: «[het] opzettelijk een aanval inzetten in de wetenschap dat een dergelijke aanval bijkomstige verliezen aan levens of letsel onder burgers zal veroorzaken of schade aan burgerobjecten of omvangrijke, langdurige en ernstige schade aan het milieu zal aanrichten, die duidelijk buitensporig zou zijn in verhouding tot het te verwachten concrete en directe algehele militaire voordeel.»
Op 2 maart heeft het Internationaal Strafhof een onderzoek geopend naar vermeende misdrijven gepleegd in de context van de situatie in Oekraïne sinds 21 november 2013. Het is aan de Aanklager van het Internationaal Strafhof om te bepalen hoe dit onderzoek wordt uitgevoerd. De Nederlandse regering mengt zich niet in het vervolgingsbeleid van het Strafhof.
De Nederlandse regering respecteert de onafhankelijkheid van het Internationaal Strafhof en bemoeit zich derhalve niet inhoudelijk met strafrechtelijke onderzoeken van de Aanklager van het Internationaal Strafhof. Het kabinet heeft er vertrouwen in dat de Aanklager van het Internationaal Strafhof de situatie in Oekraïne zal beoordelen in het licht van alle relevante bepalingen in het Statuut van Rome.
Nederland heeft nauw contact met het kantoor van de Procureur-Generaal van Oekraïne over technische ondersteuning en de behoefte van de Procureur-Generaal. Zo zet Nederland op verzoek van Oekraïne en onder de vlag van het Internationaal Strafhof forensisch- en opsporingsteams in voor onderzoek naar en het veiligstellen van bewijs aangaande mogelijk gepleegde oorlogsmisdrijven in Oekraïne. Tot op heden is geen ondersteuning gevraagd bij opsporingsonderzoek naar schade aan het milieu gerelateerd aan de oorlogsmisdrijven gepleegd in Oekraïne.
De Politieke Verklaring aangenomen tijdens de Ukraine Accountability Conference is in zeer korte tijd uitonderhandeld tussen 45 landen, waaronder Oekraïne. Tijdens deze onderhandeling is er geen verzoek geweest om een verwijzing naar milieuschade op te nemen in de verklaring.
Nee. Het kabinet is van mening dat er geen sprake is van een blinde vlek op milieugebied die voortvloeit uit het ontbreken van ecocide als een op zichzelf staand misdrijf in het Statuut van Rome. Zoals aangegeven in de kabinetsreactie op de initiatiefnota van het lid van Raan over ecocide,3 ziet het kabinet verschillende manieren om bescherming van het milieu op internationaal niveau te adresseren.
De zienswijze zoals verwoord in de kabinetsreactie op de initiatiefnota van uw lid van Raan over ecocide is nog actueel en het kabinet ziet geen aanleiding daar nu van af te wijken. Inzetten op een wijziging van het Statuut van Rome acht het kabinet nu weinig kansrijk omdat het kabinet verwacht dat daarvoor onvoldoende draagvlak bestaat. Wel volgt het kabinet ontwikkelingen rondom de juridische benadering van het concept ecocide met interesse en zet Nederland zich in voor betere bescherming van het milieu tijdens gewapende conflicten.