Kamervraag 2022Z00222

Het verder opendraaien van de Groningse gaskraan

Ingediend 10 januari 2022
Beantwoord 16 februari 2022 (na 37 dagen)
Indieners Geert Wilders (PVV), Alexander Kops (PVV)
Beantwoord door Micky Adriaansens (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen bodem economie energie natuur en milieu overige economische sectoren
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z00222.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-1724.html
1. Brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de mogelijke verhoging gaswinning Groningenveld gasjaar 2021–2022, 6 januari 2022
  • Vraag 1
    Deelt u de conclusie dat het verder opendraaien van de Groningse gaskraan de zoveelste gebroken belofte is en allesbehalve getuigt van een betrouwbare overheid?1

    Nee. De belofte die mijn voorgangers hebben gedaan en die ook ik met het gehele kabinet doe is dat ik mij maximaal inzet om de gaswinning in Groningen zo snel als mogelijk volledig en definitief te beëindigen. Mijn voorgangers hebben daar in het verleden verwachtingen over uitgesproken en hebben daarbij de onzekerheden benoemd. De gaswinning uit het Groningenveld is de afgelopen jaren in grote stappen afgebouwd. Daardoor is het veiliger geworden in Groningen.
    Ik bekijk op dit moment of en zo ja welke verhoging van het winningsniveau nodig is en zal uw Kamer hier conform de motie van het lid Paternotte c.s. over alternatieven om het winnen van extra gas uit het Groningenveld te voorkomen (Kamerstuk 35 788, nr. 127) over informeren. Voor 1 april 2022 zal ik een definitief besluit nemen over het winningsniveau.

  • Vraag 2
    Bent u ervan op de hoogte dat er nog ruim 30.000 schademeldingen openstaan? Hoe legt u het verder opendraaien van de Groningse gaskraan uit aan alle Groningse gedupeerden die al jarenlang in de ellende zitten, in een kapot huis wonen en eindeloos moeten wachten op schadeafhandeling en versterking?

    Het nieuwe kabinet wil de gaswinning in Groningen zo snel mogelijk volledig en definitief beëindigen. Mijn voorganger heeft uw Kamer op 6 januari jl. geïnformeerd dat er mogelijk meer gas moet worden gewonnen dan eerder gedacht. Dat bericht was voor veel Groningers teleurstellend. Zeker voor de mensen die nog wachten op behandeling van hun schademelding of op versterking. Zoals aangegeven in het antwoord bij vraag 1 bekijk ik op dit moment of en zo ja welke verhoging van het winningsniveau nodig is. Daarbij bekijk ik op welke manier de gevolgen voor het winningsniveau en de sluitingsdatum kunnen worden geminimaliseerd. SodM zal over de veiligheidsrisico’s adviseren. Dit betrek ik bij mijn besluit over het winningsniveau dat ik voor 1 april 2022 neem.
    Ik ben ervan op de hoogte dat er momenteel 28.000 aanvragen in behandeling zijn bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). In totaal zijn er ook 113.300 schademeldingen voor fysieke schade en 100.211 aanvragen voor waardedaling afgehandeld. Het IMG is een organisatie die er op ingericht is te werken met een grote werkvoorraad. Voor de individuele bewoner is het van belang te weten hoe lang het ongeveer duurt voordat zijn of haar melding is afgehandeld. De omvang van de werkvoorraad is hierbij minder relevant. De gemiddelde doorlooptijd ligt momenteel net boven het streven van het IMG van binnen een half jaar, maar daalt door de introductie van de vaste vergoeding, waarbij geen schadeopname hoeft plaats te vinden. Ik heb aandacht gevraagd voor de doorlooptijden bij het IMG. Ik blijf dit monitoren en ga waar nodig in gesprek. Het IMG heeft ook dossiers onder zijn hoede waarbij de doorlooptijd inmiddels langer dan een jaar (5580) of 2 jaar (723) is. Dit kan onder andere komen doordat dossiers complex zijn omdat er meerdere dingen samenvallen, zoals schade aan een bedrijfspand in combinatie met een woning. Dit vraagt meer aandacht en overleg met bewoner over de afhandeling ervan. Er kan ook sprake zijn van een lopende bezwaarprocedure. Ook hier heb ik aandacht voor gevraagd. Ik zal dit blijven monitoren en mij inzetten voor een spoedige afhandeling.

