Ingediend | 13 oktober 2021 |
---|---|
Beantwoord | 25 november 2021 (na 43 dagen) |
Indieners | Gijs van Dijk (PvdA), Joris Thijssen (PvdA), Tom van der Lee (GL) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | economie energie natuur en milieu ondernemen |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z17841.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-833.html |
Ja.
Ja.
Nee, dat is niet toegestaan. Het uitgangspunt in het contractenrecht is dat een rechtsgeldige aangegane overeenkomst de betrokken partijen over en weer verbindt. Dit betekent dat gemaakte afspraken door beide partijen moeten worden nagekomen (pacta sunt servanda). Het eenzijdig wijzigen van de gemaakte afspraken is niet toegestaan, tenzij partijen dit expliciet zijn overeengekomen, bijvoorbeeld in het contract of in de algemene voorwaarden bij het contract, dan wel hiervoor een wettelijke grondslag is. Dit geldt ook voor energiecontracten. Het is daarom voor een energieleverancier niet toegestaan om, bijvoorbeeld bij een stijging in de energieprijzen – het energiecontract eenzijdig te beëindigen. De ACM heeft zich hier eerder over uitgesproken en heeft te kennen gegeven dat de ACM optreedt tegen energieleveranciers die dit wel doen.2
Wanneer een consument een energiecontract heeft gesloten met een vast leveringstarief, mag de energieleverancier de tarieven niet aanpassen gedurende de looptijd van het contract. Als een consument een energiecontract heeft gesloten met een variabel leveringstarief, mag de energieleverancier de tarieven tussentijds aanpassen conform de algemene voorwaarden. De leverancier kan de tarieven aanpassen op 1 januari en 1 juli van elk jaar. Bij onvoorziene wijzigingen in de marktomstandigheden kunnen de leveringstarieven ook op andere momenten worden aangepast, mits partijen dit schriftelijk zijn overeengekomen. De energieleverancier moet de consument hiervan tijdig op de hoogte brengen, zodat de consument eventueel kan overstappen naar een andere energieleverancier.
Laat ik het volgende voorop stellen: ik vind het zorgelijk en onwenselijk als energiebedrijven ten onrechte eenzijdig energiecontracten met consumenten opzeggen en daarmee de energielevering willen beëindigen.
Wanneer een energieleverancier een energiecontract onrechtmatig opzegt, kan de consument een viertal stappen ondernemen. Ten eerste is het verstandig als de consument de energieleverancier schriftelijk laat weten dat de energieleverancier het energiecontract niet eenzijdig mag opzeggen. Dit is ook het advies van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Op de website van de ACM kunnen burgers een voorbeeldbrief vinden die zij kunnen gebruiken.3 Ten tweede adviseert de ACM de consument met klem om een melding te doen bij de ACM via www.ConsuWijzer.nl. De ACM is de onafhankelijke toezichthouder en ziet toe op de naleving van de regels door (energie)bedrijven. De ACM kan bij niet-naleving van de regels juridische instrumenten inzetten, zoals het opleggen van een last onder bestuursdwang of het intrekken van de leveringsvergunning wanneer de energieleverancier zich (bijvoorbeeld) niet houdt aan de vergunningsvoorwaarden. Ten derde kan de consument een klacht indienen bij de (buitengerechtelijke) Geschillencommissie Energie.4 Deze commissie behandelt klachten van consumenten tegen een energieleverancier over afsluiten, levering of tarieven van gas, elektriciteit en warmte. De consument kan tot slot ook naar de rechter stappen en via de rechter naleving van het energiecontract door de leverancier afdwingen.
Een consument heeft tijd om deze stappen te zetten, de consument komt niet meteen zonder elektriciteit of gas, nadat hij een brief heeft ontvangen van de energieleverancier waarin staat dat de energieleverancier het energiecontract opzegt. De daadwerkelijke afsluiting wordt uitgevoerd door de netbeheerder. Het ministerie heeft contact gehad met Netbeheer Nederland. Uit dit contact is gebleken dat netbeheerders terughoudend zijn met het afsluiten van energie bij consumenten na een verzoek tot einde-levering van een leverancier en hier dus ook niet zomaar toe overgaan. Deze procedure neemt, afhankelijk van de netbeheerder en de omstandigheden, tussen de drie en ongeveer zes weken in beslag. De netbeheerder zal – alvorens de beëindiging wordt gerealiseerd – de consument altijd meerdere zogenoemde afsluitbrieven sturen met deze aankondiging en daarbij het advies om zo snel mogelijk een andere energieleverancier te zoeken.
