Ingediend | 15 juli 2022 |
---|---|
Beantwoord | 13 september 2022 (na 60 dagen) |
Indiener | Farid Azarkan (DENK) |
Beantwoord door | Aukje de Vries (staatssecretaris financiën) (VVD), Marnix van Rij (staatssecretaris financiën) (CDA) |
Onderwerpen | belasting financiën |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z15096.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-3997.html |
Ja, het artikel is bekend
Ja, de genoemde data is bekend.
De Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV) onderzoekt of gedupeerde ouders vaker te maken kregen met een kinderbeschermingsmaatregel.3 Hiervoor heeft de IJenV aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gevraagd statistische gegevens aan te leveren om hun kwantitatieve onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden. De publicatie van het CBS is de eerste analyse die in dit kader tot stand is gekomen. In het artikel van de NOS wordt bij de uitkomsten stil gestaan.
Uit de analyse blijkt dat vooral veel eenoudergezinnen, veel gezinnen met een migratieachtergrond en veel gezinnen met een laag inkomen door de problemen met de kinderopvangtoeslag zijn getroffen. Binnen de brede hersteloperatie toeslagen komen deze mensen die geraakt zijn door institutionele vooringenomenheid en de hardheid van het stelsel ook duidelijk terug. Zoals in de kabinetsreactie op de analyse van het CBS is gemeld, zijn de uitkomsten pijnlijk en een bevestiging van de noodzaak voor het herstel van het verleden.4
Zie antwoord vraag 3.
De werkwijzen van Toeslagen konden als gevolg hebben dat verschillende groepen burgers een grotere kans hadden om geselecteerd te worden voor een handmatige beoordeling, en heeft daarmee geleid tot een onbedoelde ongelijkheid in de behandeling tussen mensen. Zoals met uw Kamer gedeeld op 21 april jl. gold dit onder andere voor Nederlanders met lage inkomens en alleenstaanden, maar gold dit ook voor mensen met een andere nationaliteit, zonder dat hier een deugdelijke grondslag voor was.8 Naast de inzet van het risicoclassificatiemodel kende en kent Toeslagen ook andere manieren waarop toeslagaanvragen voor handmatige beoordeling worden geselecteerd. Uw Kamer is hierover geïnformeerd in onder andere de Kamerbrief van 8 december 2021.9
In de brief van 21 april jl.10 heb ik uw Kamer toegezegd dat de geselecteerde groep uit het risicoclassificatiemodel vergeleken zou worden met de populatie aanmeldingen bij UHT en de burgers die door Toeslagen in FSV zijn geregistreerd. Deze vergelijking is inmiddels afgerond (zie tabel 1) en hieruit blijkt dat slechts een beperkt deel van de geselecteerde groep uit het model zich ook heeft gemeld bij UHT.
Totaal
Gedupeerden1
Door Toeslagen geregistreerd in FSV
Geselecteerde groep uit het risico- classificatiemodel
74.288
4.477
2.154
Het voorkomen van institutioneel racisme binnen het toezicht van Toeslagen in de toekomst vereist een breed pakket aan maatregelen. Zowel in relatie tot het verbeteren tot processen als in relatie tot het menselijk toezicht. Het doel van het kabinet is ervoor te zorgen dat dit niet nogmaals gebeurt. Enkele voorbeelden van reeds genomen maatregelen:
Om te zorgen dat medewerkers dit thema beter herkennen en ruimte voor handelingsperspectief voelen, krijgen de onderwerpen «discriminatie en racisme» en «inclusieve organisatiecultuur» een expliciete plek binnen de interventies die er zijn op leiderschap, cultuur, diversiteit en inclusie. Hierbij wordt ook de samenwerking gezocht met de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme die als regeringscommissaris verantwoordelijk is om de aanpak van discriminatie en racisme te versterken. En worden de ontwikkelingen ten aanzien van de Staatscommissie tegen discriminatie en racisme gevolgd om nieuwe wetenschappelijke inzichten op het gebied van de aanpak van discriminatie en racisme toe te passen.
Toeslagen neemt actief deel aan het meerjarenprogramma «Vooroordelen Voorbij» van het College voor de Rechten van de Mens. Het programma draagt eraan bij dat burgers niet worden gediscrimineerd door uitvoeringsinstanties van de overheid, waarbij in het bijzonder aandacht is voor het voorkomen van discriminatie op grond van ras op het terrein van de sociale bescherming. We werken via deze weg aan de onderliggende oorzaken, zoals ingeslepen mechanismen, denkwijzen, werkwijzen en handelingspatronen die leiden tot discriminatie. De eerste pilotgroep waarin de uitvoeringspraktijk van Toeslagen is meegenomen start in september 2022.
