Ingediend | 7 december 2021 |
---|---|
Beantwoord | 25 januari 2022 (na 49 dagen) |
Indieners | Eva van Esch (PvdD), Frank Wassenberg (PvdD) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (CDA), Kajsa Ollongren (minister defensie) (D66) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten openbare orde en veiligheid organisatie en beleid recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z22771.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-1455.html |
Het kabinet keurt dit geweld af, alsmede het feit dat daarmee werd geprobeerd de uitoefening van het grondwettelijk beschermde demonstratierecht te voorkomen. Het faciliteren en in goede banen leiden van demonstraties is aan de burgemeester, die daarover verantwoording aflegt aan de gemeenteraad.
Zoals gezegd keurt het kabinet dit geweld af. De vraag of hier vervolging zou moeten worden ingesteld is echter aan het OM. Wanneer tot vervolging wordt overgegaan, is het aan de rechter om te beoordelen of dit geweld bestraft moet worden.
Zie antwoord op vraag 2.
Het is niet aan mij om een oordeel te geven over het optreden van de burgemeester of over diens uitspraken. De burgemeester legt hierover verantwoording af aan de gemeenteraad.
Zie verder het antwoord op vraag 6.
Het is niet aan mij om dit al dan niet te erkennen, omdat de verantwoordelijkheid voor het in goede banen leiden van demonstraties belegd is bij de burgemeester, die daarvoor verantwoording aflegt aan de gemeenteraad.
Het recht om te demonstreren is een groot goed. Van iedere demonstratie moet tevoren een kennisgeving worden gedaan aan de gemeente. Een kennisgeving stelt het lokaal gezag in staat om tijdig maatregelen te nemen als dat noodzakelijk is om demonstranten te beschermen tegen tegenacties en om wanordelijkheden te voorkomen. Niettemin geldt dat een demonstratie die niet is aangemeld evengoed wordt beschermd door het demonstratierecht. Het niet doen van een kennisgeving kan er echter in voorkomende gevallen wel toe leiden dat het eerder gerechtvaardigd is om in te grijpen, omdat er onvoldoende tijd is geweest om (tevoren) passende maatregelen te nemen en de veiligheid (daardoor) niet gegarandeerd kan worden.
Zoals reeds aangegeven in antwoord op bovenstaande vragen geef ik daarover geen oordeel. Dat is aan de burgemeester en wordt desgevraagd verantwoord richting de gemeenteraad.
Zie antwoord vraag 7.
Het handboek «Demonstreren bijkans heilig», uitgegeven door de gemeente Amsterdam, de politie en het Openbaar Ministerie, is bij het verschijnen daarvan breed onder de aandacht gebracht en dat blijft het kabinet ook doen.
Hierbij deel ik u, mede namens de Minister en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede dat de schriftelijke vragen van de leden Wassenberg en Van Esch (beiden PvdD), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over geweld tegen anti-Zwarte Piet demonstranten in Volendam (ingezonden 7 december 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.