Ingediend | 22 juni 2022 |
---|---|
Beantwoord | 6 juli 2022 (na 14 dagen) |
Indiener | Pepijn van Houwelingen (FVD) |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (minister defensie) (D66) |
Onderwerpen | internationaal internationale samenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z12758.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-3418.html |
Artikel 42 lid 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie bevat de verplichting voor (de overige) lidstaten van de EU om een lidstaat van de EU te hulp te komen als die lidstaat gewapenderhand wordt aangevallen op zijn grondgebied en een beroep doet op de wederzijdse bijstand clausule (Artikel 42 lid 7 VEU). Deze bepaling, en de daaruit volgende verplichting van de EU-lidstaten, geeft invulling aan het recht van Staten om zichzelf individueel of collectief te verdedigen tegen een gewapende aanval, zoals ook opgenomen in Artikel 51 van het Handvest van de Verenigde Naties. De verplichting omvat het verlenen van hulp en bijstand met alle beschikbare middelen. Dit kunnen militaire maar ook andere, zoals humanitaire of financiële, middelen zijn. Derhalve is van geschetst automatisme in uw vraag geen sprake.