Daarnaast worden gesprekken gevoerd met management en medewerkers aan de hand van de aangetroffen voorbeelden. Ook worden casussen en ethische dilemma’s in het toezicht in groepen besproken. Hierbij wordt aandacht besteed aan bewuste en onbewuste vooroordelen.
De onafhankelijke en externe Adviescommissie Analytics gaat bijdragen aan het ethisch verantwoord omgaan met risicomodellen en algoritmen en het met deze inzichten op orde brengen van de bedrijfsprocessen.
Het risicoclassificatiemodel Toeslagen is in juli 2020 stopgezet, momenteel wordt gewerkt aan nieuwe manieren van toetsing en handhaving. Bijna 8 miljoen burgers ontvangen één of meerdere toeslagen. Het is niet mogelijk om alle nieuwe aanvragen en wijzigingen in lopende aanvragen (handmatig) te bekijken, daarmee blijft risicogericht selecteren in het toezicht en dienstverlening noodzakelijk. Door middel van objectief bepaalde risicoprofielen kan onderscheid worden gemaakt tussen groepen burgers om te bepalen waar extra toezicht nodig is. Overheidsorganisaties die gebruik maken van risicoprofielen moeten zich ervan bewust zijn dat dit onderscheid het risico op discriminatie met zich meebrengt. Van discriminatie mag nooit sprake zijn, maar niet elk onderscheid is discriminerend wanneer er een rechtvaardigingsgrond voor is om onderscheid te maken tussen groepen. Daarom onderzoeken de Belastingdienst, Toeslagen en Douane gezamenlijk welke waarborgen nodig zijn om de rechtmatigheid, objectiviteit en transparantie van de risicoselectie te garanderen. Het streven is dit jaar het kader vast te stellen waaraan processen getoetst kunnen worden. De toekomst van risicogericht toezicht is ook een belangrijk onderwerp in de handhavingsstrategie van Toeslagen die op dit moment verder wordt uitgewerkt, resulterend in een toekomstbestendige strategie voor 2023 en verder.
De problemen die de afgelopen jaren aan het licht zijn gekomen met de kinderopvangtoeslag hebben daarnaast ook duidelijk gemaakt dat het van groot belang is om meer aandacht te hebben voor de schrijnende situaties en uitzonderingen die op individueel niveau kunnen ontstaan. Toeslagen werkt daarom ook aan het verbeteren de dienstverlening, het versterken van de menselijke maat in de werkprocessen en richt signaalmanagement in als een keten van de werkvloer tot opdrachtgevers. Om sneller te kunnen acteren in knellende situaties bij individuele burgers biedt signaalmanagement de basis om fouten te voorkomen en te blijven leren over (nieuwe) knelpunten en voor verbetermogelijkheden.
Voor Toeslagen geldt dat de aanspraak op toeslag mede afhankelijk is van de nationaliteit van de aanvrager, omdat dit een element is bij het bepalen op welke grond er sprake kan zijn van rechtmatig verblijf. De verwerking van de dubbele nationaliteit van Nederlanders is echter niet noodzakelijk voor deze taak, dat heeft ook de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) geconcludeerd. Het is niet zo, en ook niet door de AP vastgesteld, dat de behandelaren in dit verband geselecteerd hebben op tweede nationaliteit.
De Belastingdienst ontving tot 31 januari 2015 van burgers met een Nederlandse nationaliteit ook de eventuele tweede nationaliteit uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Deze werd door de Belastingdienst verwerkt in het door alle onderdelen van de Belastingdienst gebruikte systeem Beheer van Relaties (BVR) en werd vervolgens overgenomen door het Toeslagen Verstrekkingen Systeem (TVS). In TVS zijn zogenaamde «regels» ingebouwd waarmee de situatie van de burger kan worden weergegeven in relatie tot de wettelijke vereisten. De behandelaren van Toeslagen hadden zodoende toegang tot de (historische) gegevens over de tweede nationaliteit. De verwerking van de dubbele nationaliteit had niet gemogen en de AP heeft daarvoor ook een boete opgelegd. Toeslagen hield geen gegevens bij over de afkomst van burgers. Het is wel bekend dat er naar aanleiding van externe signalen over misbruik of oneigenlijk gebruik bij een aantal gastouderbureaus (fraude)onderzoeken hebben plaatsgevonden waarvan de eigenaren en/of klanten een van de genoemde migratieachtergronden had. Bij het risicoclassificatiemodel van Toeslagen gold dat onder andere Nederlanders met lage inkomens en alleenstaanden, maar ook mensen met een andere nationaliteit, relatief vaker geselecteerd werden voor handmatige behandeling.11
Bij de Belastingdienst is het gegeven geboorteplaats en geboorteland van een belastingplichtige voor een beperkt deel van de medewerkers beschikbaar voor de uitvoering van hun taak. De doelbinding hiervoor is de Successiewet 1956, erfbelasting en een koppeling met het Centraal Testamenten Register.