Zoals gezegd is het aan de ACM om in te grijpen en energiebedrijven aan te spreken indien uit onderzoek blijkt dat het bedrijf zich niet aan de wet houdt. De ACM treedt onafhankelijk op en heeft de ruimte om, binnen de kaders van de wet, te beoordelen welk (handhavings)instrument er wordt ingezet. Het ministerie heeft geen enkele bemoeienis in de besluiten die de ACM hier in neemt. De wet biedt de ACM hiertoe vergaande instrumenten. De ACM kan bestuursrechtelijk handhaven door bijvoorbeeld een last onder dwangsom op te leggen. Dat zij dit in de praktijk ook doet, blijkt uit haar besluit tot het opleggen van een dwangsom aan een energieleverancier op 22 oktober jl. wegens het ongeoorloofd eenzijdig beëindigen van energiecontracten (zie ook het antwoord op vraag 10).5
Met een last onder dwangsom wordt getracht een overtreding ongedaan te maken of verdere overtreding dan wel een herhaling van de overtreding te voorkomen. Indien de betreffende energieleverancier binnen de door de ACM gestelde termijn de situatie herstelt, door bijvoorbeeld zijn klanten weer terug te nemen en het contract na te leven, voorkomt de leverancier dat de dwangsom moet worden betaald. Hierdoor kunnen de consumenten, zoals is afgesproken in het contract, weer energie afnemen tegen de tarieven zoals is overeengekomen in het energiecontract. Indien de energieleverancier desondanks toch de wet blijft overtreden, dan is het aan de ACM om vervolgstappen te ondernemen, zoals, eerder aangehaald, het intrekken van de leveringsvergunning. Als een energieleverancier zijn verplichtingen niet langer kan nakomen en de ACM om die reden de leveringsvergunning intrekt, is wettelijk gegarandeerd dat de klanten van de wegvallende leverancier voorzien zijn van energie. Hierbij kan het wel zo zijn dat zij uiteindelijk een hoger (mogelijk flexibel) tarief gaan betalen. Dit geldt ook voor de situatie als een consument – wanneer uit de brief van de netbeheerder aan de consument blijkt dat er een energieleverancier ontbreekt – zelf kiest voor een nieuwe energieleverancier. De verlaging van de energierekening die het kabinet heeft toegezegd (kenmerk 2021Z18173, zie ook het antwoord op vraag 7 en 8) in de vorm van belastingverlaging komt de genoemde groep consumenten ook ten goede.
Op deze wijze worden consumenten beschermd tegen het zomaar afgesloten worden van gas en elektriciteit als een energieleverancier het leveringscontract eenzijdig opzegt.
Zie antwoord vraag 4.
Nee. Het is aan de ACM om als onafhankelijke toezichthouder onderzoek te doen naar het functioneren van de energiemarkt en de gedragingen van energieleveranciers in dat verband. Over lopende onderzoeken naar DGB Energie of andere onderzoeken kan de ACM geen uitspraken doen. Uit eerder signalen aan de ACM is gebleken dat DGB Energie aan een groep klanten het voornemen heeft laten weten om energielevering eenzijdig te beëindigen per 1 november 2021. DGB Energie heeft hier tijdig van afgezien, met als gevolg dat de levering wordt voortgezet. Dit betekent dat de leveringszekerheid van gas en elektriciteit aan klanten van DGB Energie is gewaarborgd.
