Ingediend | 13 juli 2022 |
---|---|
Beantwoord | 31 augustus 2022 (na 49 dagen) |
Indiener | Sandra Beckerman |
Beantwoord door | Vivianne Heijnen (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA) |
Onderwerpen | natuur en milieu voeding water zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z15005.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-3821.html |
Ja, ik ben op de hoogte van het feit dat EPA nieuwe health advisories voor GenX en drie andere PFAS in drinkwater heeft voorgesteld. EPA herziet deze technische advieswaarde regelmatig op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten. In Nederland en Europa baseren we de normen op basis van de bevindingen van het RIVM respectievelijk de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA).
De drinkwaterrichtwaarde zoals door het RIVM geadviseerd is gebaseerd op een recente beoordeling van de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA). Het RIVM heeft na evaluatie besloten om de nieuwe gezondheidskundige grenswaarde die door EFSA is afgeleid te gaan gebruiken in zijn risicobeoordelingen. Over deze EFSA-opinie en het vervolg daarop is uw Kamer meermaals geïnformeerd2.
Het RIVM is gevraagd om te onderzoeken in hoeverre de health advisories van EPA en de drinkwaterrichtwaarde die het RIVM op dit moment adviseert3 van elkaar verschillen en deze verschillen zo goed mogelijk te verklaren.4
Een vergelijking tussen de bedoelde US EPA waarde en de RIVM waarde voor PFAS is niet zomaar te maken. Dit komt doordat de RIVM-drinkwaterrichtwaarde geldt voor de optelsom van alle PFAS en de US EPA health advisories voor een aantal individuele PFAS zijn afgeleid. Het RIVM heeft toch onder een aantal aannames een herberekening van de waardes uitgevoerd. Hieruit blijkt dat er een verschil is tussen de US EPA waarde en de RIVM waarde. Die van US EPA vallen, afhankelijk van de soort PFAS, een factor 2 tot 1000 lager uit. De verschillen kunnen met name worden verklaard doordat de EFSA en de US EPA beide hun eigen gezondheidskundige grenswaarden hanteren.
Het RIVM en andere Europese lidstaten gebruiken de gezondheidskundige grenswaarden die door EFSA is afgeleid in haar risicobeoordelingen. EFSA beoordeeld zelfstandig of op basis van nieuw onderzoek bestaande gezondheidskunde richtwaarde aangepast dienen te worden. Indien de EFSA adviseert een aangepaste gezondheidskunde grenswaarde te gebruiken dan zal het RIVM beoordelen welke gevolgen dit heeft voor bijvoorbeeld de RIVM-drinkwaterrichtwaarde. Een aanpassing van de US EPA leidt daarmee niet direct tot een andere afweging door het RIVM. Daarom is er op dit moment geen aanleiding om het RIVM te vragen opnieuw te adviseren over de nu geldende drinkwaterrichtwaarde.
GenX-stoffen zijn aangemerkt als Zeer Zorgwekkende Stof (ZZS). Voor lozingen en emissies van een ZZS geldt een minimalisatieplicht. Dat betekent dat lozingen geheel voorkomen moeten worden en, als dat niet direct haalbaar is, moeten emissies zo ver mogelijk worden geminimaliseerd. Daarmee gelden dus al de strengst mogelijke eisen. De vergunde lozingen van GenX zijn door Chemours inmiddels met meer dan 99% gereduceerd ten opzichte van 2016. De minimalisatieverplichting blijft van kracht en Chemours moet zich blijven inzetten voor een verdere terugdringing van lozingen.
Chemours heeft, naast deze minimalisatieplicht, van RWS een watervergunning met daarin de nu toegestane lozingen. Daarvoor is met de immissietoets bepaald welke concentraties in het oppervlaktewater terecht komen. Die concentraties worden vervolgens getoetst aan de momenteel gehanteerde oppervlaktewaterdoelstellingen voor onder andere GenX. Deze oppervlaktewaterdoelstellingen zijn mede gebaseerd op de gezondheidskundige advieswaarde.
Of aanscherping van de lozingseisen zoals in de vergunning opgenomen verder worden aanscherpt is op voorhand niet te zeggen. Allereerst beziet het RIVM of de nieuwe informatie aanleiding vormt om de gezondheidskundige waarde voor Nederland aan te passen. Een aangepaste gezondheidskundige waarde kan dan vervolgens betekenen dat de waterkwaliteitsdoelstelling wordt aangepast en vastgelegd. Als er sprake is van een aanscherping van de waterkwaliteitsdoelstelling kan dit betekenen dat de lozingseisen in de vergunning opnieuw bezien moeten worden.