In sommige gevallen kan gereconstrueerd worden hoe een casus is ontstaan. Voor de Belastingdienst werd in de niet formeel vastgestelde «handleiding voor analisten aan de Poort» voor de selectie van aangiften inkomstenbelasting de combinatie van hoge aftrek van medicijnkosten met achternamen eindigend op -ic genoemd als voorbeeld van een opvallend patroon van uitgaven dat voor fraudeonderzoek in aanmerking komt. Een aantal van deze aangiften is opgeleverd voor controle en de zorgkosten bleken onjuist te zijn, vermoedelijk gefingeerd. Dat was aanleiding om in de handleiding voor de analisten aan de poort inzake het volgende belastingjaar op te nemen dat ze moesten letten op dit patroon. Op 25 januari12, 24 februari13, 29 maart14 en 30 mei15 jl. heeft ook de Staatssecretaris voor Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst aangegeven dat hij de bepaling van het risico op fraude gebaseerd op persoonskenmerken als nationaliteit en uiterlijk voorkomen ten strengste afkeurt.
Zie antwoord vraag 12.
Binnen de Belastingdienst en Toeslagen wordt nagedacht over de wijze waarop risicoselectie en handhaving kunnen worden vormgegeven met oog voor de omgang met risico’s bij selecties en het voorkomen van het maken van onbedoeld onderscheid en de manier waarop hierover verantwoording kan worden afgelegd. Wanneer individuele ambtenaren over de schreef gaan op welke manier dan ook, volgt altijd een gesprek en waar nodig passende maatregelen. Racisme en discriminatie worden – en werden ook in het verleden – hierbij niet getolereerd.
De voorbeelden die u noemt zijn geen selectiecriteria geweest in risicoprofielen, maar voorbeelden van kenmerken waar door ambtenaren van de Belastingdienst handmatig naar gekeken werd. Zie ook de laatste alinea van het antwoord op vraag 13.
Daarnaast merkt PwC in zijn onderzoek16 naar de effecten van FSV binnen MKB op dat het verschillende documenten waargenomen heeft over het beleid rondom de selectie van ondernemers voor startersbezoeken. Dit zijn geen controlebezoeken, maar bezoeken waarin de Belastingdienst kennismaakt met een beginnend bedrijf en ondernemers informeert over hun rechten en plichten. Daarin kwam het voor dat de herkomst (nationaliteit) van ondernemers als een van de leidende selectiecriteria wordt genoemd. Deze voorbeelden zijn op 24 februari jl.17 met uw Kamer gedeeld. In één van de voorbeelden uit 2009 wordt het culturele aspect in de benadering als mogelijke verklaring genoemd. In een ander voorbeeld uit 2008 wordt het verhoogde risico op oneigenlijk ondernemerschap bij «westerse buitenlandse origine» en op vroegtijdige beëindiging en betalingsachterstand bij «niet-westerse buitenlandse origine» genoemd. Hierbij wordt een vergelijking gemaakt van een aantal indicatoren over aangifte- en betaalgedrag en overlevingskans, die een mogelijke verklaring biedt.
