Ingediend | 8 december 2021 |
---|---|
Beantwoord | 7 februari 2022 (na 61 dagen) |
Indiener | Renske Leijten |
Beantwoord door | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | energie natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z22877.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-1588.html |
Net als uw Kamer kijkt het kabinet kritisch naar de inzet van en uitstoot door biogrondstoffen. De inzet van duurzame biogrondstoffen is essentieel voor de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie in 2050, mits dit op een verantwoorde wijze gebeurt. Conform het Coalitieakkoord zal het beleid van dit kabinet erop gericht zijn om biogrondstoffen zo hoogwaardig mogelijk in te zetten. Zoals het CBS aangeeft tellen de CO2-emissies door het gebruik van biogrondstoffen voor energietoepassingen niet mee voor de doelen om in 2050 de broeikasgasemissies naar netto-nul terug te brengen, zolang deze biogrondstoffen op duurzame wijze tot stand zijn gekomen. Dit is conform de internationale regels van het UNFCCC. Als de biogrondstoffen op een niet-duurzame wijze worden geproduceerd, wordt de netto CO2-emissie wel opgenomen als verandering in het landgebruik onder de LULUCF-verordening.
Er is in 2021 voor 814 miljoen euro aan projecten uitgekeerd die hernieuwbare energie produceren door inzet van biogrondstoffen. Dit gaat om projecten die in voorgaande jaren een beschikking hebben gekregen in het kader van de SDE+ of haar voorgangers.
De motie-Van Esch verzoekt de regering om geen nieuwe subsidies voor houtige biomassa af te geven tot het afbouwpad met de Kamer is gedeeld. Dit afbouwpad is aangekondigd in het duurzaamheidskader biogrondstoffen en heeft uitsluitend betrekking op het gebruik van houtige biogrondstoffen voor laagwaardige toepassingen. In 2021 was de SDE++ daarom niet meer open voor nieuwe subsidiebeschikkingen voor laagwaardige toepassingen. De uitsluiting in 2021 heeft echter alleen betrekking op de afgifte van nieuwe subsidiebeschikkingen. Lopende beschikkingen zijn niet aangepast. Het kabinet bekijkt momenteel hoe de subsidie voor laagwaardige toepassingen zo snel mogelijk kan worden afgebouwd, rekening houdend met kosteneffectiviteit. Verder staat de SDE++-regeling open voor hoogwaardigere toepassingen van biogrondstoffen. Hieronder vallen bijvoorbeeld het gebruik van biogrondstoffen voor duurzame biobrandstoffen voor lucht- en scheepvaart of zwaar wegtransport en het gebruik van biogrondstoffen voor de verduurzaming van hogetemperatuursprocessen in de industrie.
Zie voor de uitgaven in 2021 het antwoord op vraag 2. Wat de toekomstige uitgaven aan biogrondstoffen voor laagwaardige energietoepassingen betreft, gaat het op dit moment vooral om beschikkingen die al eerder zijn uitgereikt. De uitgaven aan deze projecten hangen van de energieprijzen, de hoeveelheid duurzame energie die geproduceerd wordt, de looptijd en in sommige gevallen de CO2-prijs.
Zoals eerder is aangegeven in de Beantwoording voorhang wijziging Besluit activiteiten leefomgeving m.b.t. industriële emissies (kenmerk IENW/BSK-2021/329718), zal het kabinet het Centraal Bureau voor de Statistiek vragen om voortaan jaarlijks de gegevens over de gerealiseerde uitstoot te rapporteren en zal het kabinet het Planbureau voor de Leefomgeving vragen om in de jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning deze emissies voor de toekomst te ramen.
Zie antwoord vraag 5.
De vragen van het lid Leijten (SP) over het bericht «Weer meer CO2-uitstoot veroorzaakt door biomassa» (kenmerk 2021Z22877) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord, omdat we nog in afwachting zijn van de benodigde informatie om deze vragen te beantwoorden. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.