Ingediend | 2 juni 2022 |
---|---|
Beantwoord | 22 juni 2022 (na 20 dagen) |
Indiener | Peter Kwint |
Beantwoord door | Dennis Wiersma (minister zonder portefeuille onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap voortgezet onderwijs |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z10979.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-3230.html |
Ja.
Ik wil graag dat het geld zo snel mogelijk op de juiste plek komt. Daarom ben ik verheugd dat naar aanleiding van de afspraken in het Onderwijsakkoord er nu het onderhandelaarsakkoord cao voortgezet onderwijs ligt waarin wordt afgesproken dat de schoolbesturen er zorg voor dragen dat de middelen volledig bij de scholen terecht komen. Ook zijn de kaders voor de bestedingswijze van de middelen op school door de sociale partners nader uitgewerkt in het cao-akkoord, waarbij de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad en het voltallige personeel betrokken en in ieder geval geïnformeerd moeten worden. Op deze wijze wordt geborgd dat het geld daar waar nodig is terecht komt en bijdraagt aan de werkdrukverlaging en daarmee ook aan meer werkplezier. Het cao-akkoord wordt de komende weken voorgelegd aan de achterbannen van de cao-partijen. Bij een positief resultaat wordt het akkoord verwerkt in de cao vo. Zodra deze cao definitief is, worden de beschikbare middelen toegevoegd aan de rijksbijdrage van de scholen.
In het primair onderwijs is de systematiek van de werkdrukmiddelen effectief gebleken. Uit de tussenevaluatie naar het werkdrukakkoord in het primair onderwijs is gebleken dat de werkdruk sinds het werkdrukakkoord is gedaald. In het primair onderwijs bepalen de scholen in overleg met het team wat er op hun school nodig is om overbelasting van leraren tegen te gaan en de werkdruk aan te pakken. De werkdrukmiddelen hebben een positief effect op het voeren van het gesprek over de financiën en het gevoel van eigenaarschap. Leraren in het primair onderwijs voelen zich minder emotioneel belast en ervaren meer regelmogelijkheden. Nu er ook geld beschikbaar is voor werkdrukmiddelen in het voortgezet onderwijs heb ik er, mede door de positieve resultaten uit het primair onderwijs, alle vertrouwen dat met afspraken in het cao-akkoord die de sociale partners hebben gemaakt het geld op de juiste plek terecht komt.
Zoals ik ook aangeef in mijn antwoord op vraag 3, is er voor de werkdrukmiddelen in het primair onderwijs veel bekend over de besteding en het effect. Schoolbesturen worden gevraagd om met hun verantwoording aanvullende vragen over de besteding van de werkdrukmiddelen in het verantwoordings-programma XBRL in te vullen. Op deze wijze hebben we inzicht in de besteding van de middelen. In het Onderhandelaarsakkoord Cao Voortgezet Onderwijs 2022/2023 zijn afspraken gemaakt over de evaluatie op schoolniveau over de verantwoording over de besteding, betrokkenheid van het personeel en evaluatie. Aanvullend op de verantwoordingsvragen over de besteding van de middelen zal er, vergelijkbaar met het onderzoek in het primair onderwijs, ook een evaluatieonderzoek naar de werkdrukmiddelen in het voortgezet onderwijs worden gestart. Uit het evaluatieonderzoek zal blijken of de middelen tot een gewenst effect hebben geleid.
Er is voor de verlaging van de werkdruk in het vo recent maar één incidentele maatregel geweest. Met het convenant «extra geld voor werkdrukverlichting en tekorten onderwijspersoneel in het funderend onderwijs 2020–2021» is er 150 miljoen euro voor het voortgezet onderwijs beschikbaar gekomen. Scholen konden dit geld in 2020 en 2021 uitgeven aan onder andere werkdrukverlichting. De wijze van besteding moest met actieve betrokkenheid van het onderwijzend personeel plaatsvinden. Voor de structurele middelen die beschikbaar komen voor werkdrukverlaging met het Onderwijsakkoord geldt dat elke school daar op zijn eigen manier invulling aan kan geven binnen de kaders van de afspraken uit het cao-akkoord. In het voortgezet onderwijs worden namelijk verschillende vormen van samenwerking tussen leraren onder het concept «team» geschaard. Er is daarom ook geen eenduidige definitie van een team. Het is evident dat onderwijs teamwork is, en dat er binnen scholen altijd tussen leraren, onderwijsondersteunend personeel en schoolleiding samen moet worden gewerkt voor het beste onderwijs. Maar het is aan scholen zelf om de organisatie in te richten, en zij kunnen dus ook zelf bepalen in welke samenstelling er precies wordt gewerkt.
Ik vind dat de middelen moeten worden ingezet passend bij de context zodat het geld terecht komt daar waar het nodig is om de werkdruk aan te pakken. In het cao-akkoord hebben de partijen afgesproken dat de helft van de middelen wordt besteed aan een collectieve aanpak waarin schoolleiders, leraren en ondersteunend personeel in overleg treden over de te nemen maatregelen. Daarnaast is de andere helft van de middelen beschikbaar voor een individuele component waarbij elke medewerker recht heeft op extra tijd voor taakverlichting.
In de afgelopen periode hebben er meerdere onderzoeken plaatsgevonden die betrekking hebben op de onderwijstijd. In de werkagenda heb ik met de sociale partners afgesproken om deze relevante onderzoeken en ervaringen samen te brengen en eventuele vervolgstappen in kaart te brengen. Voor de zomer ontvangt uw Kamer een brief over Lerarenstrategie. In deze brief zal ik nog nader ingaan op onderwijstijd.
Ik heb de cao-partijen in het voortgezet onderwijs gesproken over de nieuwe cao-afspraken die zij wilden maken. Dit om vast te stellen dat deze afspraken in lijn zijn met het Onderwijsakkoord. Tijdens dit gesprek hebben we van gedachten gewisseld, bijvoorbeeld over de inzet op professionalisering en werkdruk. Dit omdat ik het heel belangrijk vind dat het geld daar terechtkomt waar het nodig is, en dat het bijdraagt aan meer plezier in het werk en goed onderwijs. Ik ben verheugd dat de afspraken die zijn gemaakt in het Onderwijsakkoord, nu worden opgevolgd door de afspraken in het cao-akkoord.