De vermelding van donaties aan moskeeën heeft PwC aangetroffen in de «handleiding voor analisten aan de Poort». In zijn rapport over query’s aan de Poort geeft PwC aan dat vijf analisten de kritische processen binnen de Poort verrichtten. Achtergrond van de vermelding van giften aan moskeeën is dat, zoals PwC aangeeft in zijn rapport, 50 van de ca. 500 moskeeën in Nederland de ANBI-status hebben, en giften aan niet-ANBI’s niet aftrekbaar zijn. Naar aanleiding van signalen dat sprake zou zijn van valse kwitanties, heeft nader onderzoek plaatsgevonden op basis waarvan enkele aangiften zijn gecorrigeerd en heeft strafrechtelijk onderzoek plaatsgevonden naar degenen die verdacht werden van handel in deze kwitanties. Gegeven deze achtergrond kan niet worden geconcludeerd dat islamofobie ten grondslag ligt aan de vermelding van giften aan moskeeën in de handleiding. In de nieuwe handleiding voor analisten aan de Poort, die uw Kamer op 17 juni jl. heeft ontvangen, worden giften aan moskeeën niet meer genoemd.
Nee, in FSV waren geen gegevens beschikbaar over de eerste of tweede nationaliteit van de burgers. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) geeft in haar rapport18 aan dat in het vrije tekstveld voor 0,3% van de registraties (1% voor Toeslagenregistraties) informatie staat die te relateren is aan nationaliteit, maar niet of het hier tweede nationaliteit betreft en of deze informatie klopt. Daarnaast geldt voor Toeslagen dat de data met betrekking tot een tweede nationaliteit in de datakluis staat opgeborgen en daarom niet geraadpleegd wordt.
Zoals ook vermeld staat in het coalitieakkoord, is voor institutioneel racisme geen plek in onze samenleving. Overheids- en uitvoeringsorganisaties moeten hierbij het goede voorbeeld geven. Tegelijkertijd leren we van de geldende definities rond institutioneel racisme ook dat dit tot stand komt omdat we bewust en onbewust werken of denken in ingebakken procedures, gewoontes of gedragsvormen die op soms lastig herkenbare wijze een nadeel opleveren voor bepaalde groepen mensen op grond van hun afkomst. Het adresseren van dit thema is daarom belangrijk, zodat we ervan kunnen leren en hopelijk ervoor kunnen zorgen dat we het in ons eigen gedrag herkennen. Het doel van het kabinet is ervoor te zorgen dat dit niet nogmaals gebeurt.
Zie antwoord vraag 11.
Dit is in lijn met de eerdere conclusie dat bij het toezicht van Toeslagen sprake is geweest van institutioneel racisme. De werkwijze van Toeslagen had tot gevolg dat onder andere Nederlanders met lage inkomens en alleenstaanden, en mensen met een andere nationaliteit, een grotere kans hadden om geselecteerd te worden voor een handmatige beoordeling.
De Toeslagenaffaire heeft in de samenleving en ook bij diverse groepen daarbinnen waar u een aantal van noemt, veel teweeggebracht wat schadelijk is geweest voor het vertrouwen in de overheid. Dat geldt voor alle gedupeerden. Het vertrouwen dient weer opgebouwd te worden door onder andere de geleden schade te herstellen, te laten zien dat van de fouten in systemen en structuren geleerd is en deze tevens worden verbeterd.
Daartoe zetten onder andere de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT), de Sociale Bank Nederland (SBN) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) zich in om recht te doen aan de fouten die Toeslagen in het verleden heeft gemaakt, door het bieden van erkenning aan de ouders, financieel herstel, emotioneel herstel (heling) en brede hulp. Zij doen dit vanuit het bewustzijn van het onrecht dat ouders, kinderen en jongeren is aangedaan en zien het als hun plicht een nieuwe start mogelijk te maken. Door middel van de voortgangsrapportages over de hersteloperatie Toeslagen (VGR) wordt uw Kamer geïnformeerd over de laatste stand van zaken van de hersteloperatie. Hierbij wordt uitgebreid ingegaan op de verschillende manieren waarop wordt gewerkt aan het herstelproces van de gedupeerden gezinnen. Voor de volledigheid verwijs ik u naar de laatste VGR, die op 15 juli jl. naar uw Kamer verzonden is.20
Nee, dat kan ik niet. Om dit te analyseren is informatie nodig over de afkomst van toeslagaanvragers en deze informatie wordt en werd niet bijgehouden bij Toeslagen. Daarnaast staat de data met betrekking tot een tweede nationaliteit in de datakluis van Toeslagen opgeborgen en wordt daarom niet geraadpleegd. Zoals ook eerder in de antwoorden van deze set is benoemd, is wel bekend dat in het verleden in een aantal toeslag gerelateerde CAF-zaken onderzoeken hebben plaatsgevonden naar gastouderbureaus waarvan de eigenaren en/of klanten een van de genoemde achtergronden had. Verdere analyse hierop heeft niet plaatsgevonden en is om de hierboven genoemde redenen ook niet mogelijk.
