Kamervraag 2022Z00044

De modellering (en sterftekans) bij de omikronvariant van het coronavirus

Ingediend 4 januari 2022
Beantwoord 17 januari 2022 (na 13 dagen)
Indiener Pepijn van Houwelingen (FVD)
Beantwoord door Hugo de Jonge (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen gezondheidsrisico's zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z00044.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-1358.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het model van het RIVM waar de huidige lockdown op is gebaseerd en waarvan de aannames zijn te vinden op pagina 21 van het document horende bij de technische briefing Covid-19 op 21 december 2021 in de Tweede Kamer?1

    Ik ben bekend met het model van het RIVM. De prognoses uit dit model worden, samen met andere prognoses en data, door het OMT gebruikt om hun advies op te baseren. Dit advies wordt door het kabinet, samen met andere adviezen en overwegingen, gebruikt voor de afweging over het in te zetten beleid.

  • Vraag 2
    Is de extra besmettelijkheid van de omikronvariant van het coronavirus meegenomen in dit model? Is de mildere aard van de omikronvariant, dat wil zeggen de kleinere kans op ziekenhuisopname in vergelijking met deltavariant, ook meegenomen in dit model? Is de kortere verblijfsduur in het ziekenhuis van omikronpatiënten in vergelijking met deltapatiënten meegenomen in dit model?

    Zoals u zelf al stelt, worden op pagina 21 van de presentatie van de technische briefing op 21 december de aannames uiteengezet. Aangenomen is dat de omikronvariant besmettelijker is; die aanname is gebaseerd op gegevens uit onder andere Denemarken en het VK. De gegevens over eventueel mildere aard, kleinere kans op ziekenhuisopname en kortere verblijfsduur in het ziekenhuis zijn in deze modellering nog niet meegenomen. Zoals in de presentatie op blz. 27 wordt aangegeven, gaat het om zeer onzekere aannames, op allerlei punten. Het OMT komt in deze periode, waarin er steeds meer bekend wordt over de omikronvariant, geregeld bijeen om, op basis van de laatste stand van zaken, zo goed mogelijk te kunnen adviseren.

  • Vraag 3
    Is het correct dat het RIVM in dit model wél uitgaat van een snellere verspreiding van de omikronvariant (in vergelijking met de deltavariant)2, maar dat het mildere ziektebeeld van deze variant (wederom in vergelijking met de deltavariant) en de (daardoor) kleinere kans op en gemiddeld kortere duur van de ziekenhuisopnames3 niet in het model zijn meegenomen4?

    Zie mijn antwoord op vraag 2.

  • Vraag 4
    Kan, indien het antwoord op de vorige vraag bevestigend is, geconcludeerd worden dat, ter rechtvaardiging van de huidige lockdown, een model wordt gebruikt dat wel de snellere verspreiding van de omikronvariant modelleert, maar niet de mildere aard, kleinere kans op ziekenhuisopname en kortere verblijfduur in een ziekenhuis? Wordt zo niet onterecht en bewust een te zwart scenario geschetst?

    Zie mijn antwoord op vraag 2.

  • Vraag 5
    Tot slot, wat is, volgens de meest recente stand van de wetenschap, (ongeveer) de dodelijkheid (sterftekans5) bij de omikronvariant? Hoe verhoudt de sterftekans bij de omikronvariant zich tot de kans op sterfte bij de deltavariant? Hoe verhoudt de sterftekans bij de omikronvariant zich tot de kans op sterfte bij de «gewone» seizoensgriep?

    Er zijn nog te weinig gegevens bekend om een gefundeerde uitspraak te kunnen doen over de sterftekans bij de omikronvariant.

  • Vraag 6
    Kunt u deze vragen beantwoorden voor het volgende plenaire debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2022Z00044
Volledige titel: De modellering (en sterftekans) bij de omikronvariant van het coronavirus
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20212022-1358
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over de modellering (en sterftekans) bij de omikronvariant van het coronavirus