Ingediend | 22 april 2022 |
---|---|
Beantwoord | 25 mei 2022 (na 33 dagen) |
Indiener | Daniel Koerhuis (VVD) |
Beantwoord door | Vivianne Heijnen (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA) |
Onderwerpen | economie overige economische sectoren verkeer weg |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z08264.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-2877.html |
Ja, daar ben ik mee bekend.
Ik vind het belangrijk dat de laadinfrastructuur in Oost-Nederland verder wordt opgeschaald. In de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) is afgesproken dat de uitrol van de laadinfrastructuur op regionale schaal wordt aangepakt. De, in het kader van de NAL ingerichte, zes regionale samenwerkingsorganisaties ontzorgen gemeenten door onder andere regionale concessies uit te schrijven. De regio Oost-Nederland heeft hierbij een concessie in de markt gezet met als principe «het pro actief plaatsen van laadpalen». Hierdoor hoeft niet meer gewacht te worden op individuele aanvragen van burgers voor het plaatsen van een laadpaal waardoor in de deelnemende gemeenten laadpalen sneller kunnen worden geplaatst en knelpunten kunnen worden voorkomen.
Ja. De Provincie Overijssel heeft deze aanbesteding voor het installeren en exploiteren van publieke laadinfrastructuur gepubliceerd en na het volgen van de procedure gegund aan Vattenfall. Vattenfall zal de komende drie jaar minimaal 8.000 publieke laadpunten in Oost-Nederland plaatsen.
In de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) is de prognose opgenomen dat er in 2030 mogelijk 1,7 miljoen laadpunten nodig zijn, waarvan circa 400.000 publieke laadpunten. Eind 2021 stond de teller op een kleine 60.000 publieke laadpunten. Het publieke laadnetwerk wordt iedere dag verder uitgebreid zodat de elektrische rijder voldoende laadzekerheid heeft. Dat blijkt ook uit het feit dat het aantal auto’s per laadpunt al jaren stabiel is ondanks de groei van het aantal elektrische auto’s. Om de laadzekerheid te borgen heb ik samen met de NAL-regio’s het initiatief genomen voor het opstellen van een definitie voor een landelijk dekkend laadnetwerk. Aan de hand van deze definitie bepalen we de benodigde stappen om tot een landelijk dekkend netwerk te komen. Hierover informeer ik u in de Kamerbrief die ik u voor de zomer zal toezenden.
Het is aan de NAL-regio’s om te bepalen hoeveel laadpunten zij per jaar plaatsen om te komen tot een netwerk dat voorziet in de laadbehoefte van de elektrische rijders. De definitie van een landelijk dekkend laadnetwerk geeft de regio aanvullende handvatten om ook te voorzien in toekomstige laadbehoefte in de regio. De NAL-regio Oost verwacht de komende 3 jaar minimaal 8.000 laadpunten te plaatsen.
Het aantal laadpunten dat Vattenfall realiseert, is afhankelijk van verschillende factoren waaronder de vraag van e-rijders en het gebruik van het laadnetwerk, en de afspraken die daarover zijn vastgelegd in de betreffende concessie. De komende drie jaar worden door Vattenfall minimaal 8.000 publieke laadpunten in Oost-Nederland geplaatst.
Of sprake is van voldoende laadpunten is sterk afhankelijk van de ingroei van het aantal elektrische voertuigen en de publieke laadbehoefte die daaruit volgt. Ik vertrouw er op dat de regio Oost-Nederland hier als opdrachtgever op toeziet, zodat er jaarlijkse voldoende laadpunten worden geplaatst. Het principe van pro actief plaatsen in combinatie met vraaggestuurd, datagestuurd en strategisch plaatsen van laadinfrastructuur zal ervoor moeten zorgen dat er de komende jaren geen knelpunten in de betreffende gemeenten ontstaan. Jaarlijks wordt in het kader van de NAL een plan en een voortgangsrapportage voor de uitrol van laadinfrastructuur per regio besproken. Zo houden we samen vinger aan de pols.
De regio Oost-Nederland heeft een inschatting gemaakt van het aantal benodigde laadpunten in de komende drie jaar. Deze inschatting is door de regio opgesteld en in het kader van de NAL met mij gedeeld. Die inschatting is de basis voor de aanbesteding en de realisatie van nieuwe laadinfrastructuur. Samen met de regio Oost-Nederland ga ik ervan uit dat Vattenfall invulling geeft aan de concessie en daarmee geen sprake zal zijn van onvoldoende laadinfrastructuur.
Voor de ondersteuning van de Nederlandse gemeenten heb ik samen met de regionale overheden en de netbeheerders zes regionale samenwerkingsorganisaties ingericht, welke mede door het Rijk worden gefinancierd. Deze samenwerkingsorganisaties organiseren de aanbesteding van concessies voor de plaatsing van laadpalen waarmee wordt voorzien in de laadbehoefte van EV rijders. Daarnaast is het nu ook niet aan de orde dat de huidige concessie zou leiden tot onvoldoende plaatsing van laadpalen. Een ondersteuning vanuit de rijksoverheid acht ik daarom niet noodzakelijk. Ik wil erop wijzen dat ik voornemens ben om deze samenwerking met de regio’s te verlengen, hiervoor wil ik in 2023 bestuursovereenkomsten sluiten.
Bij de inschrijving op de aanbesteding heeft competitie tussen meerdere aanbieders plaatsgevonden op de laadprijs. Hieruit is vervolgens de laadprijs vastgelegd. Ik verwacht dat hiermee de e-rijder een eerlijke prijs betaalt.
Het is aan de regio om beleid te voeren op de laadprijs. Een ondersteuning vanuit de rijksoverheid past daar niet in en acht ik tevens niet noodzakelijk, omdat competitie op prijs al heeft plaatsgevonden in de aanbesteding en verdere prijswijzigingen binnen de concessie zijn vastgelegd middels indexaties. Daarmee zal de prijs, omwille van de continuïteit voor de uitrol van laadinfrastructuur, slechts gecontroleerd wijzigen op basis van de concessieovereenkomst. Eerdere concessies laten zien dat de vastgestelde laadprijs voor e-rijders vaak zeer gunstig.