Ingediend | 13 januari 2022 |
---|---|
Beantwoord | 11 februari 2022 (na 29 dagen) |
Indiener | Wybren van Haga (BVNL) |
Beantwoord door | Gunay Uslu (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
Onderwerpen | criminaliteit cultuur en recreatie media openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z00392.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-1650.html |
Ik ben bekend met het fragment waar op wordt gedoeld.
Ja, daar ben ik van op de hoogte. Aanzetten tot geweld is strafbaar gesteld in artikel 137d van het Wetboek van Strafrecht.
Volgens artikel 2.88, eerste lid, Mediawet 2008 bepalen publieke media-instellingen zelf vorm en inhoud van het door hen verzorgde media-aanbod. Ze zijn daar dus ook zelf verantwoordelijk voor. Die onafhankelijkheid van de publieke omroep is een groot goed. Het is niet aan mij als Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om een oordeel te geven over de inhoud van uitzendingen van de publieke omroep.
Volgens vaste rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens vallen onder de (grond)wettelijk gewaarborgde vrijheid van meningsuiting ook uitlatingen die anderen in de samenleving mogelijk kwetsen, choqueren of verontrusten.2 Wat voor de een als verontrustend wordt ervaren, kan door de ander als aanvaardbaar worden ervaren. Als er aangifte is gedaan bij de politie en het openbaar ministerie zou overgaan tot vervolging, dan bepaalt de rechter als onafhankelijke instantie uiteindelijk of de grenzen van het recht zijn overschreden.