Ingediend | 20 oktober 2021 |
---|---|
Beantwoord | 13 december 2021 (na 54 dagen) |
Indiener | Michiel van Nispen |
Beantwoord door | Sander Dekker (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | recht rechtspraak |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z18274.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-1075.html |
Ja
Uit het jaarverslag van het Bureau Financieel Toezicht (hierna: BFT), de toezichthouder op de gerechtsdeurwaarders, uit 2020 blijkt dat het bruto honorarium van gerechtsdeurwaarders uit de ambtelijke praktijk hoger lag dan die uit de niet-ambtelijke praktijk. Hieruit blijkt ook dat het honorarium uit de ambtelijke praktijk verschuift naar de niet-ambtelijke praktijk.2 De incassoactiviteiten van de gerechtsdeurwaarder zijn een wettelijk toegestane nevenactiviteit en passen ook bij wat maatschappelijk van schuldeisers en incassodienstverleners (inclusief gerechtsdeurwaarders) wordt verwacht, namelijk om namens de schuldeiser juist eerst pogingen te ondernemen om zaken minnelijk te regelen. Een voorbeeld hiervan is het treffen van een betalingsregeling of een laatste aanschrijving voordat een dagvaarding wordt uitgebracht. Daarbij is de hoogte van de kosten in de minnelijke fase wettelijk vastgesteld, namelijk door de Wet Incassokosten (WIK). Daarmee zorgt de gerechtsdeurwaarder er ook waar mogelijk voor dat de kosten voor een schuldenaar niet te sterk oplopen. Wat mij betreft is dat het uitgangspunt; bij het incasseren van vorderingen dient een minnelijke oplossing tussen partijen centraal te staan. Waar een minnelijke oplossing niet mogelijk blijkt te zijn, kan de schuldeiser ervoor kiezen om de gerechtsdeurwaarder in te schakelen voor de wettelijke taak.
Wanneer niet duidelijk zou zijn in welke hoedanigheid een gerechtsdeurwaarder zijn taken in een specifiek geval uitoefent, kan ik me voorstellen dat dit tot verwarring kan leiden bij een consument. Gerechtsdeurwaarders dienen vanuit de geldende beroeps- en gedragsregels zeer zorgvuldig te communiceren naar schuldenaren. Zij mogen geen maatregelen aankondigen aan iemand, die zij gezien de fase van de vordering en de rol die zij dan vervullen, niet mogen treffen. Wanneer een gerechtsdeurwaarder dat wel doet en daarmee oneigenlijke druk uitoefent, is de betreffende gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk aansprakelijk.
In aanvulling op hetgeen reeds bij of krachtens de Gerechtsdeurwaarderswet geldt voor de beroepsgroep, gelden straks voor de gerechtsdeurwaarders die incassowerkzaamheden verrichten ook de kwaliteitseisen die aan de incassodienstverlening worden gesteld. Het wetsontwerp Wet kwaliteit incassodienstverlening (Wki) waarin deze kwaliteitseisen zijn opgenomen, ligt ter behandeling in uw Kamer. Zo is onder meer als eis opgenomen dat een incassodienstverlener alle relevante informatie aan zowel schuldenaren als schuldeiser verstrekt en in de communicatie en omgang met deze betrokken partijen transparant, ondubbelzinnig, herkenbaar en correct is. Bij algemene maatregel van bestuur worden nog nadere regels hieromtrent vastgesteld.
Op 3 november jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de gesprekken die hebben plaatsgevonden in het kader van de uitwerking van de motie Van Beukering-Huijbregts c.s.3 Die motie verzocht het kabinet om te kijken naar het huidige stelsel van maatschappelijk verantwoorde incasso- en deurwaardersactiviteiten en partijen hierbij te consulteren. De partijen zelf hebben een paper met tien punten meegegeven. In mijn brief heb ik een aantal acties genoemd die dit jaar al in gang worden gezet en aangekondigd dat schulden een thema is dat, zeker gelet op de post-corona gevolgen, de komende jaren aandacht blijft vragen. De verschillende rollen van de gerechtsdeurwaarder en de perceptie bij schuldenaren worden meegenomen in deze verdere uitwerking.4
Vanwege de bijzondere positie en taken van de gerechtsdeurwaarder, als openbaar ambtenaar met bijzondere bevoegdheden, zijn op hem/haar specifiek toegesneden regels van toepassing. Op de naleving van die regels wordt onafhankelijk toezicht uitgeoefend door het BFT. Die borging is belangrijk, juist omdat de gerechtsdeurwaarder een bijzondere en belangrijke rol heeft in ons rechtsbestel.
In deze casus trad de gerechtsdeurwaarder op als incasso-gemachtigde van het bedrijf. Het uitgangspunt van de KBvG is dat als de gerechtsdeurwaarder signalen ontvangt dat zijn opdrachtgever niet integer handelt, de gerechtsdeurwaarder zich dient te distantiëren van die opdrachtgever, zodat geen schade wordt berokkend aan eer en aanzien van het ambt. Indien aan een gerechtsdeurwaarder een vordering ter incasso wordt voorgelegd en een debiteur daartegen bezwaar maakt, moet de gerechtsdeurwaarder die bezwaren bespreken met zijn opdrachtgever. Het is vaste rechtspraak van de tuchtrechter voor gerechtsdeurwaarders dat indien de opdrachtgever zich vervolgens op het standpunt stelt dat de vordering juist is, de deurwaarder daar in beginsel van uit dient te gaan en de behandeling mag voortzetten.5 Wanneer de schuldenaar en de schuldeiser van mening verschillen over de vordering, kan dit worden voorgelegd aan de rechter. Consumentenkoop- en consumentenkredietzaken kunnen voorgelegd worden aan de kantonrechter waardoor de schuldenaar niet verplicht is zich te laten bijstaan door een procesvertegenwoordiger. Pas als de schuldeiser een titel heeft, kan de gerechtsdeurwaarder overgaan tot executie.