  • Vraag 3
    Kunt u zich uw belofte herinneren dat het Groninger gasveld alleen nog maar als «waakvlam» ingezet zou worden, oftewel bij extreme kou? Deelt u de conclusie dat er momenteel geen sprake is van extreme kou?

    Mijn voorgangers hebben, op basis van ramingen van de landelijke netbeheerder Gasunie Transport Services B.V. (GTS), de verwachting uitgesproken dat het Groningenveld, mits de stikstofinstallatie in Zuidbroek tijdig gereed zou zijn, vanaf medio 2022 alleen nodig zou zijn als reservemiddel (Kamerstuk 33 529, nr. 902). Vanaf dat moment is het Groningenveld alleen nodig in uitzonderlijke situaties, zoals extreme kou of uitval van installaties. Dat gaat gepaard met een zogenoemde minimumflow (ook wel waakvlam) om productielocaties te kunnen gebruiken als dat nodig is. Dit is nog steeds het beeld. De stikstofinstallatie wordt naar verwachting deze zomer volledig in gebruik genomen.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat het onaanvaardbaar is dat er meer Gronings gas gewonnen zal worden om het vervolgens gedeeltelijk naar Duitsland te sturen? Wat hebben de Groningse gedupeerden met de gasbehoefte in Duitsland te maken?

    Delen van Duitsland, Noord-Frankrijk en België zijn aangesloten op een laagcalorisch gasnetwerk. Deze huishoudens en bedrijven zijn, net als Nederlandse huishoudens en bedrijven, daardoor afhankelijk van laagcalorisch gas uit Nederland. Het vraagstuk dat momenteel voorligt betreft een mogelijke toename in de fysieke vraag uit het gasnetwerk die niet aansluit bij het aanbod. Indien dit fysieke probleem niet wordt opgelost, komen afnemers in Nederland en Duitsland zonder gas te zitten.
    Ik ben daarom in gesprek met mijn Duitse ambtgenoot over de vraag hoe de export kan worden geminimaliseerd en om tot alternatieve oplossingen te komen. Ik span mij maximaal in om het Groningenveld zo snel als mogelijk volledig en definitief te sluiten.

  • Vraag 5
    Deelt u de conclusie dat we onmiddellijk moeten stoppen met het exporteren van ons gas?
  • Vraag 6
    Welke «energiebesparende maatregelen hebben in Duitsland een minder groot effect hebben gehad dan verwacht»? Welke rol speelt de totaal rampzalige Energiewende, met niet-werkende windturbines, gesloten kerncentrales etc., hierin?

    Het gaat met name om energiebesparende maatregelen bij huishoudens die gebruik maken van gas en niet om het aanbod van hernieuwbare elektriciteit met behulp van bijvoorbeeld windturbines. Het Duitse Netzentwicklungsplan Gas (NEP) wordt als input gebruik voor de prognose van de vraag naar laagcalorisch gas. Het NEP 2022–2032 is recent beschikbaar gekomen. Daarin zijn de verwachtingen voor de vraag naar laagcalorisch gas bijgesteld, omdat zich afgelopen jaren geen energiebesparing heeft voorgedaan. Energie-efficiëntie doelstellingen voor maatregelen bij huishoudens (van gemiddeld 1% per jaar) worden niet gehaald. Daarbovenop wordt een verschuiving verwacht naar gas van overige fossiele brandstoffen.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat het te schandalig voor woorden is dat de Groningers hiermee niet alleen de dupe worden voor uw falen, maar ook voor het falende energiebeleid in Duitsland?

    Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 5 vindt er een grootschalige ombouwoperatie plaats in België, Duitsland en Frankrijk. Deze ombouw loopt dankzij grote inspanningen van onze buurlanden op schema. Daarnaast heeft de Duitse netbeheerder GTG Nord een extra mengstation gebouwd, waarmee laagcalorisch gas verrijkt kan worden met hoogcalorisch gas binnen de
    Duitse vereisten voor laagcalorisch gas. Deze is sinds het voorjaar van 2021 operationeel. Hiermee kan de export van laagcalorisch gas naar Duitsland verder beperkt worden. In 2018 is daarnaast een elektriciteitscentrale in Duitsland versneld overgestapt van laagcalorisch naar hoogcalorisch gas. Duitsland blijft bekijken of er manieren zijn om de ombouw verder te versnellen en daar zal ik bij mijn ambtgenoot ook op blijven aandringen.

  • Vraag 8
    Bent u ervan op de hoogte dat de PVV herhaaldelijk heeft verzocht, al in 2014, om de exportcontracten open te breken en daarmee de export van Gronings gas te beëindigen? Deelt u de conclusie dat als er naar de PVV was geluisterd, de vraag naar Gronings gas nu vele malen lager was geweest? Bent u ertoe bereid de exportcontracten, in het belang van de Groningers, alsnog open te breken?

    De omvang van de export wordt eerst en vooral bepaald door de fysieke behoefte aan laagcalorisch gas bij eindgebruikers in België, Duitsland en Frankrijk. Het is ook die behoefte die, tezamen met de Nederlandse behoefte, leidend is bij de bepaling van het jaarlijks uit het Groningenveld te winnen volume. Dit op basis van de raming die jaarlijks wordt opgesteld door GTS op grond van informatie van de netbeheerders uit de voornoemde landen. De bestaande leveringscontracten spelen daarbij geen rol, de netbeheerders hebben ook geen zicht op deze contracten. Bovendien wordt niet alleen met gas dat is gekocht onder lange termijn contracten invulling gegeven aan de fysieke behoefte, dat gebeurt ook met gas dat wordt gekocht op de gashandelsplaats. Daarbij gaat het onder meer om gas dat de volgende dag of de volgende maand moet worden geleverd.
    Voor wat betreft de nog aanwezige lange termijn contracten geldt dat GasTerra, de verkoper van het Groningengas, deze jaren geleden heeft afgesloten met buitenlandse afnemers die langjarige zekerheid wilden omtrent de levering van gas voor hun eindverbruikers. Deze contracten, waarvan sommige teruggaan tot ver in de vorige eeuw, bevatten een maximum en minimum volume dat per jaar wordt afgenomen. Binnen die bandbreedte wordt de exacte hoeveelheid gas die wordt afgenomen bepaald door de fysieke vraag naar gas van eindgebruikers. Deze eindgebruikers hebben geen alternatief voor laagcalorisch gas.
    In 2013 heeft het kabinet onderzoek gedaan naar de lange termijn contracten. De Tweede Kamer is daarover per brief van 17 januari 2014 geïnformeerd (Kamerstuk 33 529, nr. 28). De langjarige exportcontracten van GasTerra bevatten, buiten overmacht, geen ontbindende voorwaarden waarop GasTerra een beroep kan doen in geval van een productiebeperking.
    Een beroep op overmacht is alleen onder zeer exceptionele omstandigheden mogelijk en ook alleen als dat gepaard gaat met evenredige reductie van levering aan andere afnemers (binnen Nederland en elders). Dat is mede ingegeven door Europeesrechtelijke afspraken betreffende de interne gasmarkt.
    Een reductie van levering zou dus betekenen dat huishoudens en bedrijven in Duitsland én Nederland (tijdelijk) minder gas kunnen afnemen.
    Omdat, zoals gezegd, de export wordt bepaald door de fysieke vraag, ligt mijn prioriteit bij het reduceren van die vraag. Zoals benoemd in het antwoord op vraag 4, ben ik hierover in gesprek met mijn Duitse ambtgenoot. Zoals benoemd in het antwoord op vraag 5, lopen er ook al omvangrijke operaties om de vraag naar laagcalorisch gas in het buitenland spoedig af te bouwen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2022Z00222
Volledige titel: Het verder opendraaien van de Groningse gaskraan
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20212022-1724
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Kops en Wilders over het verder opendraaien van de Groningse gaskraan