Zie antwoord vraag 26.
Ja, het artikel is bekend. Dit artikel gaat in op documenten die openbaar zijn gemaakt naar aanleiding van een Commissieverzoek en een verzoek op grond van de Wet open overheid. Het ging daarbij om een groot aantal documenten waarbij diverse onderwerpen aan bod kwamen. De hoofdmoot van dit verzoek had betrekking op het verkrijgen van inzicht in discussies rondom schadevergoeding of vormen van compensatie naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State van 2017, het rapport van de Nationale ombudsman «Geen powerplay maar fair play» of het memo van de vaktechnisch coördinator.
Voorop staat dat in het verleden grote fouten zijn gemaakt bij de Kinderopvangtoeslag. Het vorige kabinet heeft daar verantwoordelijkheid voor genomen en er is een omvangrijke operatie gestart om gedupeerde ouders herstel te bieden. Ook al is het daarmee niet klaar. Duidelijk is ook, en dat blijkt weer uit deze documenten, dat er in het verleden signalen zijn geweest dat er zaken fout gingen en dat daar actie op had moeten worden ondernomen, maar er is te weinig met de signalen gedaan. In het artikel wordt echter een aantal onderwerpen aangehaald waarop een aantal nuanceringen zijn toe te brengen. In de antwoorden op de vragen 32 t/m 34 wordt dit nader toegelicht.
De Parlementaire ondervragingscommissie (POK) heeft meerdere keren informatie gevorderd. Allereerst heeft de POK informatie gevorderd over het rapport van de Nationale ombudsman «Geen powerplay maar fair play» en de opvolging daarvan, voor zover die informatie het niveau van plaatsvervangend DG had bereikt. De reikwijdte van het Woo-verzoek en de informatievordering overlappen slechts ten dele. Stukken uit het Woo-verzoek hebben bijvoorbeeld niet allemaal het niveau van plaatsvervangend DG bereikt en vielen daarom niet onder de informatievordering van de POK. Deze stukken zijn dan ook niet verzameld ten behoeve van de informatieverstrekking aan de POK en of intern nader geraadpleegd. De POK heeft in oktober 2020 ook informatie gevorderd over het «memo Palmen». Dit was een afgebakende vordering die op verzoek van de POK binnen een week moest worden aangeleverd. Binnen de beschikbare tijd heeft het Ministerie van Financiën haar uiterste best gedaan informatie te verstrekken om een zo goed mogelijk beeld te geven van de gang van zaken rondom het memo Palmen. De behandeling van het Woo-verzoek heeft ongeveer een jaar geduurd.
Toeslagen en de Belastingdienst zijn gestopt met de CAF-onderzoeken en CAF-teams.24 Het screeningsteam (ofwel: STEAM) is niet het Combiteam Aanpak Facilitators (CAF) onder een andere naam of de opvolger van CAF. Dit is ten onrechte wel zo genoemd in conceptantwoorden op Kamervragen die in het Woo-verzoek verstrekt zijn. De conceptversie is nooit naar de Kamer verzonden omdat dit antwoord feitelijk onjuist was. Het screeningsteam is in 2016 ingericht bij Belastingdienst/Toeslagen en werkte ter ondersteuning van het intensief toezicht proces. Het team bestond met name uit medewerkers van Handhavingsregie, Fraude en Intensief Subjectgericht Toezicht (IST). Bij het screeningsteam kwamen signalen binnen van mogelijk misbruik of oneigenlijk gebruik die op basis van bij Belastingdienst/Toeslagen beschikbare informatie aan een eerste analyse werden onderworpen. Voorbeelden hiervan zijn het opstellen van casusbeschrijvingen en evaluatierapporten, zoals we deze kennen uit de CAF-casussen. Hierbij stond de vraag centraal of het signaal aanleiding kon zijn voor een nader onderzoek. Als daar aanleiding voor was werd een zaak voor verder onderzoek doorgegeven aan een andere afdeling zoals, Toezicht, IST, het fraudeteam of het CAF-team.