Ik vind het belangrijk dat een invordering door schuldeisers of door hem ingeschakelde organisaties op een zorgvuldige en maatschappelijk verantwoorde wijze gebeurt. Het maakt daarbij niet uit of dat gebeurt door de schuldeiser zelf, door een incassodienstverlener of door een gerechtsdeurwaarder. Met de Wki zorg ik ervoor dat de incassodienstverlening op een begrijpelijke wijze de opbouw van de vordering en de specificatie inzichtelijk maken voor de schuldenaar.
Zie antwoord vraag 4.
Het is zeker niet goed als de gerechtsdeurwaarder als verlengstuk wordt gezien van bedrijven met een dubieuze reputatie. Daarom wordt onafhankelijk toezicht uitgeoefend door het BFT en wordt er strikt op toegezien dat gerechtsdeurwaarders zich aan de wet houden.
Zoals bij vraag 2 genoemd, is het belangrijk dat een gerechtsdeurwaarder duidelijk aangeeft in welke hoedanigheid hij/zij optreedt. Ik ben er voorstander van dat een schuldeiser eerst tracht om een (onbetwiste) vordering in een minnelijk traject door de debiteur betaald te krijgen voordat een gerechtsdeurwaarder wordt ingeschakeld en deze ambtshandelingen inzet. Over de verschillende rollen van de gerechtsdeurwaarder ben ik in gesprek met partijen zoals onder antwoord vraag 3 aangegeven en wordt u in dat kader verder geïnformeerd.
Zowel een schuldeiser als een schuldenaar heeft rechten en plichten. Zo mag van de schuldenaar worden verwacht dat hij reageert op brieven van de schuldeiser, incassodienstverlener of gerechtsdeurwaarder. Vice versa verwachten wij van een schuldeiser, incassodienstverlener of gerechtsdeurwaarder dat zij de schuldenaar adequaat informeren over de vordering. Bij het uitblijven van een betaling zal een schuldeiser, incassodienstverlener of gerechtsdeurwaarder contact zoeken met de schuldenaar en zich netjes opstellen als deze aangeeft dat hij nu niet kan betalen.
Wanneer iemand door een schuldeiser, direct of indirect – via een incassodienstverlener of een gerechtsdeurwaarder – wordt benaderd om een vordering te betalen en het daar niet mee eens is, kan hij/zij zich daar altijd tegen verweren. Een dergelijk verweer dient door de schuldeiser, incassodienstverlener of gerechtsdeurwaarder in behandeling te worden genomen. De schuldenaar dient vervolgens een reactie te ontvangen op zijn verweer. Indien dit niet leidt tot een gezamenlijke oplossing en de schuldeiser van mening blijft dat de vordering terecht is, dan is het vervolgens aan de schuldeiser, als eisende partij, om bij de rechter te bewijzen dat er sprake is van een toewijsbare vordering. De schuldenaar wordt dan gedagvaard. Ik zie in de praktijk dat het relatief vaak voorkomt dat vorderingen aan de rechter worden voorgelegd, zonder dat de schuldenaar verweer voert waardoor er vervolgens een verstekvonnis volgt. Zeker in het geval er sprake is van een dubieuze vordering kan verweer voeren bij de rechter lonen.
Zoals hiervoor aangegeven zet ik me ervoor in dat schuldeisers en schuldenaren in een zo vroeg mogelijk stadium contact met elkaar hebben over de herkomst en hoogte van de vordering en de betalingsmogelijkheden hierbij. Juist door de focus op een minnelijke oplossing voorkomen we dat schulden gejuridiseerd worden en zowel schuldeisers als schuldenaren de gang naar de rechter moeten maken met alle daartoe bijkomende kosten. Er zijn verschillende mogelijkheden waarmee schuldenaren, zowel personen als bedrijven, gratis informatie kunnen vinden over het traject van minnelijke incasso of een vordering die zij niet (h)erkennen. Denk bijvoorbeeld aan voorbeeldbrieven, toegang tot verschillende gemeentelijke initiatieven voor snelle hulp bij een schuld en natuurlijk hulp van het Juridisch Loket. Niet alles hoeft via een advocaat of rechtsbijstandverzekering te lopen.
Overigens geldt ook nog dat wanneer een schuldenaar van mening is dat hij geen of onvoldoende informatie heeft gekregen of bijvoorbeeld niet netjes te woord is gestaan, hij daarover een klacht kan. Deurwaarders en straks ook incassobureau op grond van de Wki zijn verplicht een klachten- en geschillenregeling te hebben.
Zie antwoord vraag 8.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Nispen (SP), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over gerechtsdeurwaarders die discutabele incasso’s proberen te incasseren (ingezonden 20 oktober 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.