Ingediend | 16 december 2021 |
---|---|
Beantwoord | 21 januari 2022 (na 36 dagen) |
Indiener | Michiel van Nispen |
Beantwoord door | Sander Dekker (VVD) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie media openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z23743.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-1409.html |
Ja.
De directeur van een penitentiaire inrichting is primair verantwoordelijk voor de communicatie van en over zijn inrichting met de media. Op grond van artikel 40 van de Penitentiaire beginselenwet (hierna: Pbw) hebben gedetineerden de mogelijkheid contact te zoeken met vertegenwoordigers van de media. Wel moet de gedetineerde eerst toestemming aan de directeur van de inrichting vragen en toestemming krijgen voor communicatie met de media. De directeur toetst op welke wijze het verzoek om een contact met de media zich verdraagt met de belangen die in artikel 40 lid 1 Pbw genoemd worden:
De directeur kan op grond van artikel 40 lid 2 Pbw voorwaarden verbinden aan die toestemming.
Uit de wetgeschiedenis op artikel 40 Pbw kan worden opgemaakt dat vanwege de mogelijke publicitaire gevolgen van contacten tussen pers en een gedetineerde voor met name slachtoffers en nabestaanden het recht van een gedetineerde terzake niet voorop staat. Dit betekent dat de directeur niet dient te toetsen of het mediaverzoek in strijd is met de hierboven opsomde belangen. Hij moet juist bezien in hoeverre het mediacontact zich verdraagt met de hierboven opgesomde belangen. Het gaat hier dus om een positieve toetsing.2
Ik ben van mening dat elk verzoek moet worden afgewogen tegen de belangen zoals die in antwoord 2 uiteen zijn gezet.
Bij het opstellen van de Pbw is daar goed over nagedacht. De vrijheid van meningsuiting wordt gewogen met de belangen die in antwoord 2 zijn genoemd.
Ik zie op dit moment geen aanleiding om de werkwijze te veranderen. De huidige regelgeving geeft goede handvatten om tot afwegingen te komen en maakt gedetineerden hiervan ook bewust doordat ze dit aan de voorkant moeten aanvragen.
Nee, deze verzoeken worden door DJI niet geregistreerd en daarmee is deze informatie niet voorhanden.
Ik herken niet dat gevangenisdirecteuren geneigd zijn om contacten tussen gedetineerden en journalisten niet toe te staan. Conform de kaders van de Pbw wordt elk verzoek afgewogen tegen de hierboven genoemde belangen. Er zijn geen cijfers beschikbaar over de aantallen verzoeken en de redenen van afwijzing.
De huidige werkwijze en praktijk geven gedetineerden voldoende ruimte voor contacten met journalisten. Er zijn voldoende waarborgen om tegen een eventueel besluit van de directeur in beroep te gaan. De gedetineerde kan bij de beklagcommissie beklag doen over de door de directeur genomen beslissing en eventueel vervolgens in beroep bij de Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming. Ik zie dan ook geen aanleiding om het recht aan te passen.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Nispen (SP), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over contact van gedetineerden met journalisten (ingezonden 16 december 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.