De positie en werkwijze van het screeningsteam als onderdeel van de fraudeaanpak bij Belastingdienst/Toeslagen, met inbegrip van de relatie tot CAF, staat reeds beschreven op pagina 59 in het eindrapport van de Commissie Advies Uitvoering Toeslagen (AUT) uit 2020.25 In 2021 heeft de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed een rapport opgeleverd over de naleving van de Archiefwet bij Toeslagen, waarin vanaf pagina 35 ook de positionering en werkwijze van het screeningsteam nader wordt geduid.26 Ook in de Kamerbrief van 21 april jl. is het screeningsteam genoemd.27
Dit onderwerp heeft in het verleden niet de aandacht gekregen die het verdiende. Echter, de constatering dat de Belastingdienst al in 2019 wist dat er sprake was van etnisch profileren en er op niet-Nederlandse afkomst werd geselecteerd in fraudeonderzoeken, is niet juist. Dit lijkt te zijn gebaseerd op een mailwisseling tussen ambtenaren uit maart 2019 waarin de evaluatierapporten van meerdere toeslag gerelateerde CAF-zaken zijn bekeken. Voor zover nu is te reconstrueren op basis van deze stukken lijkt het dat op dat moment nog niet duidelijk was of er bij de CAF-zaken iets dergelijks speelde en dat juist daarom deze medewerkers de evaluatierapporten zijn gaan lezen. Een aantal maanden later, op 11 juni 2019, is een brief naar de Kamer gegaan «Richting een oplossing voor ouders in de CAF-11 zaak»28 waarin Staatssecretaris Snel onder andere ingaat op het gebruik van nationaliteit. Specifiek op het Risicoclassificatiemodel en de query’s voor toeslag gerelateerde CAF-zaken, waarbij gegevens over (eerste en tweede) nationaliteit werden gebruikt. Hieruit kan worden opgemaakt dat naar aanleiding van de signalen van deze medewerkers verder onderzoek is gedaan naar het selecteren op «niet-Nederlandse aanvragers». Verdere beoordeling van dit thema is ook onderdeel geweest van de opdrachtverstrekking aan de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen en de rapporten van de AUT en de ADR in maart 2020 besteden hieraan aandacht. Van selecteren op afkomst of etnisch profileren was geen sprake, omdat Toeslagen deze informatie niet tot haar beschikking heeft gehad.
De AP heeft ook in haar rapport «De verwerking van de nationaliteit van aanvragers van kinderopvangtoeslag» in juli 2020 geconstateerd dat er geen sprake is geweest van etnisch profileren door Toeslagen. Reden hiervoor is dat er geen direct verband bestaat tussen de nationaliteit en het ras of de etnische afkomst van een persoon en dat Toeslagen niet beschikte over gegevens over ras of etnische afkomst.
Het informeren van de Kamer is een grondwettelijke taak die zeer serieus genomen wordt.
Ja, in de 11e VGR-kinderopvangtoeslag is uw Kamer hierover geïnformeerd.30
Op dit moment is er € 2.8 miljoen uitbetaald aan dwangsommen voor 1.960 ingebrekestellingen en 15 beroepen niet tijdig beslissen31. Daarnaast klopt het dat 70 miljoen euro is gereserveerd voor toekomstige dwangsommen (inclusief apparaatskosten), zoals ook staat opgenomen in de 11e VGR-kinderopvangtoeslag32. Dit betreft zo’n 46.000 zaken.
In de 11e VGR-kinderopvangtoeslag is uw Kamer geïnformeerd over de gevolgen van het stijgende aantal ingebrekestellingen en beroepen niet tijdig beslissen. Hierin is de Kamer ook geïnformeerd over de inspanningen van UHT om ervoor te zorgen dat ouders zo snel als mogelijk te helpen en de knelpunten op te lossen.33
Ja, dat klopt. In juni was het personeelsverloop 3,2% per maand. Hierover is uw Kamer ook geïnformeerd in de 11e VGR.34 Net zoals bij andere nieuw opgerichte organisaties vergt het inwerken van medewerkers tijd. Voor een beperkt aantal functies binnen UHT is een paar maanden inwerktijd noodzakelijk gegeven de complexe materie en processen en de zorgvuldigheid die betracht moet worden. Ongeveer 75% van de medewerkers heeft als externe een tijdelijk contract. Er loopt een traject om meer medewerkers aan de organisatie te binden. Het gaat daarbij om het behoud van huidige medewerkers, bijvoorbeeld door 300 FTE een vaste aanstelling bij UHT aan te bieden, en het verder opschalen van de personele capaciteit. In de huidige krappe arbeidsmarkt is en blijft dat een uitdaging.
Om herhaling in de antwoorden zoveel mogelijk te voorkomen zijn enkele vragen in de beantwoording samengevoegd.