Ingediend | 15 augustus 2022 |
---|---|
Beantwoord | 23 september 2022 (na 39 dagen) |
Indiener | Judith Tielen (VVD) |
Beantwoord door | Kuipers |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z15545.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-23.html |
De bestrijding van het apenpokkenvirus in Nederland wordt gedaan op basis van de adviezen van het Deskundigenberaad, zoals ook gedeeld met uw Kamer (Kamerstuk 29 295, nr. 1928). De bestrijding vindt plaats door het RIVM en de GGD’en, samen met o.a. Soa Aids Nederland. De epidemiologische situatie wordt nauwlettend gevolgd en er wordt elke week gerapporteerd over de stand van zaken op de website van het RIVM. Na een aanvankelijk snelle stijging van het aantal besmettingen lijkt de epidemiologische situatie inmiddels enigszins gestabiliseerd. In het algemeen verloopt de ziekte mild en is slechts in uitzonderingssituaties sprake van ziekenhuisopname.
Ik ben bekend met het door u genoemde artikel in NRC.
In totaal zijn tot 15 september 16.9823 vaccinaties gezet, waarvan 7.936 door de GGD Amsterdam. Bij alle 25 GGD’en loopt de vaccinatiecampagne inmiddels. Ongeveer de helft van de doelgroep is daarmee gevaccineerd; voor het deel van de doelgroep, die eerder tegen pokken is gevaccineerd, is eenmalige vaccinatie voldoende. De tweede vaccinatie wordt vier weken na de eerste vaccinatie gegeven, daar zijn nu dus nog geen gegevens over.
Het is belangrijk dat iedereen uit de hoogrisicogroep, die zich wil laten vaccineren, dat ook kan. Als de vaccinatiegraad lager is dan verwacht, wordt gekeken welke drempels er zijn en hoe deze verminderd kunnen worden. De vakantieperiode kan nu nog een rol spelen bij een eventuele lagere opkomst, daar houden we ook rekening mee.
Waar nodig kunnen de communicatie en de uitvoering gericht worden aangepast om de vaccinatiegraad te verhogen. De benodigde vaccinatiegraad is ook afhankelijk van de natuurlijke immuniteit, die door besmetting wordt opgewekt, en is daarmee niet simpel op 85–90% vast te leggen.
Ruim 2.500 mensen hebben zich inmiddels laten testen op het apenpokkenvirus, waarvan 1209 positief waren (stand van zaken 15 september 2022). Er zijn voldoende testfaciliteiten beschikbaar.
In het kader van onderzoek wordt zowel in Nederland als wereldwijd een bepaald deel van de apenpokkenvirussen via sequencing nader onderzocht, vooral om de verspreiding van de besmetting te kunnen volgen. Het apenpokkenvirus is stabieler dan bijvoorbeeld het coronavirus (corona heeft een «instabiel» spike-eiwit) of het influenzavirus, waardoor minder sprake is van varianten en er geen zorgen zijn over de effectiviteit van testen. Over de effectiviteit van vaccinatie en behandeling is veel nog onbekend; daar wordt op dit moment overal onderzoek naar gedaan. De verwachting is niet dat mutatie daarop veel invloed heeft.
Hoewel er op individueel niveau een behoorlijke ziektelast kan zijn, onder andere ernstige pijnklachten, verloopt het grootste deel van de infecties relatief mild. Voor de behandeling van infecties met een ernstiger verloop is Tecovirimat, een antiviraal middel, het enige geregistreerd middel. In EU-verband wordt momenteel gewerkt aan een gezamenlijke aanbesteding om de beschikbaarheid van dit middel te borgen. Het is nog onduidelijk, wanneer dit proces wordt afgerond. Wel staan waar mogelijk EU-landen elkaar vanuit een gedachte van onderlinge solidariteit bij om vaccins en geneesmiddelen te delen. Het antivirale geneesmiddel is momenteel zeer beperkt beschikbaar binnen de EU. Indien in Nederland behandeling noodzakelijk is, zal ons land een beroep doen op andere EU-lidstaten, die het geneesmiddel beschikbaar hebben. Hier is tot nu toe eenmaal gebruik van gemaakt.
Het RIVM werkt nauw samen met Soa Aids Nederland en de regionale GGD’en, inclusief de Centra voor Seksuele Gezondheid in de bestrijding van het apenpokkenvirus. Soa Aids Nederland heeft nauwe contacten met de doelgroep en andere betrokkenen en zorgt voor de outreach en voorlichting over hoe besmetting met het apenpokkenvirus te voorkomen. Het actueel houden van de communicatie en deze aanpassen, indien dit noodzakelijk is, hoort bij het dagelijkse werk van het RIVM en zijn partners.
De vragen van de leden Tielen en Van der Woude (beiden VVD) over De bestrijding van het apenpokkenvirus in Nederland (2022Z15545, ingezonden op 15 augustus 2022) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.