Het kabinet deelt de zorgen rondom de huidige hogere energieprijzen. Als tegemoetkoming voor de stijgende energierekening op de korte termijn als gevolg van de hoge gasprijzen doet het kabinet incidenteel en alleen voor 2022 een tweetal aanpassingen in de energiebelastingen. Het kabinet verhoogt ten eerste in 2022 incidenteel de belastingvermindering met ongeveer 265 euro (inclusief btw). Ten tweede wordt in de energiebelasting in 2022 incidenteel het tarief op de eerste (en de tweede en derde) schijf elektriciteit verlaagd. Een huishouden met een gemiddeld verbruik ontvangt dus in totaal een tegemoetkoming van ruim 400 euro (inclusief btw) ten opzichte van waarvan is uitgegaan bij het Belastingplan 2022.6 Ook stelt het kabinet 150 miljoen euro extra beschikbaar om kwetsbare huishoudens met een hoge energierekening en/of een slecht geïsoleerde woning via de gemeenten te helpen met de verduurzaming van hun (huur)woning. Voor meer toelichting over dit besluit verwijs ik u naar de Kamerbrief.7
Het kabinet zal de komende periode de ontwikkeling van de leveringstarieven blijven monitoren. Daarnaast werkt het kabinet aan het blijven borgen van een betaalbare energievoorziening voor de lange termijn. Om deze reden heb ik periodiek overleg met de energieleveranciers over de ontwikkelingen op de markt en de mogelijke effecten voor consumenten.
Zie antwoord vraag 7.
Er zijn signalen bekend bij de ACM dat meerdere energieleveranciers energiecontracten eenzijdig opzeggen.8 De ACM onderzoekt deze signalen. De ACM is de onafhankelijke toezichthouder en kan in het belang van een goed functionerende energiemarkt handhavend optreden om ervoor te zorgen dat energieleveranciers de wet naleven. De ACM kan bijvoorbeeld ingrijpen als energieleveranciers eenzijdig energiecontracten opzeggen of als zij consumenten binden aan algemene voorwaarden die conform de wet onredelijk kunnen zijn, maar ook ingeval een energieleverancier onrechtmatig handelt, kan de ACM handhavend optreden.
Eerder heeft de ACM het signaal afgegeven dat hoge energietarieven geen geldige reden zijn om energiecontracten eenzijdig op te zeggen en daarmee levering van energie te (laten) beëindiging. Dit is en blijft de lijn. De ACM adviseert consumenten contact op te nemen met hun energieleverancier en deze te houden aan het contract en dit ook te melden bij de ACM. De ACM ziet hier op toe en kan handhavend optreden bij niet naleving hiervan.9
Uit onderzoek van de ACM blijkt nu dat één energieleverancier de levering aan consumenten, die niet akkoord zijn met een prijsverhoging van het vaste leveringstarief, daadwerkelijk laat beëindigen in de winterperiode. Dit heeft de ACM op 22 oktober 2021 laten weten.10 De ACM heeft deze energieleverancier een last onder dwangsom opgelegd teneinde de levering van gas en elektriciteit aan consumenten voort te zetten volgens het afgesproken tarief. Doet deze energieleverancier dit niet, dan moet het bedrijf een dwangsom van 15.000 euro per week betalen, met een maximum van 45.000 euro. Vervolgens is gebleken dat de betreffende energieleverancier, ondanks ingrijpen door de ACM, door is gegaan met het beëindigen van de levering bij klanten die niet akkoord zijn gegaan met het aanpassen van hun vaste energiecontract.11 Het gevolg hiervan is dat deze leverancier de opgelegde boete dient te betalen. De ACM heeft, op verzoek van de energieleverancier, de leveringsvergunning inmiddels ingetrokken.12
Naast het toezicht van de ACM zal ik, zoals toegezegd in mijn brief aan uw Kamer (Kamerstuk 29023–275) de komende tijd periodiek met de energieleveranciers in overleg gaan over de ontwikkelingen op de markt en de mogelijke effecten voor consumenten.
Op 13 oktober 2021 hebben de leden Gijs van Dijk en Thijssen (beiden PvdA) en Van der Lee (GroenLinks) vragen gesteld over het bericht «Energiebedrijf loost klanten vanwege een hoge gasprijs?» (kenmerk 2021Z17841) Vanwege de voor de beantwoording benodigde afstemming kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken worden beantwoord. Ik streef ernaar om de beantwoording voor 24 november 2021 naar uw Kamer toe te sturen.