Ingediend | 19 oktober 2021 |
---|---|
Beantwoord | 15 november 2021 (na 27 dagen) |
Indiener | Inge van Dijk (CDA) |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z18240.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-690.html |
Ja.
NRC meldt op basis van eigen onderzoek dat sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 bij 45,6 procent van alle gemeenteraden een of meer raadsleden zich van hun fractie hebben afgesplitst. Andere cijfers over het aantal afsplitsingen zijn mij niet bekend. Informatie over het aantal afsplitsingen zal voortaan in de Staat van het Bestuur worden opgenomen.
In mijn Kamerbrief van 19 maart 2018 heb ik gewezen op de maatregelen die gemeenten kunnen nemen om afsplitsingen te ontmoedigen.3 Daar heb ik in het VNG Magazine van 23 maart 2018 aan toegevoegd dat het afsplitsen van raadsfracties niet beloond moet worden. Ik heb over dit onderwerp nadien ook overlegd met de VNG. De VNG onderkent eveneens de problemen met de bestuurlijke stabiliteit die zich kunnen voordoen indien raadsleden zich afsplitsen van hun fractie. Tegelijkertijd onderkent de VNG met mij dat het hier om een fundamenteel vraagstuk gaat: het afsplitsen van raadsfracties is toegestaan, gelet op het uitgangspunt van ons kiesstelsel dat volksvertegenwoordigers op persoonlijke titel worden gekozen. De VNG acht het daarom niet wenselijk om op dit moment de eigen modellen aan te passen en afsplitsing te ontmoedigen, bijvoorbeeld door fractieondersteuning of spreektijden te beperken of naamgeving te beperken.
In het Reglement van Orde van de Tweede Kamer zijn in 2016 maatregelen als beperking van spreektijden en beperking in de naamgeving opgenomen. Mijns inziens zou het opnemen van dergelijke bepalingen in het reglement van orde van de gemeenteraad een geschikte wijze van het ontmoedigen van afsplitsingen zijn, waarbij tegelijkertijd geen afbreuk wordt gedaan aan het eigen mandaat van het democratisch gekozen raadslid. Uiteindelijk is het echter aan gemeenten zelf om deze stap te zetten; ik zal gemeenten daar in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen via een circulaire op wijzen en zal voorts de VNG vragen haar standpunt te heroverwegen.
In mijn Kamerbrief van 19 maart 2018 heb ik reeds op dit punt gewezen. Destijds was al bekend dat afsplitsingen een bron van frustratie kunnen zijn in de verhouding tussen het afgesplitste raadslid en zijn of haar oorspronkelijke raadsfractie, wat een weerslag kan hebben op het functioneren van de raad. Verder is het mogelijk dat afsplitsingen afbreuk doen aan een vruchtbare samenwerking tussen het college en de raad, en daarmee het bestuur van de gemeente minder stabiel maken, zeker in combinatie met een reeds sterk bestaande fragmentatie in de raad. Bovengenoemde signalen zijn voornamelijk voortgekomen uit gesprekken en overleggen met betrekking tot de integriteit van het openbaar bestuur en bestuurlijke problemen. Het door NRC verrichte onderzoek is voor mij aanleiding om opnieuw met de VNG in overleg te treden over maatregelen om afsplitsingen te ontmoedigen. Zonder afbreuk te willen doen aan het individuele mandaat van volksvertegenwoordigers, is de bestuurlijke stabiliteit gebaat bij zo min mogelijk afsplitsingen.