Ingediend | 18 februari 2022 |
---|---|
Beantwoord | 29 maart 2022 (na 39 dagen) |
Indiener | Kati Piri (PvdA) |
Beantwoord door | Karien van Gennip (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (CDA) |
Onderwerpen | arbeidsomstandigheden werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z03128.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-2264.html |
Het artikel in de Gelderlander en in de Neue Rhein Zeitung2 zijn mij bekend.
Situaties zoals deze zijn onacceptabel en iedere misstand is er één te veel.
Het is goed dat de handhavende instanties hier hun werk hebben gedaan en uit het nadere onderzoek zal moeten blijken welke wet- en regelgeving hier mogelijk is overtreden. In het bijzonder ben ik blij dat door de samenwerking van de Nederlandse Arbeidsinspectie met de Duitse instanties de misstanden aan het licht zijn gekomen, omdat we specifiek voor deze situaties de samenwerking met Noordrijn-Westfalen zijn aangegaan. Mijn voorganger heeft hierover concrete afspraken gemaakt en die werpen nu vruchten af.
Situaties zoals deze zijn onacceptabel en iedere misstand is er één te veel.
Het is goed dat de handhavende instanties hun werk hebben gedaan en uit het nadere onderzoek zal moeten blijken welke wet- en regelgeving hier mogelijk overtreden is.
Ik kan verder niet ingaan op lopende onderzoeken.
Eerder meldde mijn voorganger uw Kamer dat hij het eens is met de richting dat er meer vaste dienstverbanden zouden moeten komen en dat er meer geïnvesteerd zou moeten worden in de aard van de arbeidsrelatie in de sector.3 Hierover zijn ook gesprekken gevoerd met de vakbonden en de werkgevers.4 De uitdaging om te komen tot meer vaste dienstverbanden acht ik overigens niet beperkt tot enkel de vleessector. Ook in andere sectoren waarin veel uitzendkrachten worden ingezet, kan dit aan de orde zijn. Te denken valt hierbij aan de transportsector, distributiecentra (inclusief pakketbezorging) en de land- en tuinbouw. Het aanbieden van een vast contract is voor werkenden evenwel geen voorwaarde om gevrijwaard te kunnen blijven van uitbuiting door malafide werkgevers.
Op lopende onderzoeken kan ik niet ingaan.
Zie het antwoord op vraag 4.
De Nederlandse regels aangaande inhoudingen op het minimumloon zijn onverkort van kracht. Wanneer iemand werkt op Nederlands grondgebied, dan gelden ook de regels omtrent de Wet Minimumloon en de regels omtrent inhoudingen. De plaats van huisvesting is daarin niet bepalend.
Er zijn -zover ik weet- geen precieze aantallen bekend. Dit heeft te maken met het feit dat Duitsland op andere manier registreert. De regels omtrent de Wet Minimumloon en de regels omtrent inhoudingen gelden wanneer iemand werkt op Nederlands grondgebied. De Nederlandse regels aangaande inhoudingen op het minimumloon zijn dan ook onverkort van kracht. Om goede huisvestingsomstandigheden te realiseren is daarom deze samenwerking met Noordrijn-Westfalen gestart, juist om misstanden die voorkomen direct aan te kunnen pakken.
Het zicht op de woonplek van arbeidsmigranten is in Nederland lastig te verkrijgen. Wanneer zij immers kort komen werken (korter dan vier maanden) kunnen zij zich in de BRP als niet-ingezetene inschrijven, waarbij zij geen verblijfsadres hoeven op te geven in Nederland. Dat gaat de komende periode veranderen. Wanneer het zicht op de in Nederland wonende arbeidsmigranten verbetert, is ook een mismatch in de aantallen ten opzichte van de huisvesting beter op te sporen. Door de recente intensievere contacten tussen Nederland en de Duitse grensregio’s verwachten we meer signalen te ontvangen over misstanden in Duitsland met huisvesting van arbeidsmigranten.
De inspectieacties waarover uw Kamervragen gaan, zijn geïnitieerd vanuit geïntensiveerd overleg met Duitsland. Deze gecoördineerde grensoverschrijdende inspectie is een uiting van nauwe internationale samenwerking om goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden te bevorderen. Over deze samenwerking heb ik ook gesproken met mijn collega’s uit België, Duitsland en Luxemburg tijdens de Informele Raad over Werkgelegenheid en Sociaal Beleid die in Bordeaux werd gehouden.
Deze casus illustreert dat grensoverschrijdende misstanden via grensoverschrijdende samenwerking gedetecteerd en aangepakt kunnen worden Hierbij kan nauw aangesloten worden bij de ontwikkelingen bij de European Labour Authority. De ELA kan onder andere gezamenlijke of gecoördineerde inspecties faciliteren. De NLA is goed aangesloten bij de ELA en Nederland heeft een National Liaison Officer gestationeerd bij de ELA.