Nee, het verschil met Nederland is dat in het gebied rondom de Chemours-locatie in North Carolina nog veel huishoudens niet aangesloten zijn op een drinkwaternetwerk en daarom zelf grondwater oppompen om te gebruiken als drinkwater. In Nederland zijn huishoudens aangesloten op een drinkwaternetwerk. Hierbij hebben de drinkwaterbedrijven de taak om te zorgen voor de productie en levering van drinkwater dat aan de veiligheidseisen voldoet.
De drinkwaterrichtwaarde die RIVM voor PFAS heeft geadviseerd is gebaseerd op de gezondheidskundige grenswaarde die EFSA in 2020 heeft bepaald. Indien het RIVM concludeert dat nieuwe relevante wetenschappelijke inzichten aanleiding geven tot aanpassing van zijn adviezen zal ik u hierover informeren. Ik vind het belangrijk dat het RIVM zijn adviezen baseert op een zuiver wetenschappelijke afweging.
Het restrictievoorstel waaraan Nederland samen met andere landen werkt richt zich op beperking van productie, in de handel brengen en gebruik van PFAS-stoffen op basis van hun persistentie in het milieu en de nadelige effecten die PFAS-stoffen op de mens kunnen hebben. Hierbij wordt gebruik gemaakt van alle relevante beschikbare wetenschappelijke informatie. Beschikbare gezondheidskundige grenswaarden voor PFAS-stoffen, waarop onder andere de geadviseerde drinkwaterrichtwaarde is gebaseerd, vormen een belangrijk onderdeel van de onderbouwing van de gezondheidsbaten van het restrictievoorstel.
Dat is op voorhand niet direct te zeggen. Het RIVM moet eerst beoordelen of er reden is om zijn adviezen aan te passen. Vervolgens zal onderzocht moeten worden wat dit betekent voor de normen die voor sommige PFAS gehanteerd worden. Als er nieuwe normen worden afgeleid kan het bevoegd gezag de vergunningen toetsen aan die nieuwe normen. Zie ook het antwoord op vraag 3.
Het ILT-rapport uit 2019 bevat aanbevelingen voor de binnenlandse afvalketen. De aanbevelingen om het zicht op verspreiding van GenX en andere ZZS in de afvalketen te verbeteren zijn al deels opgevolgd, aan andere aanbevelingen wordt nog gewerkt. Het inzicht naar de verspreiding van GenX via de afvalketen zal hierdoor steeds verder toenemen.
Naar aanleiding van het onderzoek van de ILT is onderzocht of de wettelijke grondslag voor informatieverstrekking op nationaal niveau versterkt kan worden, door een verplichting over informatieverstrekking over ZZS in afvalstromen vast te leggen in het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. Uw Kamer is hierover geïnformeerd op 5 juni 20207. Zoals nu voorzien treedt deze wijziging per 1 juli 2023 in werking. Voor het wijzigingsvoorstel wordt nog een internetconsultatie georganiseerd en het voorstel zal nog in voorhang gaan bij uw Kamer.
Vooruitlopend hierop kunnen bedrijven en het bevoegd gezag al het gesprek aangaan over de noodzaak om risicostoffen in afvalstromen beter in beeld te brengen8. Gesprekken tussen de ILT en Chemours hebben er al toe geleid dat het zicht op de aanwezigheid van GenX-stoffen in afvalstromen van Chemours is verbeterd. In de brief van 18 januari 2021 is uw Kamer geïnformeerd over de verdere stappen die de ILT en het bevoegd gezag richting Chemours hebben ondernomen9.
De ILT en de provincie Zuid-Holland hebben laten weten dat Chemours op dit moment aan alle vereisten voldoet wat betreft het GenX-houdende afval. Daarnaast heeft de ILT een tijdelijke uitvoeringslijn PFAS en EVOA opgesteld die het zicht op de verspreiding van GenX-stoffen via internationaal afvaltransport verbetert10. Tot slot zal de ILT vanaf het najaar 2022 extra aandacht aan ZZS in afvalstromen besteden bij de uitvoering van haar nieuwe Programma Chemische Stoffen.